Wat lezen we nu?
We zijn weer een maand verder en dus is het weer tijd voor een ‘wat lezen we nu’-special. Veel van ons waren druk of deden mee aan NaNoWriMo, dus dat heeft óf geresulteerd in procrastinatie waardoor we veel boeken lazen óf we lazen weinig tot niks. Lees snel verder om erachter te komen welke! SOPHIE Ik verzuip in woorden en ik ben even vergeten hoe je moet zwemmen. Ik ben druk bezig met NaNoWrimo en daarnaast werken, studeren en lezen is toch een beetje teveel van het goede. Ik blijf me krampachtig vasthouden aan mijn zondag waar ik standaard tot halverwege de middag in bed lig te lezen, maar alsnog gaat het niet zo vlot. Ik las Iskari: De gevangen koningin en herlas die daarna nog drie keer helemaal. Waarvan twee keer in hetzelfde weekend. Ondertussen grijp ik naar dat boek als ik even wil ontspannen en dan pak ik mijn favoriete hoofdstukken erbij. Daarnaast las ik ook een aantal recensie exemplaren waarvan Tot in de Dood als enige nu online staat. LOUISE Op het moment heb ik mezelf in de schaamteloze pleziertjes gegooid door de Schaduwjagerboeken te herlezen. Wat misschien niet zo hoog literair is - of geschikt voor mijn leeftijd (iedereen is zo jong!) maar ik heb er wel lol om. Op het moment lees ik boek 5, de Stad van Verloren Zielen. Verder heb ik deze maand ongelooflijk veel dingen gelezen, want ik had tijd en ik was schrijfontwijkend gedrag aan het vertonen vanwege NaNoWriMo: Stad van Gevallen Engelen Iskari: de laatste Namsara De Bane Kronieken The Hate U Give What If It’s Us Origin Beste van deze lijst: Iskari: de laatste Namsara. Slechtste van deze lijst: waarschijnlijk Origin, maar dat komt omdat ik het einde nogal tegen vond vallen. O, en overigens, The Hate U Give is echt een aanrader voor ongeveer iedereen die ik kan bedenken. PHOENIX Vanwege NaNoWriMo las ik bar weinig, maar het is me wel gelukt om Iskari: de gevangen koningin uit te lezen! De recensie van Sophie en mij staat inmiddels online, dus ga ik er niet te veel op in, maar oh wat was hij weer goed. Ik hou van de wereld en de personages. Verder ga ik heel, heel, héél langzaam door de Mortal Engines. De schrijfstijl werkt me toch meer tegen dan ik dacht. En ik ben begonnen in The Seven Deaths van Evelyn Hardcastle. Tot nu toe leest het heel fijn! Het heeft een ouderwetse schrijfstijl die perfect past bij de setting en het plot van het verhaal. IANTHE Zoals ieder ander ga ik gewoon NaNoWriMo als excuus gebruiken, ook al lees ik normaal ook niet zoveel omdat ik steeds bezig ben met schrijven en die twee dingen uit dezelfde batterij komen. Ik heb alle Fence issues deze maand herlezen, geschreven door de lieftallige C.S Pacat die ook de briljante Captive Prince trilogie heeft gecreëerd. Daarnaast ben ik begonnen in Over Wezenloze Zielen, al ben ik natuurlijk helemaal niet ver ondanks dat de schrijfster (Merel De Keyzer) geweldig is en ik al verliefd ben op meerdere van haar werken. En tot slot begon ik in Girls of Paper and Fire van Natasha Ngan, een boek dat zo slecht begon dat ik meerdere malen overwogen heb om het gewoon op te geven en hem terug te sturen naar de winkel zodat ik voor dat geld een ander boek kan kopen. Ik begin te denken dat ik YA maar gewoon volledig op moet geven en me in plaats daarvan moet storten op NA en Adult. Per slot van rekening zijn alle boeken waar ik geobsedeerd door ben, LGBTQ+ NA boeken, dus… misschien is het gewoon een teken. Tot zover mijn quarterlife crisis. LIVIA Ik las vooral Star Wars fanfictie - geloof mij, dat is gemiddeld beter dan wat er de laatste tijd uitkomt. #bitter Daarnaast las ik ook Instinct van Anita Henriët - recensie komt ooit nog. Kan wel zeggen dat de gevoelens hierover in het algemeen positief zijn. Ook las ik enkele hoofdstukken van Black Butler, maar nu moet ik dus weer een maand wachten op de nieuwe. Oh, en ook Damn, Honey. Dit boek moet verplichte literatuur worden op scholen. LEA Ik doe al maanden een poging om door ‘The Scarlet Letter’ van Nathaniel Hawthorne heen te komen. Het is echt een goed boek, daar niet van, maar ik heb helaas heel weinig energie en tijd om het te lezen. Vandaar dat ik nog steeds ergens rond pagina 30 hang. Verder ben ik begonnen in ‘67 seconden’ en hoewel ik moet toegeven dat ik ook daar niet ver in ben, hoop ik die stiekem nog snel de laatste dag van deze maand uit te lezen, of anders begin december. Ik moet echt meer gaan lezen, maar prioriteiten stellen is moeilijk, zeker als je leven bestaat uit essays en school.... erken.
