Mijn tweede boekenbeursbezoek moest letterlijk tussen 2 lessen in gebeuren, dus veel tijd had ik niet, maar de bestemming was het waard: de stand van Creatief Schrijven. Kort, maar krachtig dus en dat gold vandaag zeker! Sinds ik meer met spoken word en slam poetry bezig ben, is het de normaalste zaak van de wereld om workshops te volgen. Ik denk dat ik een twintigtal workshops volgde in een paar maanden tijd, maar geen enkele begon met ‘Proef eens een stukje appelsien.’ Het ging over geuren en smaak, dus erg verbazend zou dat niet moeten zijn, maar treffend was het wel. Kathy Mathys (schrijfster en journaliste) leidde ons in in het denken in andere zintuigen. Dus niet enkel het zicht! Wie krijgt er nu geen hele taferelen in gedachten bij het denken aan de geur van pakweg kalkoengebraad, de vol-au-vent van de grootmoeder of de klevende vingers van dennenbomen? Teksten krijgen diepere dimensies als je meer gebruikt dan enkel zicht en dat weet ik nu maar al te goed. Eten zegt veel en Kathy Mathys is er zeker in geslaagd om dat duidelijk te maken. Van alles opschrijven bij wat een stukje appelsien bij je opwekt, gaan we door naar een haiku. Normaal niet zo mijn ding (ieuw regels), maar het paste volledig in het plaatje en het resultaat is minder slecht dan ik verwacht had: Half oranje maan, Proef de zomerzon vergaan Vingers kleuren geel. Nog een paar schrijfoefeningen later ben ik blij dat ik me uit de les gehaast heb om op tijd te komen en daarbij stop ik een paar goede tips in mijn broekzak. Van ‘Show, don’t tell’ en vermijd zo veel mogelijk de clichés naar ‘voel je personage’. Heel de tijd vuurt Kathy stevige tips op ons af. Do’s en don’ts van het schrijven en beschrijven geuren en kleuren in elke zin van het begrip. Oh, en echt die ambitie om eindelijk die roman te schrijven? Begin met freewriten en denk daarna pas na! Freewriten is gedurende een bepaalde tijd gewoon alles schrijven wat er in je opkomt. Niet stoppen, niet aarzelen en als je gedachten even stoppen, gewoon het laatste woord blijven schrijven tot je weer verder kan! Inspiratie en oefening gegarandeerd en je zal verbaasd staan wat er allemaal uit kan komen! Hier is mijn (zeer imperfecte, maar vijf minuten is niet genoeg voor meer) resultaat: Soms voelde mijn leven zoals met Kerst naar de McDonalds gaan. Van ver gezien: schitterend, met rijke smaken en de grootste reclame die je het water in de mond doen lopen, terwijl het in werkelijkheid niet kan raken aan het maal van kerstavond. Nog half uitbuikend, laten we de slappe frietjes staan, maar onze vingers kleven al lang. Het maakt niet uit, want met de geur van boontjes in spek nog in het achterhoofd, kunnen zelfs de kale TL-buizen ons kerstgevoel niet verpesten, terwijl we luid lachen met mama die gehoopt had dat de salade meer op sla zou lijken. Een grote dankjewel aan Kathy voor de aangename workshop! Zin in meer workshops over schrijven en ga je toch naar de boekenbeurs? Kijk dan zeker naar het programma van Creatief schrijven! Gaos
0 Reacties
De titel van deze blogpost zal misschien een beetje raar klinken, maar hopelijk wijzigt zich dat vanzelf. Laten we bij het begin beginnen. Afgelopen week had ik een gesprek op mijn werk. Ik hoorde dat ik intelligent ben, pienter, kritisch. In eerste instantie een lijstje waar ik trots op ben, maar… ik herkende mij er niet in. Ik hoorde al die complimenten en ik dacht: “Dit ben ik niet.” En dat heeft te maken met een aantal discussies afgelopen maand die ik en andere schrijvers met mij zag voeren. Op de basisschool is bij mij dyslexie geconstateerd. Dyslexie is een hersenaandoening. Het oorspronkelijk Griekse woord betekent letterlijk: beperkt lezen. De aandoening heeft dan ook voornamelijk invloed op taal gerelateerde dingen als leesvaardigheid, spelling en woordenschat, maar ook klanken in volgorde zetten zoals bij een postcode of het onthouden van gezegden kunnen problemen geven. Je kunt je voorstellen dat het hebben van dyslexie op de basisschool als je moet leren lezen en schrijven dan ook geen pretje is. Rode streep naar rode streep gaat door al je opdrachten heen en hoe vaak je het ook probeert alles lijkt fout te zijn. Mijn taalniveau in groep drie was zwak. heb uren zitten lezen en schrijven in een poging mijn spelling en lezen op te krikken, net zolang totdat mijn toetsuitslagen ruim voldoende waren. Ik rende naar de bieb om de meeste boeken te pakken en greep krampachtig verhalen boven mijn niveau vast. In groep vijf las ik net zo goed als de kinderen uit groep acht en vond ik lezen zelfs daadwerkelijk leuk. En toch, kreeg ik in groep zes een dyslexietest onder mijn neus geschoven. Ik snapte er niets van, mijn cijfers waren goed en ik hield van lezen. Ik snapte niets van die hele test, maar ik was niet nerveus, want in mijn hoofd was dyslexie allang geen optie meer. Wat ik toen niet wist is dat kinderen met dyslexie heel veel van hun obstakels kunnen overwinnen door sterke hersengebieden hun zwakkere delen te laten overnemen. Ik onthield woorden bijvoorbeeld niet op taalgevoel, maar op geheugen. Ik wilde absoluut geen dyslexie hebben. Absoluut niet. Toen ik hoorde dat ik dyslexie had, zakte alle grond onder mijn voeten weg. Ik kan me nog goed herinneren hoe ik die hele avond heb liggen huilen in bed, want ik wist al hoe mijn klasgenootjes naar andere kinderen met dyslexie keken, die waren dom. En ik wilde niet dom zijn. Toen ik de volgende dag op school kwam en een klasgenootje vroeg wat eruit mijn test was gekomen, zei ik dan ook heel kordaat: niets. Net als ikzelf was ook mijn omgeving niet geheel overtuigd van mijn dyslexie. Hoe kon een kind dat twaalf dikke boeken per week las nu een hersenaandoening hebben? Kortdoordebocht kwam ook mijn omgeving tot het antwoord: niet. Ze namen aan dat de school gewoon de subsidie nog had en agh, dan kon ik de voordelen die het mij opleverde maar beter gebruiken, toch? Het punt is echter dat ik mij zo erg schaamde dat ik nooit tegen iemand zei dat ik dyslexie had en die voordelen dan ook zelden tot nooit gebruikte. Alle opties die de basisschool mij bood? Ik wilde er niets van weten. Alle opties die ik kreeg op de middelbare school? Ik trok mijn handen er zoveel mogelijk vanaf. Ik heb zelfs de test op mijn middelbare school opnieuw gedaan in de hoop dat er ditmaal wel uitkwam dat ik geen dyslexie had. De decaan hield mij tegen om een extra vreemde taal op te nemen, maar met liefde had ik het gedaan. Sterker nog, ik ben begonnen met schrijven om te bewijzen dat die dyslexieverklaring niet mijn lot als persoon bepaalde. En toen ik twijfelde tussen twee studies, werd het de degene met de meeste taal. Ik ben er ondertussen achter: ik heb weldegelijk dyslexie. Ik ben momenteel zo goed als afgestudeerd van mijn taal gerelateerde studie en in alle eerlijkheid zeg ik pas sinds twee jaar tegen mensen dat ik dyslexie heb. Ik zeg nog steeds liever tegen mensen dat ik biseksueel ben dan dyslect. En ik zit nog in de kast! Dat mijn dyslexie als volwassene subtieler is, maar dat ik nog steeds slechts een deel van de normaal betrokken hersengebieden gebruik en een zwakke verbinding tussen taalgebieden heb, is maar een detail. Deze blogpost is niet bedoeld om jullie te informeren over dyslexie, maar om iets aan te kaarten waar ik al heel lang mee zit: het level aan snob dat om mensen heen hangt die wel goed zijn in taal. Ik heb mijn dyslexie, andere mensen hebben Nederlands niet als hun eerste taal en sommige mensen zijn gewoon slecht in taal. Taal is lastig en er zijn duizenden mensen die ermee worstelen om uiteenlopende redenen. En al die mensen hebben dezelfde aanvaringen als ik. In dezelfde week als eerdergenoemd mijn gesprek op werk:
De avond na mijn gesprek kwam ik dus ook in huis en het eerste wat ik aan mijn vriend vroeg was: “Vind jij mij dom?” De reden dat ik mij niet met dat lijstje identificeerde was door al die voorgaande ervaringen. Ik voelde mij weer dat meisje in groep zes die keihard van de daken schreeuwde dat ze geen dyslexie had, omdat ze niet dom gevonden wilde worden. Want dat is de waarheid, mijn beperking staat niet op mijn voorhoofd geschreven. Mensen zullen altijd denken dat ik dommer ben dan hen, dat ik niet serieus ben in mijn teksten, dat ik hen extra werk bezorg en bij voorbaat al dat ik geen goede schrijfster ben. Tot drie dagen na dat gesprek heb ik geen woord durven schrijven aan mijn manuscript uit angst dat ik toch nooit goed genoeg zou zijn. Dus deze blogpost is voor alle mensen die goed zijn in taal en bewust en onbewust zeggen dat ze de kriebels van mij krijgen. De mensen die zeggen dat ze mensen kennen die bewust laks zijn in een tekst, omdat er toch nog wel een redacteur overheen gaat. Ik kan mijn teksten één keer doorlezen en ik kan mijn teksten honderd keer doorlezen, maar het zal nooit goed genoeg zijn. Kun je je voorstellen dat mensen het op een gegeven moment gewoon opgeven? Voor jou zijn het vijf extra fouten, maar voor mij is het uren in tranen naar mijn tekst kijken, wetend dat jij mij er alsnog over veroordeeld. Mijn docenten wisten niet dat ik dyslexie had, ondanks de administratieve melding. Ik heb het ze nooit verteld, bang omdat ik dacht dat het mensen zoals jullie waren. Mensen die vanaf hun hoge paarden mijn zelfvertrouwen nog verder de grond in zouden trappen. En ik weet dat dit hard klinkt, maar ik hoor het mensen zeggen. Ik zie het mensen als argument gebruiken als ze met mij of andere dyslexten in gesprek zijn. Ik snap dat het belangrijk is om goed te zijn in taal. Iedereen mag gerust tips en feedback geven, graag zelfs, maar alsjeblieft, alsjeblieft, hou er rekening mee dat niemand ‘zomaar’ slecht is in taal. Gooi alsjeblieft het idee weg dat mensen bewust fouten maken omdat ze simpelweg te lui zijn om te leren of om goed naar hun teksten te kijken. Maar liefst 25% van de kinderen leert op de basisschool niet goed lezen en schrijven en 10% daarvan zou je zelfs als functioneel analfabeet mogen beschouwen. Dit houdt in dat hun niveau is blijven haken op dat van groep zes, twee jaar voordat zij goed genoeg zouden kunnen lezen en schrijven om mee te draaien in onze maatschappij. Mensen maken niet expres fouten. Mensen hebben externe en interne obstakels die zij hun hele leven door moeten overwinnen. Ik vind het belangrijk om met deze blogpost aan te kaarten dat het fijn is dat jij goed bent in taal, maar zet niet zomaar op internet dat je nog liever van een flat springt dan dat je met een dyslect of iemand die slecht is met taal moet samenwerken. Wij zien dat. Kinderen die niet goed zijn in taal zien dat. Kinderen spenderen uren huilend in bed, wetend, dat er voor altijd een oordeel zal zijn. Uitgeverijen zijn zó druk bezig met meer mensen aan het lezen krijgen, maar ondertussen worden mensen die soms niet eens durven te lezen alleen maar verder weggejaagd en dat is jammer. Dus de volgende keer dat je onvrede over slechte spelling wilt delen, hou er dan rekening mee wie dat allemaal zou kunnen horen. - SophiePS. Ik wéét dat mensen die moeite hebben met taal vaak liever niet teveel lezen, maar mocht je hier beland zijn en Nederlands lastig vinden: ik ben er voor je. Slecht zijn in taal in een wereld waar zoveel communicatie tegenwoordig schriftelijk gaat is moeilijk, maar het bepaalt niet jouw waarde als persoon. De weg is misschien langer, maar jij kunt alles bereiken wat andere mensen ook kunnen. Laat taal niet de reden zijn dat jij je dromen niet naleeft. Ik zal strijden, voor ons allen. Opdat hopelijk niemand meer hoeft te huilen.
Met dank aan Creatief schrijven zijn we dit jaar ‘uitverkoren’ om te mogen bloggen over de boekenbeurs (grote shout out naar de organisatie van Creatief Schrijven en Azertyfactor!) en aangezien ik letterlijk 10 minuutjes moet fietsen om daar te geraken, heb ik met veel plezier deze zware taak op mij genomen. Mijn doelen: zo veel mogelijk auteurs spreken, workshops, handtekeningen en advies verzamelen. De boeken zou ik moeten laten liggen, maar eerlijk gezegd is die kans ook erg klein. Maar goed, dag 1 (28 oktober 2018) lokte me door de open mic die georganiseerd werd door creatief schrijven. Ja, juist, een open mic op de boekenbeurs. Tien minuten op een podium om mijn ding te doen en geloof me, die kans grijp ik met twee handen en meer als ik er meer gehad had. Het was niet mijn beste voordracht en god alles moet trager (Ja, ik ben een Limburger die te snel spreekt, krijg dat gedaan), maar verder heb ik denk ik wel een paar ogen doen groot worden, dus doel bereikt! Na nog wat rondhangen ben ik op de stand van Creatief Schrijven gaan luisteren naar de uiteenzetting van Toni Coppers over hoe hij zijn thrillers schrijft. Heel duidelijk over hoe hij dat doet, maar dat was echt wel geen struikelblok! Zoals iedereen dat wel weet, werkt schrijven bij iedereen anders en toch had hij een aantal zeer interessante dingen te zeggen. Het belangrijkste: denk na. Denk overal over na! Weet waarom je personages iets doen, waarom ze iets niet doen. Zorg ook dat je plot organisch werkt en dat alles door elk punt vooruitgestuwd wordt zodat er geen deus ex machina is die het einde moet redden. Zeker omdat bij misdaad (waar het bij Coppers specifiek over ging) echt alles van naaldje tot draadje moet kloppen. Hij beschreef dan ook heel duidelijk in alles dat het karakter het verhaal moet dragen. Je moet je karakter kennen als jezelf en als dat een empathisch of intrigerend persoon is die voor een probleem gesteld wordt, zal de lezer automatisch willen weten wat er gaande is. Steek dus vooral veel tijd in wie je personage is en wie ze zal worden tegen het einde van het boek! Dan, schrijf je plot op een halve A4 uit. Dat zorgt ervoor dat je overzicht houdt waarover je exact wilt schrijven. Het kan ook zorgen voor wat hij noemde ‘suspension of believe’: alles moet echt lijken. De lezer weet dat het niet waar is, maar het moet wel waarachtig zijn anders merk je meteen dat er dingen niet kloppen aan het verhaal. Hij beschreef zijn proces als het componeren van scènes met het letterlijke plakken en lijmen en genieten van alle woorden die je schrijft als je diep verzonken bent in het schrijven zelf. Oeh nog iets om niet te vergeten: je hebt 2 soorten conflicten nodig: zowel een innerlijk conflict, een probleem van het personage. Dat kan dan weer resoneren of juist loodrecht staan op het verhaalconflict, het plot met andere woorden. Als je geïnteresseerd bent om ooit je boek in dit wilde westen van uitgeversland buiten de deur te krijgen: denk dan vooral aan dat je ook een begeleidende brief schrijft, zodat een uitgever weet dat je hart en ziel in dat boek steken en waarom hij of zij het zou moeten uitgeven. Want die neemt een groot risico door een onbekend persoon aan te nemen. Denk er ook aan dat authenticiteit belangrijk is. Alles is al geschreven, maar nog niet door jou. Zorg er dus voor dat jou versie van de feiten het lezen waard is en dat je je op eender welke manier kunt onderscheiden van de honderden andere manuscripten die jaarlijks ingezonden worden. BOEKENBUIT DAG 1: Een hardcover van ‘Aristoteles en Dante ontdekken de geheimen van het universum’ van Benjamin Alire Saenz, ‘gezien de feiten’ van Griet op de Beek’ en 'de steek van de schorpioen’ van Dimitri bontenakel. GaosIk weet nog heel goed hoe ik Girl Online van Zoe Sugg in de winkel had gekocht. Ik kende haar vaagjes van YouTube, maar ik heb denk ik in mijn hele leven twee á drie video’s gezien en deze heb ik niet eens afgekeken. Girl Online leek me gewoon een leuk boek en dus besloot ik het boek te kopen toen het net een maandje op de markt was. Nederlands is nooit mijn sterkste vak geweest en in Girl Online moest ik voor het eerst in mijn leven woorden echt gaan opzoeken. Mijn woordenschat schoot omhoog, en de 15-jarige ik vond het daarom ook wel een heel tof boek. Het stond prachtig in mijn boekenkast en had tot mijn geluk dezelfde grootte als de meesten van mijn boeken - want daar ben ik stiekem toch wel héél streng op. Tot ik ging opzoeken of er een tweede deel zou komen. Overal zag ik artikelen die sprake van de term “ghostwriting”. Wat is dat dan nu weer? Een spookschrijver? Ik besloot het maar even op te zoeken. Ghostwriter; a person who writes one or numerous speeches, books, articles, etc. for another person who is named or presumed to be the author. Ahá. Dus Zoe Sugg had Girl Online niet geschreven, ze had alleen het idee bedacht! Na nader onderzoek blijkt dat meer dan 90% (en het nadert de 100%!) van de boeken die door beroemdheden zijn geschreven, in werkelijkheid geschreven zijn door spookschrijvers. Als groot liefhebber van schrijven en destijds als een meisje dat zonder moeite 1.000 woorden per dag schreef (ik mis die tijd!) snapte ik er niets was. Waarom zou ze je je eigen idee niet zelf willen schrijven? Waarom laat je het schrijven door een wildvreemde en ga je ervan door met alle credits? Als ik een idee bedenk, zie ik het al helemaal voor me. Als ik schrijf, moet het precies zoals ik het in mijn hoofd heb. Hoe kan een wildvreemde, of misschien zelfs een bekende, nu weten wat ik denk en wil? Nu is een spookschrijver niet echt een dingetje in Nederland of België, maar in Amerika wordt het door zo’n beetje alle beroemdheden gebruikt. Zij hebben, net als velen van ons, de droom om iets te schrijven of hun verhaal te delen. Helaas staat hun agenda volgekliederd met interviews, fotoshoots of politieke dingen (want ja, ook Hillary Clinton