0 Reacties
Achterflap Er waren eens twee zussen, die door een bijna onbreekbare band voor eeuwig aan elkaar verbonden waren. Als ze boos werden, versplinterden spiegels. Als ze blij waren, bloeiden er bloemen. Het was magie waar ze zuinig op waren, totdat Essie omkwam bij een vreselijk ongeluk, en haar ziel in deze wereld werd opgesloten. Roa komt uit de struiklanden, een gebied dat jarenlang is onderdrukt door de koning van Firgaard. Het leek dan ook de perfecte kans toen Dax, haar jeugdvriend en kroonprins van Firgaard, haar om hulp smeekte om zijn vader af te zetten. Roa beloofde Dax en zijn zus Asha te helpen met een leger, als hij haar koningin zou maken. Nu is Roa een ongeliefde struiklandkoningin, ver van huis en getrouwd met de jongen die verantwoordelijk was voor het ongeluk van haar zusje. En het ergste: Dax komt zijn gemaakte beloftes niet na, en haar volk lijdt nog steeds. Dan doet zich een kans voor om alles recht te zetten, een kans voor Roa om te ontsnappen, haar volk te redden en haar zus te wreken. Ze hoeft alleen maar de jonge koning te vermoorden. Cover & flaptekst De covers van deze serie zijn werkelijk prachtig getekend en geven de boeken zoveel sfeer. Het is ook super dat je bij elk boek een poster erbij krijgt - dat is toch weer een extraatje dat het extra leuk maakt. Wel hadden we het qua posters mooier gevonden als de cover van dit boek als poster gemaakt zou zijn, omdat we dit beter vinden passen bij de vorige poster. Maar dat is slechts een detail. De achterflap spoilert hier en daar een beetje - bijvoorbeeld dat Dax zijn beloftes niet nakomt? - maar de laatste twee zinnen maakten voor ons beiden dat we het boek absoluut moesten hebben, zo sterk vonden we deze. Inhoudelijke recensie Na ontzettend genoten te hebben van Iskari - de laatste Namsara kijken we allebei uit naar het vervolg. En De Gevangen Koningin heeft niet teleurgesteld. De schrijfstijl - én vertaling - is nog net zo aangenaam als in het eerste deel. Het is simpel, leest vlot, en heeft sfeervolle beschrijvingen er tussendoor die je helemaal meenemen naar de woestijn of de medina. Door de schrijfstijl vlogen we in een mum van tijd door het verhaal heen. Roa is een geweldige YA-heldin. Ze bezit iets veel YA-personages missen: onzekerheid. Ze is nog jong en weet niet op alles de antwoorden, ondanks al haar pogingen, en daar zit ze ontzettend mee. Haar onzekerheid zit haar vastberadenheid echter niet in de weg. Roa strijdt het hele boek door voor haar volk en haar zusje, ook al maakt ze af en toe de verkeerde keuzes. In sommige recensies zagen we dat lezers Roa niet krachtig genoeg vonden, zoals Asha. In ons optiek is ze dat wel. Roa’s empathisch vermogen zorgt ervoor dat ze twijfelt over wat de juiste keuze is om te maken. Dat is geen teken van zwakheid. Daarbij past het bij haar leeftijd - wij twijfelen ook dagelijks over van alles en nog wat - dus het zou juist gek zijn als ze níét twijfelt. En het zal misschien niet verbazingwekkend zijn, maar Dax is óók een geweldig personage. Zijn zachtaardige karakter is verfrissend in een YA-boekenwereld vol arrogante en zelfverzekerde jongens. Net zoals Roa is Dax erg empathisch en probeert hij het juiste te doen. Net zoals zij doet hij dit niet zonder soms te falen. En toch zijn het hele verschillende personages. Roa wil niet zwak lijken, Dax vindt dat geen probleem. Roa is meer rechtdoorzee, terwijl Dax subtiel en sluw is. Dat maakte de dynamiek tussen hen fantastisch. (En de romantische scènes tussen hen waren ook echt een 10/10, overigens. Niet te grafisch, zodat jongere lezers het ook kunnen lezen én het vermeldt dat seks geen pijn hoort te doen terwijl veel vrouwen denken dat dit erbij hoort). De bijpersonages waren ook erg goed uitgewerkt. Misschien nog wel