en Barack Obama hebben ook gebruik gemaakt van spookschrijvers!) en is een spookschrijver voor hen een goede optie. Met goede communicatie en het nalezen van de schrijfsels kom je er zo. Jij je boek, de spookschrijver geld voor brood, iedereen blij toch? Vaak zijn spookschrijver en bedenker het met elkaar eens en houden ze de spookschrijver geheim. Over het algemeen zijn het de fans die overal problemen van maken, omdat hun favoriete YouTuber niet perfect is en het niet zelf kon schrijver. Persoonlijk zou ik nooit gebruik willen maken van een spookschrijver. Waarom zou ik mijn boek zelf schrijven? Omdat het mijn verhaal is, mijn idee, mijn personages. Omdat ik het hele proces wil meemaken, de dagen dat ik met mijn handen in het haar zit, de dagen dat ik mijn computer uit het raam wil smijten en dagen dat ik eindelijk die ene scène op papier krijg. De dag dat ik het manuscript inlever en de spannende dagen die volgen. De dag van afwijzing en maanden of jaren later, de dag met “Wij willen het uitgeven”. Het is een heel proces waar je van groeit en het lijkt me fantastisch om dat zelf mee te maken. Voor mij zou het niet mijn boek voelen als ik het niet zelf heb geschreven. Ik snap dat beroemdheden die tijd niet hebben en die tijd niet willen of kunnen maken. Maar als je gebruik maakt van een spookschrijver, zou ik - als die persoon het zelf ook wil - credits geven en de naam in het dankwoord toch benoemen, of zelfs op de cover. Het is namelijk jullie meesterwerk, niet alleen het jouwe - in mijn ogen dan. In mijn achterhoofd blijf ik maar denken, waarom wil je het niet zelf schrijven? Natuurlijk is het moeilijk! Natuurlijk heb je slechte dagen, maar ook goede. Waarom wil je het niet zelf doen?! Waarom heb je er als spookschrijver vrede mee?! Omdat spookschrijvers hetzelfde willen als wij. Schrijven. Schrijven, schrijven en schrijven. Uitgeven maakt voor hen niet veel uit, als ze maar kunnen schrijven. Bijna alle spookschrijvers komen ook per ongeluk in de business terecht. Joe Bunting bijvoorbeeld, die na het proeflezen van zijn mentors boek vond dat alles herschreven moest worden. Zijn mentor had er geen tijd voor en dus bood Joe aan om het zelf te doen. Daarmee is zijn carrière als spookschrijver begonnen. Joe vond het zo leuk, dat hij met schrijven zijn brood kon verdienen, dat het hem niets uitmaakt dat hij niet met koeienletters op de voorkant stond. Zelf kon hij geen ideeën bedenken, maar wel uitwerken. Zijn klanten waren blij, hij was blij, eind goed al goed toch? Ik heb begrip en onbegrip, en dat is prima. Het komt er eigenlijk op neer dat het je eigen keuze is. Zelf zou ik dat schrijfproces voor een cent willen missen, maar veel beroemdheden voelen zich toch fijner met een spookschrijver. Ga ervoor, denk ik dan. Fans zullen toch altijd iets vinden waar ze teleurgesteld in zijn. Als jij er volledig achterstaat, doen. En mijn beste lezer, het moet je niet altijd uitmaken wie het heeft geschreven. Als het een goed boek is, is het een goed boek. Voor mij maakt de naam op de voorkant dan écht even niet uit, als ik het maar lekker kan lezen in de bus, thuis op de bank met een kop hete thee of desnoods met een boterham met hagelslag enkele minuten voordat ik moet rennen voor mijn trein. Het hield mij niet tegen, want ik kocht het jaar erna Girl Online: On Tour in Rotterdam met een vriendin. Welke nieuwe woorden zou ik nu leren? Wat zou er nu met Penny gaan gebeuren? Wie, wat waar, ik wilde het allemaal toch wel weten. Ik kwam er echter in Nijmegen pas achter dat ik het boek in het Engels had gekocht en het een paar centimeter kleiner was dan de Nederlandse versie. Verdorie… Katie
Laat ik beginnen bij de opdracht. Het is hartstikke lief als auteurs een boek opdragen aan hun ouders, maar de opdracht van dit boek zet meteen de toon voor het verhaal. Ik citeer: ‘Voor mijn vader, die zijn uiterste best deed om niet zijn slechtste zelf te zijn. En voor mijn moeder, die ervoor zorgde dat wij hem nooit op zijn slechtst meemaakten.’ Door deze woorden kun je al raden dat de jeugd van Colleen Hoover zelf niet altijd even prettig is geweest, en dat ze die ervaringen heeft gebruikt bij het schrijven van dit boek. Dat gezegd hebbende kunnen we de bladzijde omslaan en ons mee laten voeren in het leven van Lily. We ontmoeten haar op de dag dat ze haar vader begraven heeft, wanneer ze op een hoog gebouw in Boston naar het avondlijke uitzicht zit te kijken. Ze vertelt over de grafrede die ze voor haar vader gehouden heeft en die is ronduit geweldig. Het zorgt ervoor dat ik meteen een beetje van haar ga houden. Dit wordt echter bijna meteen teniet gedaan als ze Ryle ontmoet. Hoewel hij nou niet meteen overkomt als de ideale schoonzoon, is dit niet waar voor mij de afknapper zit. Nee, die zit bij het feit dat Lily blijkbaar zo’n persoon is die zich in het eerste hoofdstuk al bijna tot seks laat verleiden. Ik herhaal, het éérste hóófdstuk. Hierdoor wist ik niet goed meer wat ik van haar moest vinden. Een hoofdstuk verder belanden we in de dagboeken die Lily schreef toen ze vijftien was. Een dagboek in briefvorm is niet echt origineel, zelfs niet als de persoon aan wie geschreven wordt een beroemdheid is. Toch vond ik het grappig om te lezen hoe Lily Ellen DeGeneres aanspreekt als een oude vriendin. Er wordt dieper op de zogenaamde ontvanger van de brieven ingegaan dan bij de meeste briefdagboeken. De suggestie die Lily bijvoorbeeld doet voor het programma van Ellen is leuk om te lezen. Na het tweede hoofdstuk volgt er een tijdsprong. Mijn eerste gedachte was de vraag of dit nou echt nodig was. Doorheen het boek komen er meer van dit soort tijdsprongen voor. Ik ben van mening dat de meeste wel geoorloofd zijn om de relatie tussen Lily en Ryle realistisch neer te zetten, maar deze eerste? Nee, voor mij voegt die niks toe aan het verhaal. Als dit hoofdstuk zich drie weken na het tweede had afgespeeld dan was het precies hetzelfde verhaal geweest als nu wanneer er een half jaar tussen zit. Nou ja, misschien zou het op één punt verschil hebben gemaakt. Wanneer er een kortere tijd tussen de twee hoofdstukken had gezeten, zou het realistischer zijn dat Ryle Lily al niet uit zijn hoofd kan krijgen nadat ze elkaar twee keer ontmoet hebben. Wat is er zo bijzonder aan haar dat hij haar na twee ontmoetingen in een half jaar al niet meer uit zijn hoofd kan krijgen? Dit gaat er bij mij gewoon niet in. Inmiddels zijn er al een aantal dagboekfragmenten van Lily voorbijgekomen, dus is het duidelijk dat zij het een en ander aan ellende te verwerken heeft gekregen in haar leven. Daarom gunde ik haar wel wat geluk. Dat het allemaal zo snel zou gaan, had ik echter niet verwacht. In eerste instantie wil Ryle helemaal geen relatie en ik had dan ook verwacht dat hij dit naarmate het einde van het boek vorderde steeds meer in overweging zou nemen, maar dit loopt heel anders. Hij wil al voor haar veranderen als ze elkaar nauwelijks kennen. Dat is niet geloofwaardig. Geef hem in godsnaam wat meer tijd om van mening te veranderen. Het is niet alleen het begin van de relatie, het gaat in het algemeen vrij snel. Hij weet ook meteen nadat hij is klaargekomen dat zij een drug is van de meest verslavende soort. Hoe kan hij dat nou weten als hij nog in haar zit en nog helemaal niet weet hoe hij zich vijf minuten of vijf dagen later voelt? Misschien is hij haar dan alweer vergeten. Maar aan de andere kant geeft dit wel aan hoe ongezond de relatie is. Laat ik het dan nu hebben over het moment waarop Ryle voor het eerst gewelddadig werd. In eerste instantie vond ik dit niet geloofwaardig. Hoe kan Ryle, een neurochirurg met een uitstekend stel hersens, nou zonder ovenwant iets uit een hete oven pakken? Er wordt als excuus aangevoerd dat hij gedronken heeft, terwijl hij naar mijn mening niet heel dronken kan zijn, gezien hij de helft van de tijd die de oven duurde onder de douche stond. Ik begreep ook niet waarom Lily dit zo grappig vindt dat ze helemaal in een deuk ligt. Uit een toelichting van de auteur achterin het boek blijkt echter dat dit voorval rechtstreeks uit haar eigen leven komt. Hoewel de logica achter de gebeurtenis me nog steeds enigszins ontgaat, grijpt het me meer aan nu ik weet dat dit dus wel echt kan gebeuren. Het emotionele aspect van het huiselijk geweld is erg sterk beschreven en ook het achtergrondverhaal van Ryle is geloofwaardig. Zelfs al weet je vanaf het begin dat hij haar op een gegeven moment gaat slaan, toch komt het eerste incident als een verrassing. Juist omdat ze een moment daarvoor nog heel gelukkig zijn samen. Zo zie je maar dat het leven van het ene op het andere moment honderdtachtig graden kan draaien. In de laatste hoofdstukken van het boek klinkt de boodschap door dat mensen altijd de slachtoffers de schuld geven in plaats van de daders en dat dit niet juist is. Toen ik dit las, besefte ik dat het waar is. Mensen zijn heel makkelijk in dingen zeggen als: ‘Waarom ga je niet bij hem weg?’ Mede daardoor ben ik Lily gaan zien als een erg sterke vrouw. De keuze die ze aan het eind van het verhaal moet maken is zwaar, maar ik vind dat haar innerlijke strijd en haar beweegredenen goed omschreven zijn. Mijn conclusie? Ik geef dit boek 4,5 sterren. Het is een aangrijpend verhaal dat je doet beseffen dat iedereen slachtoffer kan zijn van huiselijk geweld en dat het niet iedereen lukt om daaraan te ontsnappen. Afgezien van mijn kritiekpuntjes over de tijdsprongen en de snelheid van de relatie was het een boeiend boek dat ik met plezier (is dat het juiste woord voor een boek met dit thema?) heb gelezen. Een aanrader dus. FennaDe afgelopen jaren is Netflix heel sterk opgekomen in de Lage Landen, maar ik moet bekennen dat ik altijd wel een beetje achterop hink met nieuwe rages – alhoewel je Netflix al lang geen gewone rage meer kan noemen. Overal hoorde ik mensen spreken over die fantastische nieuwe serie – House of Cards! Orange is the New Black! – en op doodse momenten, tijdens een studie-uur op school bijvoorbeeld, opperde er al eens iemand om Netflix op te zetten. Telkens kon ik alleen maar luisteren wat de anderen te zeggen hadden, half in slaap omdat ik toch niet kon volgen, laat staan erover meespreken. Het toeval wil dat ik ondertussen twee maanden geleden toch een account heb aangemaakt op Netflix, destijds voor een schoolopdracht waarvoor ik een film moest kijken die ik nergens anders op het internet kon vinden. Het was toch een maand gratis, en na die maand zouden we het wel weer stopzetten. Althans, dat was de bedoeling. Verdorie, weer in de marketing-val getrapt. Een van die redenen? Riverdale, de serie die mij al die tijd in de ban heeft gehouden. Ik moet zeggen dat ik nooit een begenadigd seriekijker ben geweest, en al zeker geen bingewatcher. Toen ik deze serie begon te kijken, aanvankelijk met het idee ‘laten we het een kans geven’, besefte ik echter al snel dat ik niet meer kon stoppen, en ook dat mijn gratis proeftijd bijna op zijn einde zou lopen. Aangezien ik niet het type ben om er alle afleveringen in één keer door te jagen, heb ik besloten dat ik Netflix nog voor minstens een maand zou verlengen. Wat maakt Riverdale dan zo bijzonder? Van striphelden naar tv-helden Ik wist het eerst niet, maar nagenoeg alle personages komen rechtstreeks uit de stal van Archie Comics, een stripreeks die al decennialang populair is in Amerika. De centrale figuur in die reeks is Archie Andrews zelf, een typisch Amerikaanse tiener met iets minder typisch rood haar. Andere hoofdfiguren zijn Betty Cooper, het perfecte buurmeisje, en Veronica Lodge, de knappe dochter van rijke ouders. Nog een belangrijk personage, dat in de serie is uitgegroeid tot een van de publiekslievelingen (misschien ook omdat hij wordt vertolkt door Cole Sprouse) is de antisociale, ietwat zwartgallige Jughead Jones. Het verschil met zijn personage in de comics is trouwens sprekend! Oké, qua uiterlijk is de gelijkenis zeker duidelijk. In de stripreeks is Jughead Jones echter een luie, pessimistische kerel die alleen maar aan eten lijkt te denken. In de serie speelt hij daarentegen meer de rol van de getormenteerde jongen, die is getekend door zijn eigen problematische jeugd. Zijn moeder en zusje zijn verhuisd naar Toledo, en hij is nog liever dakloos dan dat hij bij zijn vader verblijft, die met een ernstige drankverslaving kampt. Verder is hij ook aspirant-schrijver (yay!). aVerder zijn er nog Cheryl Blossom, hoofd-cheerleader met valse kantjes, Kevin Keller, zoon van de plaatselijke sheriff en openlijk homoseksueel, en Josie, leadsinger van de Pussycats en dochter van de burgemeester. En de familie van al deze tieners natuurlijk. Dat klinkt vrij stereotiep, niet? Populaire jongen uit het football team, het perfecte en brave buurmeisje mét blonde paardenstaart, de sexy dochter van rijke ouders, de getormenteerde jongen, de homoseksuele vriend, de valse cheerleader… Vergis je echter niet: de makers van Riverdale hebben deze karakters dan wel als basis gebruikt, in de serie zijn ze een stuk minder oppervlakkig dan ze lijken. Neem nu Betty: op het eerst gezicht een nogal tuttig meisje, dat van roze houdt en nooit iets slechts kan doen. Ook zij heeft echter haar demonen, iets wat zijzelf haar duistere kantje noemt. Haar gezin is minder stabiel dan ze naar de buitenwereld doen uitschijnen, en ze is dan wel cheerleader, ze schrijft ook voor de schoolkrant en is niet om een beetje avontuur verlegen. Of Veronica, die niet zomaar een oppervlakkige rijkeluisdochter is – hoewel, een beetje – maar net erg scherpzinnig uit de hoek komt: ze alludeert in bijna elk gesprek naar literaire figuren en doorziet altijd alles veel sneller dan iedereen. Ze staat bovendien altijd klaar om anderen te helpen. De comics handelen overigens hoofdzakelijk over de driehoeksverhouding tussen Archie, Betty en Veronica. In de strips doen zowel Betty als Veronica er alles aan om de aandacht van Archie te winnen, en die laatste houdt hen allebei aan het lijntje. Gelukkig hebben de makers dat niet overgenomen. In de serie is er namelijk helemaal geen sprake van rivaliteit tussen Betty en Veronica: ze zijn zelfs beste vriendinnen, en Archie is tot nu toe altijd loyaal en eerlijk geweest. Afgelegen stadje en moord Al deze personages hebben hun thuis in Riverdale, een klein, fictief stadje ergens in de Verenigde Staten. Het is niet duidelijk waar precies in de VS, maar het ligt in ieder geval eerder afgelegen en in een omgeving met veel bossen en meren. Natuurlijk blijkt dit kleine stadje minder vredevol dan het op het eerste gezicht lijkt, en alles begint met de moord op de populaire tiener Jason Blossom. Toen ik voor het eerst over dit concept hoorde, en zeker nadat ik een paar afleveringen had bekeken, moest ik meteen denken aan Twin Peaks, een andere serie die in het begin van de jaren negentig op televisie te zien was en die ik een paar jaar geleden ook op aanraden van mijn ouders heb bekeken: klein en afgelegen stadje, moord op een populaire scholier, het meer, de taverne, de sheriff… Dat bleek geen toeval: ik las laatst dat de serie wel degelijk geïnspireerd is door Twin Peaks. De actrice die Alice Cooper speelt, de moeder van Betty, speelde trouwens ook een rol in Twin Peaks: die van Shelly. Ik wist dat ik haar ergens van herkende! (Hoe dan ook: als je nog een nieuwe serie zoekt, denk dan zeker eens aan Twin Peaks) In seizoen één draait het allemaal om de mysterieuze moord op Jason Blossom, de tweelingbroer van Cheryl. Op een zonnige dag begin juli maakte hij een boottochtje op het meer samen met zijn tweelingzus, maar daarna werd de populaire jongen, die een vaste plaats had in het football team, niet meer gezien. Aan het begin van het nieuwe schooljaar probeert iedereen zo normaal mogelijk te doen, maar als Jasons lijk als bij toeval wordt ontdekt aan de rand van het meer, wordt het stadje meegesleept in een donkere rit. Hoewel de moord op Jason Blossom al aan het einde van seizoen één is opgehelderd, is het kleine stadje echter nog niet verlost van alle gruweldaden. Seizoen twee gaat verder in op het zedenverval: de moord op Jason bleek slechts een begin, want elke inwoner is een zondaar met zijn duistere geheimpjes. Vooral de intrede van The Blackhood en de maffiavader van Veronica doen het stadje op haar grondvesten daveren. Riverdale is qua plot misschien – nee, zéker – niet de meest inventieve serie die er al gemaakt is. Zeker in vergelijking met Twin Peaks is het een stuk conventioneler (Twin Peaks bevatte een belangrijke surrealistische component) en is het vooral gericht op een jong doelpubliek. Dat heeft wel tot gevolg dat je een serie krijgt met een hoge verslavingsfactor: de afleveringen bevatten een goede vaart, en zijn ideaal om te bingewatchen. Soms moet je in een serie eindeloos wachten tot er iets gebeurt, om dan uiteindelijk uit te komen op een cliffhanger. In Riverdale daarentegen volgen de plots en twists elkaar op, en hoef je meestal niet te lang te wachten op een antwoord. Waar het eerste seizoen nog vrij herkenbaar was (veelal gesitueerd op high school) gaat de serie in seizoen twee een versnelling hoger. De sfeer wordt nog donkerder, nog grimmiger. Dat resulteert misschien wel in nóg meer amusement, maar ook in een minder geloofwaardig plot. De personages gaan zich nog meer ontpoppen tot echte helden, die dingen meemaken waardoor de meeste mensen een levenslang trauma zouden oplopen. Soms miste ik de herkenbaarheid uit seizoen één een beetje. Progressief Wat deze serie zo boven de andere series doet uitsteken, is wat mij betreft haar progressieve karakter. Het is niet zomaar een serie met oppervlakkige tienerpersonages, maar het behandelt enkele thema’s die nu nog altijd zeer actueel zijn: seksuele geaardheid, de tegenstelling tussen goed en kwaad, sociale uitsluiting, reputatie, maatschappelijk verboden relaties… Het heeft zelfs een feministisch kantje. Zoals al eerder vermeld is het personage van Kevin homoseksueel, maar daar wordt op bijna geen enkel moment een big issue van gemaakt. Nagenoeg iedereen accepteert hem zoals hij is, en hij valt zeker niet onder een verwijfd karikatuur. Kevin is méér dan enkel zijn homoseksuele geaardheid. Desondanks wordt er ook gefocust op de problemen die dat af en toe met zich meebrengt: je hebt de partners niet voor het uitkiezen in een klein stadje als Riverdale, en daar zie je het Kevin soms moeilijk mee hebben. Ook in seizoen twee is er aandacht voor seksuele geaardheid (maar daar kan ik jammer genoeg niets over spoileren). In de introductietekstjes kwam wel eens het woord seks naar boven drijven als de serie beschreven moest worden. Dat is logisch: de personages zijn geen dertien meer, en het maakt nu eenmaal deel uit van hun leefwereld. Dat is wat de serie ook vrij progressief maakt: er wordt vrij open over gesproken, maar het is wederom geen big issue. Er is ruimte voor de seksuele ontwikkeling van de personages, en dat is goed. Qua erotische scènes is het echter heel braaf: je ziet louter het allereerste deel van het voorspel, of je hoort dat het bed begint te piepen, en meer dan een blote rug of een blote hals is er echt niet te zien (hoeft ook niet). Over naar het feministische kantje dan: in Riverdale heb je heel wat sterke vrouwelijke personages, van wie ik Veronica het absolute zwaartepunt vind vormen. Veronica weet van zich af te bijten, is scherp van geest en laat zich zelden intimideren. Ze heeft haar flirterige kantjes, maar waarom zou een vrouw niet flirterig mogen zijn? Een flirt maakt van haar nog geen oppervlakkige bimbo. De scènes met Nick St. Clair in seizoen twee laten zien dat Veronica haar grenzen duidelijk kan aangeven. En als de moeder van Cheryl plezier beleeft aan een bordeel, is dat dan noodzakelijkerwijze verkeerd? Er zijn personages met verschillende huidskleuren (de burgemeester van het stadje is gekleurd én een vrouw), verschillende persoonlijkheden, verschillende seksuele geaardheden en verschillende gezinssituaties. Kortom, de serie laat diversiteit in al haar facetten zien, maar doet dit subtiel: het blijft in de eerste plaats een serie over moord en mysterie, maar dat neemt niet weg dat de diversiteit gewoon aanwezig is, en dat het niet per se bijzonder of problematisch hoeft te zijn. Conclusie Akkoord: Riverdale biedt geen nieuwe filosofische inzichten of een scherpe analyse van de huidige maatschappelijke structuren. Dat hoeft ook helemaal niet. Riverdale blinkt uit in amusementswaarde: het is een spannende, meeslepende serie met personages die je na verloop van tijd stevig in je armen sluit. Daarenboven is het op een aantal gebieden subtiel progressief te noemen. Ondertussen is Riverdale al aan haar derde seizoen begonnen op Netflix. Ik ben benieuwd of de makers kunnen verdergaan op dit elan. BEAUVraag de gemiddelde YA-lezer om een favoriete auteur te noemen en je hoort namen als John Green, Julie Kagawa of Tahereh Mafi. Geen van allen Nederlanders. Wat ze wel gemeen hebben, is dat ze bestsellers hebben geschreven die vertaald zijn. Maar waarom gebeurt dat eigenlijk? Zijn er in Nederland geen goede schrijvers? (Noot vooraf: waar ik het over Nederland heb, kun je ook België lezen. Het punt van dit artikel gaat om het volledige Nederlandse taalgebied.) Statistisch gezien zouden er in Nederland minder goede schrijvers moeten zijn dan in Amerika, gegeven het feit dat hier veel minder mensen wonen. Niet zo heel gek dan dat we meer Amerikaanse YA-bestsellerauteurs kennen dan Nederlandse. Bovendien worden alleen de succesvolste auteurs vertaald, waardoor het voor ons lijkt alsof er in Nederland minder kwaliteit is. Kun je nagaan hoeveel bagger boeken er in Amerika in de winkels moeten liggen. Inmiddels kunnen we wel concluderen dat er in Amerika niet iets in het water zit waardoor de auteurs daar beter zijn dan die hier. Net als aan de andere kant van de oceaan hebben we hier computers, een alfabet van zesentwintig letters en meer van dat soort dingen die handig zijn bij het tot stand komen van een boek. Maar waarom verkiezen we dan toch de Amerikaanse (of Engelse) auteurs boven de Nederlandse? En daar komt het echte punt van dit artikel om de hoek kijken. Want ik denk dat het niet alleen met het statistische gegeven van een kleinere hoeveelheid goede auteurs te maken heeft. Het ligt er ook aan wat het lezerspubliek voorgeschoteld krijgt. Om weer in de statistiek te blijven: als jij in een boekhandel staat waar negen vertaalde YA-boeken liggen en één oorspronkelijk Nederlandstalig, hoe groot is de kans dat je die Nederlandse meeneemt? Aan de ene kant snap ik het wel. Voor een uitgever is het makkelijker om een bestseller te vertalen dan om het risico van een onbekende auteur te lopen. Niemand wil ’s morgens een lege broodtrommel aantreffen omdat er geen geld meer was voor boodschappen en dat geldt ook voor uitgevers. Geen wonder dus dat zij kiezen voor boeken die zichzelf al een keer bewezen hebben. Dit maakt het er voor Nederlandse auteurs niet makkelijker op. Niet zo heel gek dat minder dan één procent van de slush pile uitgegeven wordt als ze ook nog moeten concurreren met alle internationale auteurs. Maar is het dan echt zo stom om ze een keer een kans te geven? We willen de beste zijn in schaatsen, in voetbal (en dat lukt ook niet), in land droogpompen en zelfs in dj’en. Waarom dan niet in schrijven? Ik weet dat het een kromme vergelijking is, maar waarom krijgen voetballers miljoenen euro’s per jaar terwijl schrijvers vaak niet eens een kans krijgen? Als Nederlandse YA-schrijver zou ik eerlijk gezegd niet eens weten wie ik zou moeten benaderen met een manuscript. Moon lijkt wel op de goede weg te zijn gezien ze volgend jaar zowel de winnaar als de nummer twee van hun schrijfwedstrijd gaan uitgeven. Ook bij Clavis en Best of YA vind je nog wel wat Nederlandstalig werk, maar verder? Hoeveel Nederlandse auteurs heeft Blossom Books nou helemaal? Behoorlijk weinig voor een uitgeverij die zo’n fervent voorstander is van een YA-boekenweek. De enige uitgeverij die het tot nu toe lijkt te begrijpen, is Dutch Venture Publishing. Dat blijkt alleen al uit het eerste deel van hun naam. Ze zijn toegankelijk en duidelijk wat het aanbieden van manuscripten betreft; één maand per jaar en dan krijg je een vriendelijk mailtje terug met wat de grootste valkuilen van je verhaal zijn. Helaas is dit wel nog een kleine uitgeverij en zullen zij zich nog moeten bewijzen om echt een verschil te gaan maken in de Nederlandse YA-scene. Maar waarom is het nou zo belangrijk dat Nederlandse schrijvers een podium krijgen? Die vertaalde boeken zijn toch ook hartstikke leuk? Helemaal waar. Alleen mogen deze boeken bijvoorbeeld lang niet altijd gelezen worden voor de leeslijst van de middelbare school. En zou het niet tof zijn als het Nederlandse YA-aanbod groter was, waardoor jongeren eerder een boek kunnen vinden dat ze aanspreekt en lezen daardoor misschien leuker gaan vinden? Weliswaar mag er in de hogere klassen alleen nog volwassenenliteratuur gelezen worden, maar wie weet kan dit ooit uitgebreid worden als docenten beter bekend raken met wat Nederland te bieden heeft voor jongeren. Door te lezen kun je veel leren. Een argument vóór het vertalen van boeken is dan ook dat jongeren op die manier in aanraking komen met andere culturen. Dankzij alle bestsellers uit Amerika raken wij hier steeds meer gewend aan begrippen als Thanksgiving, homecoming en Independence Day. Over de Nederlandse cultuur hoeven we niks meer te leren, want daar zitten we elke dag middenin, toch? Deels waar, maar het zorgt ook voor een stukje herkenbaarheid. Misschien is het net dat stukje extra inleving dat een Nederlandse jongere heeft in een Nederlands boek waardoor hij/zij meer gaat lezen. Zelf heb ik recentelijk ook een manuscript opgestuurd naar een uitgeverij, en dit was niet de eerste keer. Ik weet dus uit eigen ervaring hoe moeilijk het is om ertussen te komen als Nederlandse auteur. Toch geef ik de moed niet op en ik hoop dat er vele anderen met mij zijn. Laat uitgevers alsjeblieft hun ogen openen en ons de kans geven. Wie weet wat voor moois daar allemaal uit voort kan vloeien. Niet geschoten is immers nog altijd mis. FennaDoor de groei van Instagram is het nut van een goede cover steeds belangrijker geworden voor uitgeverijen.Een goede cover verkoopt. Persoonlijk heb ik een belachelijk zwak voor mooie covers en meer dan eens kost mijn hobby handenvol geld. Want, wat hebben ‘Everless’, ‘Hazelwoud’, ‘Inkt’, de Ventura Sage en ‘Phobes’ met elkaar gemeen behalve dat het allemaal YA’s zijn? Ik kocht deze boeken allemaal omdat ik verliefd was geworden op de cover. En zoals dat gaat bij een cover buy raak je nog wel eens teleurgesteld. Daarom presenteer ik een lijst van vijf origineel Nederlandse of vertaalde boeken die mijn hart gewonnen hebben, niet alleen met hun cover, maar nog meer met hun verhaal! 5. Oog om oog / 2015 editie- Buddy Tegenbosch Dit eerste boek is eigenlijk meteen de vreemde eend in de bijt. Wie de andere covers bekijkt ziet namelijk dat ik een enorm zwak heb voor details en dat mist ‘Oog om oog’ behoorlijk. De cover is niet perse kaal, maar wel aardig bloot en toch trok het meteen mijn aandacht door de scherpe contrasten. Dit verhaal is eigenlijk niet echt een YA te noemen en is meer een jeugdboek in mijn optiek, maar ik vind wel dat het een plekje op deze lijst verdiende. Al snap ik wel dat het boek bij zijn herdruk in 2017 een kinderlijkere cover kreeg die beter op de andere verhalen van de auteur aansluit. Buddy is een Nederlandse schrijver die ik eigenlijk niet kende tot Yalfest 2018 en dat is jammer. Dit verhaal is over het algemeen wat… middelmatig? Het heeft zijn clichés. Grote namen als Mel Wallis de Vries en Helen Vreeswijk zullen misschien in de basis beter zijn en ‘Oog om oog’ blinkt dan ook niet uit in zijn spanning, maar in zijn talent om een ui te zijn. Dit boek heeft een bepaalde manier van gelaagdheid die maakt dat ik vind dat het boven andere verhalen opstijgt. Het laat op een fascinerende manier zien wat voor effect pesten op iemand kan hebben en hoe het zijn of haar hele levensbeeld veranderd. Zeker een aanrader voor op de middelbare school. Ook al zijn de personages al student, dit boek werd verslonden door mijn jongere zusje uit de onderbouw! 4. The Lunar Chronicles / Paperback editie - Marissa Meyer Nummer twee dan! Ik hoopte wat minder populaire boeken te kunnen plaatsen, maar soms is iets gewoon goed en populair. Deze boeken gaan hun derde uitgave in. In eerste instantie als paperbacks bij een Vlaamse uitgeverij, maar de boeken sloegen niet aan en de vertalingen stopten na deel twee. BlossomBooks kocht de boeken over en bracht ze als hardcover op de markt. Hierna ging het snel. Nu bijna twee jaar later zijn de paperbacks er en oh my, die zijn prachtig! Ga ik deze serie als hardcover en paperback in de kast hebben staan? Waarschijnlijk. Deze boeken hebben de marketing van een hertelling meegekregen en daarmee doe je deze serie absoluut geen recht aan. Marissa Meyer heeft een volledig nieuwe wereld geschapen die niet alleen qua worldbuilding indrukwekkend is, maar ook qua personages. Als er in deze serie niet op zijn minst één iemand is die je hart steelt dan weet ik het ook niet meer. Deze serie heeft vrijwel alles wat ik zoek in boeken vriendschap, romantiek, actie en een vijand waar ik me in in kan leven. Iedereen die behoefte heeft aan een goed, maar niet epic fantasy verhaal: zoek niet verder. Dit verhaal heeft misschien geen grote veldslagen, maar het heeft karakters en een wereld die je meezuigen. Waarom ik de paperbacks zo geweldig vind? Allereerst zijn de personages die erop staan accuraat. Winter is bijvoorbeeld gekleurd en Cinder heeft een mechanische hand. Ten tweede, heb je dat kleurenschema gezien? Vooral de cover van ‘Cress’ heeft zoveel details dat ik ernaar wil blijven kijken. Ik denk dat dit de mooiste cover is die ik in jaren heb gezien. Ik zou oprecht bijna huilen om de schoonheid ervan. 3. Schaduw van de Vos - Julie Kagawa We gaan de top drie in en die begint bij ‘Schaduw van de Vos.’ Julie Kagawa was vroeger mijn instant buy author. Waarom? Omdat ze mijn eerste was. ‘De ijzerkoning’ was het eerste officiële YA boek dat ik las nadat ik het uit de bibliotheek op mijn middelbare school had gevist. Julie Kagawa legde met haar redelijk simpele verhaal toentertijd de wereld van een van mijn grootste liefdes voor mij open. Door Julie Kagawa kwam ik uiteindelijk bij Tahareh Mafi en Blossombooks uit en die laatste had mijn tienerjaren daarna volledig in zijn greep. Kagawa was mijn J.K Rowling of ‘Hongerspelen’. Het is echter wel al jaren geleden dat ik iets van haar had gelezen. Simpelweg omdat ik onder andere niet aan haar Talon serie durfde te beginnen. In die tussentijd zijn zowel zij als ik gegroeid en in alle eerlijkheid betwijfelde ik of dat naar elkaar toe was. Toen ik echter de cover van ‘Schaduw van de Vos’ zag, was ik verkocht. Mijn kledingkast leeft op rode en zwarte kleuren en het glimmende masker maakten dat ik er steeds weer mijn vingers overheen liet gaan. ‘Schaduw van de Vos’ schreeuwde van alle kanten dat ik het moest kopen dus dat deed ik dan ook maar. Een klein uur voordat deze blog online kwam las ik het boek uit en gooide hem in deze post omdat, nou ja, wauw! Een uitgebreidere recensie volgt nog online, maar ik heb van dit boek genoten. Julie Kagawa is absoluut gegroeid en ik kan mij daar helemaal in vinden. Achteraf terugkijkend vind ik de eerste twee series van Kagawa simpel. Vermakelijk, maar als je veel YA leest ook een beetje saai. Er is een knappe jongen, een meisje met ongekende krachten en een gemiddelde fantasywereld. Het gemiddelde drie sterrenboek. Schaduw van de Vos houdt hetzelfde principe aan en hoewel toch… anders? Normaal als ik een luchtig boek zoek dan pak ik een chicklit, maar Kagawa weet ditmaal een fantasy neer te zetten die hetzelfde gevoel bij me oproept. De schrijfstijl is heerlijk en zo beeldend dat je de hele wereld voor je ziet. Ik ben zelden zo tevreden geweest over een coverbuy. Kagawa heeft ook echt moeite gedaan de Japanse mythologie die zij gebruikt eer aan te doen en dat kan ik alleen maar waarderen al moet ik er nog kritischer naar kijken. 2. Over Wezenloze Zielen - Merel De Keyzer *tromgeroffel* Op de tweede plaats is ‘Over Wezenloze Zielen’ geëindigd. De recensie is afgelopen dinsdag op onze blog verschenen en voor meer details verwijs ik jullie daar met liefde naar door. ‘Over Wezenloze Zielen’ is een van de mooiste covers die ik persoonlijk ooit heb gezien (na Cress natuurlijk). Zodra ik de cover spotte wist ik, deze moet NU in mijn kast. Nog voordat ik de achterflap gelezen had stond dit boek al op mijn lijstje. En man, ik heb geen spijt. Over Wezenloze Zielen is 14 september uitgekomen en dus na ‘Schaduw van de Vos,’ het jongste boek op dit lijstje. Het komt van Vlaamse bodem en is geschreven door iemand die zelf nog tot de doelgroep behoort en jongens, dat was een verademing! Dit verhaal is een sprookje zoals het geschreven hoort te zijn: het is donker, sinister en het besluipt je bijna zoals thrillers dat zouden moeten doen. Het blijft hangen in je hoofd lang nadat je het uitgelezen hebt. Dit sprookje van nauwelijks 200 pagina’s heeft bewezen dat ook dunnere boeken over een sterk plot kunnen beschikken. Iets waar ik sterk aan twijfelde na ‘Hof van ijs en sterren’. Het boek bevat geen tropes over een bad guy die uiteindelijk goed wordt of een held die het meisje moet redden. Nee, Sieglinde is een sterk en grofgebekt persoon die haar eigen boontjes kan doppen. Een vrouwelijk YA personage dat weliswaar populair is, maar nog nauwelijks voorkomend op zo’n heftige manier. Sterker nog, ik denk dat ik Sieglinde in het echte leven net als haar dorpelingen een beetje had gemeden. Ze is misschien iets te grof voor mij. Ik ga waarschijnlijk al mijn kennissen dit boek cadeau geven het aankomende jaar want ik ben verliefd. Niet alleen op de cover, maar ook op het verhaal. Dit boek is niet perfect en ik gruwelde van de magere achterflap, maar het zou zonde zijn om dit debuut aan je voorbij laten gaan. Het is een eigentijds sprookje met banden naar onze samenleving en hier en daar zelfs een wijze les. Over Wezenloze Zielen lijkt qua cover en onderwerp misschien op ‘Hazelwoud’, maar deze cover buy was het geld wél waard. 1. Iskari: de laatste Namsara -Kristen Ciccarelli De absolute nummer één is ‘De laatste Namsara’. Dit was mijn favoriete boek van 2017 en echt ik denk niet dat er een boek is dat in dat jaar werd uitgegeven waar ik nog meer van ga houden en toch, toch, kwam het pas bij een van de laatste herschrijf rondes in deze blog en zelfs pas na uren tobben zette ik het op plaats nummer één. Waarom? Dit boek was geen coverbuy voor mij. Ik kocht het omdat de schrijfster naar Nederland zou komen en omdat het over draken ging, dus ik wist dat het zou me vast niet teveel zou teleurstellen. De poster vond ik geweldig, maar ik vond het zo jammer dat ik weer tegen de rug van een personage aankeek en… zat er nu een grijze pluk in haar haren? Ondertussen heb ik het boek al bijna een jaar uit en ik ben echt van de cover gaan houden. Ik ken zoveel mensen die ik dit boek aanraadde, de cover zagen en het meteen besloten te kopen. Voor hen was het een echte cover buy en eigenlijk geef ik ze groot gelijk, want dit is een geweldige cover. Ik zag dat alleen niet die eerste paar keer in de boekenwinkel. De kleurtinten en gewoonweg de art zijn magnifiek, maar je moet erop letten want anders sluipt hij zo aan je voorbij als je in de winkel staat. Dit boek is een debuut en zoals elk debuut heeft het nog wat ‘foutjes’: dingen waaraan je merkt dat de schrijver nog iets voorzichtiger is dan een oude rot in het vak zou zijn geweest. Maar eigenlijk zijn dat voor mij allemaal pas dingen die ik momenteel opmerk bij het herlezen, want de eerste keer werd ik volledig meegezogen! Al trok ik ook bij de eerste keer al mijn wenkbrauwen op bij de romantische relatie die bij het hoofdpersonage ontstaat. Asha bewandelde niet alleen een pad van zelfacceptatie, maar ook eentje van woede, kracht en liefde voor haar familie. Ze is divers en ronduit geweldig en ik denk dat iedereen blij is dat draken in dit verhaal weer zo gevaarlijk zijn als vroeger. Deze trilogie heeft elk boek een ander hoofdpersonage en dat concept vind ik ronduit geweldig. Ik vond haar broer en zijn partner veel interessanter en ben dolblij dat zij in het middelpunt staan in deel twee dat deze maand uitkomt. Net als van deel één vind je ook van dit tweede deel binnenkort zonder twijfel nog een recensie op onze website. Het nichtje van Asha was ook fascinerend, omdat ik haar rol in het boek niet helemaal snapte, maar wetend dat zij het hoofdpersonage wordt in deel drie, scan ik nu alles af naar hints. Kristen Ciccarelli krijgt het voor elkaar om boek tegelijkertijd aan te laten voelen als een rustig voortkabbelend beekje en als een epic fantasy die elke adrenaline junk naar meer laat wensen. Dit boek hoort zonder twijfel op de eerste plaats omdat niet alleen de cover, maar ook het verhaal ver bovengemiddeld zijn. Ik hoor nogal eens dat ik te kritisch ben, maar dat komt gewoon omdat ik wilde dat alle boeken zoveel in mij los zouden maken als ´De laatste Namsara,´ dat deed. En daarmee sluiten we deze top vijf af. In alle eerlijkheid ben ik blij dat deze blogpost eindelijk online is, want het was lastig. Het was zo lastig om covers met een goed verhaal te vinden, helemaal als je niet teveel hypes wilt pakken. Deze blog schrijven was dan ook een hel. Een uren in een boekenwinkel rondlopen, boeken kopen en teleurgesteld zijn soort hel. En toch zou ik het zo weer doen, want niets is zo bevredigend als een cover buy die je ook nog eens helemaal een verhaal inzuigt. Ik wil jullie niet op kosten jagen, maar de top drie zijn aanraders! SophieEr was eens… ergens ver weg, diep in het Zwarte Woud, het dorpje Flüstern. Ooit viel dit dorp onder het toezicht van de mysterieuze graaf van Nebelburg. Niemand van de dorpsbewoners had hem ooit gezien, maar iedereen kende zijn donkere vervallen kasteel dat hoog in de bergen stond. Ondanks de geruchten en enge verhalen, die aan de kinderen werden verteld voor het slapen gaan, wist niemand wat er zich werkelijk afspeelde achter de oude kasteelmuren. Daar in Flüstern, vlakbij de Flüsternsee, woonde een meisje met haren als koren en ogen zo groen als lenteblaadjes. Door haar volk onbegrepen en ongeschikt gevonden voor het huwelijk. Dit meisje zou zonder dat zij het wisten hun levens en dat van de graaf voorgoed veranderen. Haar naam was Sieglinde en dit is haar verhaal... Disclaimer: Een aantal van ons is bevriend met de auteur, derhalve kunnen we niet beloven geheel objectief te zijn. Natuurlijk doen we ons best kritisch te blijven, maar al onze enthousiasme uitbannen voor deze prestatie zal helaas niet lukken. :) Cover & achterflap De cover vinden we prachtig. De kleuren, de titel, het lettertype, de afbeeldingen/tekeningen erop: alles ademt een verbijsterende sprookjesachtige sfeer uit met een koud, duister randje. Zelfs zonder de persoon achter het boek te kennen, zouden we met 100% zekerheid kunnen zeggen dat we het boek in de boekenwinkel opgepakt zouden hebben door de cover. De achterflap vonden we minder. Het draagt zeker bij aan de sprookjes-sfeer die door de cover opgewekt wordt, maar het is wat simpel geschreven. Een van ons had het boek op basis van de achterflap zelfs weer terug in de kast gezet. Het lettertype komt minder elegant over dan de bedoeling is en het is zo groot dat het meer een kinderboek lijkt. Een gevaarlijk iets kijkend naar de volwassen thema’s en het taalgebruik in het boek. We hebben het idee dat de achterflap bij lange na niet de juiste doelgroep aanspreekt. Bovendien worden er aan de binnenkant verschillende lettertypes gebruikt voor de paginanummers en de tekst, wat we eerlijk gezegd ook niet zo’n succes vonden. De kwaliteit van het boek laat ook een beetje te wensen over, bij zowel Sophie als Katie liet de glimmende bovenlaag al binnen een week in de hoekjes los. Wij vinden ondanks dat dat de schoonheid van de cover alle andere vormgeving minpunten in het niets laat doen vallen. Inhoudelijke recensie Met behulp van gedetailleerde beschrijvingen en lange, sprookjesachtige zinnen zet Merel een fascinerend universum neer. Het verhaal neemt je mee in een duistere, maar sprookjesachtige wereld gevuld met bijzondere wezens en interessante vervloekingen. Sneeuwstormen en bevroren riviertjes, een groot en koud kasteel… Het heeft alle elementen van een winterboek. Het ietwat ouderwetse taalgebruik draagt bij aan deze sfeer en zorgt ervoor dat je als lezer echt het gevoel hebt in een andere wereld beland te zijn. De lange zinnen maken wel dat het boek meer aandacht vergt. De wat ongeduldige lezers zullen wellicht al vroeg dit boek wegleggen omdat zij enige actie missen door het gedetailleerde woordgebruik. Desondanks heeft het boek een vrij directe start en bevat het geen onnodige scènes voor het plot. De combinatie van duistere sprookjesfiguren met het realistische hoofdpersonage zorgen ervoor dat het boek spannend is om te lezen. Sieglinde is intelligent en niet op haar mondje gevallen, wat haar een prettig hoofdpersonage maakt. Het voelt ook alsof er een goede middenweg is gekozen tussen hoe zij zich hoort te gedragen in die tijd en wat de moderne lezer herkenbaar vindt in een hoofdpersonage. Het leuke was ook dat het verhaal bleef verrassen, met de nodige plottwisten die we van te voren niet aan hadden zien aankomen. Naast de verrassende elementen waren er ook personages die ons erg aanspraken. Ze waren niet perfect, ze hadden juist goede en slechte kwaliteiten. Zo was de Ravenman een van Katies favoriete personages door het geheimzinnige dat om hem heen hing. Voorts was er een goede afwisseling tussen de informatie die de lezer werd gegeven en de vragen die werden opgeroepen. Ook de koude graaf, wiens persoonlijkheid erg goed was uitgewerkt, heeft deelgenomen aan het aantal sterren dat we uiteindelijk geven. Het mysterieuze raadsel dat om hem heen hangt wordt prettig en geleidelijk aan opgelost. De karakters spreken en leven zoals wij ons verbeelden dat ze in die tijd deden. Naast het mysterie is er ook sprake van levensproblemen die Sieglinde dwars zitten, en de relaties tussen haar en haar familie en vrienden zijn realistisch uitgewerkt. Er is sprake van liefde en geheimen nog voordat Sieglinde begint aan het grote avontuur bij de graaf, zijn kasteel en trouwe dienaren. Zoals een sprookje betaamt, was het niet al te lang. Dat is enerzijds jammer, want we hadden best meer willen weten over de hoofdpersonage en over de bijzondere wereld. Anderzijds past het ook, want in sprookjes wordt ook niet altijd uitgelegd hoe het universum precies in elkaar zit. Er zijn natuurlijk wel een paar verbeterpunten, en die willen we graag benoemen. Ten eerste is dat het tempo, dat we eerder in deze recensie ook al noemden. Door het taalgebruik is het verhaal wat lastig inkomen. Dit ligt niet aan de Vlaamse wortels van De Keyzer, maar meer aan haar ietwat oudbollige stijl in dit verhaal. Merels schrijfstijl is al zeer gepolijst voor iemand van haar leeftijd. We zijn dan ook zeer benieuwd waarmee ze in de toekomst nog zal komen. Hier en daar kan wel worden opgemerkt dat de schrijfster jong is door bepaalde handelingen en reacties van de personages. Wat absoluut geen negatief punt is, want het is juist ongelooflijk bijzonder dat we slechts in sommige gevallen het gevoel kregen dat de schrijfster jong was. Helaas zitten er een aantal slordigheidsfoutjes in het boek. De gedachtegangen van Sieglinde zijn niet schuingedrukt, waardoor we onnodig het gevoel kregen dat er van eerste en derde persoon gewisseld werd, waren er opeens stukken vanuit de alwetende verteller en er zijn woorden of zinnen die nog wel eens herhaald worden. Hier en daar zelfs een spel- of grammaticale fout. Dit zijn dingen die er eigenlijk met een editor of met een proefdruk uitgehaald behoren te worden. Dat er echter wel een goed vooronderzoek was voor dit verhaal, konden we zeker opmerken. We konden maar één historische fout vinden. Helaas kunnen we deze wegens spoilers niet benoemen, maar we kunnen je wel verzekeren dat je er geen last van zal hebben. Althans, dat hadden de meesten van ons niet. Enkelen lazen er zo overheen en besefte het pas toen het bij onderling ter sprake kwam. Al met al vonden we het een geweldig boek om te lezen, al hebben we er wel onze bedenkingen bij of dit echt een YA-sprookje is niet ‘gewoon’ een sprookje voor alle leeftijden (met wat trigger warnings). Naar onze mening is het een tijdloos verhaal, voor jong en oud, en Sieglinde voelt ook niet als de klassieke YA-helding. We willen hiermee natuurlijk niet zeggen dat YA-verhalen niet voor alle leeftijden kunnen zijn, maar de categorie heeft wel een specifieke doelgroep, en dat valt te merken wanneer je een YA-boek leest. Bij Over Wezenloze Zielen was dit niet het geval. Het is een verhaal dat bij een veel breder publiek aangeprezen zou kunnen worden. Merel De Keyzer heeft een hele volwassen schrijfstijl. Voor jonge kinderen is dit misschien wel moeilijk, maar dit kan ook op een uitdagende manier terecht komen. Naar onze mening is Over Wezenloze Zielen een tijdloos verhaal, voor jong én voor oud. Tot slot Ondanks onze kritische opmerkingen is Over Wezenloze Zielen een verhaal waar we allemaal met smart op hebben zitten wachten. De verwachtingen waren dan ook hooggespannen, maar het boek heeft er zeker wel aan voldaan. Het is een fascinerend, tijdloos verhaal, geschreven door een hele jonge schrijfster met ongelooflijk veel talent. We geven het verhaal vier sterren, omdat we het super vonden, maar ook omdat het nog beter kan. En we hebben er alle vertrouwen in dat Merels toekomstige boeken alleen maar beter zullen worden. We zouden toch wel iedereen aanraden om dit boek te kopen omdat het een van de betere origineel Nederlandse werken is. Dit boek is een pareltje voor elke iets oudere YA-lezer. Phoenix, KatiE, sophie & LouiseEr bestaat een kans dat dit artikel enigszins hypocriet gaat zijn, maar toch heb ik na wikken en wegen besloten het te gaan schrijven. Waarom? Omdat ik van mening ben dat zelfs in een genre dat al bekend staat om haar ‘simpelheid’ en hoge feelgood-gehalte, je toch kritisch mag blijven kijken naar de inhoud van de boeken. Helemaal als soms de ergernis over het boek groter is dan het genot. Laat ik beginnen met het volgende feit: ik houd van chicklits. Ik houd van romantische verhalen met humor, met knappe mannen, mooie vrouwen, vrouwen die met hun gewicht in de maag zitten, lastige schoonmoeders en zinderende liefde. Maar er zit ook zoveel onlogica in en scènes waar je ogen nog net niet uit hun kassen van rollen dat ik mijn hoofd soms wel tegen de muur wil slaan van ergernis. Als je het hebt over chicklits, dan zijn er een aantal namen die direct in je hoofd opkomen. Ik noem er een paar: Rachel Gibson, Jill Mansel, Sophie Kinsella. Nu ben ik een groot fan van Sophie Kinsella, dus wil ik daar geen woord over vuil maken. Van de drie genoemde namen, heeft zij de meeste variatie en verrassingselementen in haar boeken zitten. In tegenstelling tot die van Jill en Rachel, die soms nog net niet uit elkaar vallen van simpelheid. Voor een groot aantal lezers is dit waarschijnlijk precies waar ze naar zoeken: een simpel verhaal waar je niet bij na hoeft te denken en met een garantie op een goed einde. Nu is daar niets mis mee, iedereen heeft zo zijn voorkeuren, maar er zijn wel een aantal punten waar ik me groen en geel aan erger bij dit soort verhalen. Bijvoorbeeld: laatst deed ik een poging om in een boek van Rachel Gibson te beginnen. Het heet Verboden terrein en terwijl de hoofdpersoon op de begrafenis van haar stiefvader is, wordt er anderhalve pagina besteed aan Nick, waardoor je na zinnen als: ‘Een vale Levi’s spijkerbroek spande strak om zijn bovenbenen, omvatte zijn kruis en bedekte zijn lange benen met de zachte stof.’ weet je al dat de hoofdpersonen binnen een pagina of tweehonderd zoenen, seks hebben, ruzie krijgen en hij haar waarschijnlijk aan het einde ten huwelijk vraagt. (1) Volgens mij is het de bedóéling dat een broek je edele delen bedekt, dus zo bijzonder is dat niet en 2) moet het?) Dat brengt me direct bij het eerste punt: het overseksualiseren van de hoofdpersonen. In de boeken van Rachel Gibson gaat het voornamelijk over het uiterlijk van de personages. Zo had de hoofdpersoon uit Weet wie je date wilde, blonde haren, blauwe ogen die oplichten wanneer ze opgewonden raakt en een fors achterwerk, wat nota bene de reden is dat ze het uit heeft gemaakt met haar vorige vriend. (Even, in welk universum is een grote bilpartij een reden om het uit te maken?) Dit is letterlijk het enige wat me bij is gebleven van de hoofdpersoon: wat de man precies aantrekkelijk vond aan haar, omdat het een keer of duizend werd benoemd. Niet hoe ze was, geen karaktereigenschappen, alleen maar dat haar uiterlijk nog steeds sexy was, ondanks dat het een ruime decennia geleden was dat de tortelduiven elkaar hadden gezien. Het gevolg is dat de hoofdpersonen ontzettend vlak blijven. De vrouwen zijn redelijk algemeen en krijgen een of twee hoofdeigenschappen mee waar je vooral achter komt doordat het over hen wordt gezegd, niet omdat ze het daadwerkelijk echt zijn. De mannen zijn nóg algemener: ontzettend knap en gespierd, maar het enige waar ze mee bezig zijn, is hun werk en hoe opgewonden ze worden van de vrouwelijke hoofdpersoon. Alsof mannen écht alleen maar denken met hun kleine vriend. De wisseling van perspectief heeft zelden tot doel om de lezer inzicht te geven in hoe de man is, maar meer om aan te tonen dat hij wel echt helemaal honderd procent verliefd is op de vrouw. Alsof het vanaf zin één nog niet duidelijk is dat dat gaat gebeuren. Hobby’s en werk zijn er omdat mensen die nu eenmaal hebben, maar het wordt ook voornamelijk gebruikt als middel om het personage nóg aantrekkelijker te maken: een voormalig professioneel honkbalspeler, een hoge positie in het leger. Naast woeste aantrekkelijkheid hebben de mannen dus ook nog geluk met hun baan, die over het algemeen als ‘sexy’ wordt gezien. Misschien komt dit nu over als spuierij (en misschien is het het ook wel een beetje) maar eerlijk gezegd kan ik hier best wel een beetje geërgerd van worden. De gemiddelde lezer is geen Victoria’s Secret model met wilde blonde haren en benen van twee meter met als enige ‘minpunt’ een dikke kont, maar door zo de nadruk op het geweldige uiterlijk te leggen en de lezer het idee te geven dat het daar om draait voor de hoofdpersonen, is wel een verkeerd signaal. Daarnaast zit er nog een patroon in haar boeken die me niet helemaal bevalt: in een groot aantal van haar verhalen eindigt het ermee dat de vrouw ten huwelijk gevraagd wordt. Prima, niets mis mee, tenzij de hoofdpersonages elkaar net een week kennen en het de grootste onzin is dat je dan al weet dat je voor altijd bij elkaar gaat blijven. Zelfs na een paar maanden is dat al vrij snel. Het voelt dan echt als: ‘O ja, dat moet ook nog even. Huisje boompje beestje en de lezer is weer gelukkig’. Nou, nee dus. Er bestaat ook zoiets als realistisch schrijven. Dit valt daar totaal niet onder. Zijn er dan totaal geen positieve punten? Jazeker wel. De boeken zijn vlot geschreven, waardoor je ze - mocht je verder komen dan bladzijde vijf - binnen een dag uit kan hebben. Rachel probeert in een aantal van haar boeken diverse hoofdpersonen te gebruiken, waar ik dan wel weer voor ben, hoewel het ook niet helemaal opweegt tegen het hoge cowboystereotypegehalte in haar gemiddelde roman. Het punt is dat ik graag zou zien dat wereldberoemde schrijfsters als Rachel en Jill iets meer meegeven in hun boeken. Bodypositivity, verrassingselementen, iets minder omschrijvingen van perfecte kaaklijnen en strakke broeken die een kruis omvatten. Ik wil karakters waar ik echt bij mee kan leven omdat ze uniek zijn, driedimensionaal en wat ingewikkelder dan een gestrikte veter. Ik snap dat chicklit geen hoogstaande literatuur is (godzijdank niet) maar mensen met zo’n groot platform mogen er van mij wel iets meer gebruik van maken. Mara |
CategorieënArchieven
Juli 2019
twitter
goodreads |