beter dan in het eerste deel, omdat niet meer ‘de broer van’ en ‘het nichtje van’ (in dit geval van Asha) maar echt een eigen persoon met eigen doelen en wensen. Niet elk personage was even goed uitgediept, maar dat stoorde ons geenszins. Er zitten bepaalde clichés in het boek, net zoals in het eerste deel, zoals het ‘kut we moeten zoenen om niet ontdekt te worden’-cliché en het nephuwelijk, maar dat werkte in dit geval. En stiekem vonden we het ook wel leuk. (Wie houdt er nou níét van af en toe wat cliché scènes? Het is vertrouwd. Het is fijn). O ja, en de zoenscène was daarbij bovengemiddeld goed. Dat verdient ook een applausje. We moeten het toch weer benoemen: er zit veel diversiteit in het verhaal met betrekking tot huidskleur en dat vinden we zoals altijd top. Het was fijn om te zien hoe organisch en natuurlijk dit in het verhaal werd verwerkt, zonder er de nadruk op te leggen. (Hoewel nadruk in bepaalde gevallen natuurlijk wél weer nodig is). Als het goed is waren alleen de skrals blank en zij vervulden geen grote rol in het verhaal. Tot slot De Gevangen Koningin is een spannende, vlot leesbare high fantasy die fantastisch voortbouwt op het eerste deel in de serie. Het heeft verfrissende nieuwe personages met een toffe dynamiek tussen hen en menselijke eigenschappen, maar behoudt tegelijkertijd de sfeer en het gevoel dat in het eerste deel van de serie werd geïntroduceerd. (Al misten we de draken. Draken zijn geweldig. Er kunnen nooit genoeg draken in het verhaal zitten). Alleen al het feit dat Sophie het boek drie keer heeft gelezen en er geen genoeg van kan krijgen, zegt genoeg: dit boek verdient niet minder dan vijf sterren. Phoenix en SophieOp 22 februari 1944 vallen talloze bommen op het centrum van Nijmegen. Er vallen achthonderd doden en duizenden gewonden, en de impact is enorm – ook nog lang na de oorlog. Dat Blossombooks een hele variatie aan verschillende soorten boeken uitgeeft, is algemeen bekend. En in het voorjaar 2019 verschijnt hun eerste historische YA-roman: Grondvuur van Mirjam Gielen. Vandaag plaatsen wij op Kladblog de cover reveal, waardoor jullie als allereerste de omslag van dit indrukwekkende boek kunnen bekijken! Wij zijn erg enthousiast en we hopen dat jullie dat ook zijn! Historische fictie is - tot onze teleurstelling - een genre dat niet evenveel voorkomt in YA, terwijl het juist zoveel interessante mogelijkheden geeft voor verhalen. Daarbij is het boek van Nederlandse bodem, wat wij ook super leuk vinden. Wij zijn een groot voorstander van origineel Nederlands werk. Er is namelijk ontzettend veel Nederlands talent en wij twijfelen er niet aan dat Mirjam Gielen hier ook onder valt! Sommigen kennen haar wellicht al van haar kinderboeken, maar wij zijn ervan overtuigd dat ze in het Young-Adult genre nog meer gaat uitblinken. Het stukje dialoog dat wij van Blossombooks al mochten lezen was fascinerend. Wij zijn dan ook ontzettend blij dat haar liefde voor verhalen niet stopte toen ze naar het conservatorium ging. Het verhaal wordt verteld vanuit drie verschillende perspectieven: het verhaal van Julia in het heden, het verhaal van haar moeder Eva in de jaren ‘80, en via de brieven die Julia’s oma naar haar moeder verstuurde ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Drie heel verschillende perspectieven in drie heel verschillende tijden. Hoe Mirjam Gielen dit precies vormgegeven heeft? Daar kunnen we nog enkel naar gissen, maar de achterflap belooft in elk geval al veel goeds! “Als Julia een doos met oude brieven van haar oma vindt, begint ze uit nieuwsgierigheid te lezen. Haar oma schreef de brieven tijdens en na de Tweede Wereldoorlog aan haar overleden zus Corrie. Ze schrijft over de nasleep van het bombardement op Nijmegen, maar ook over haar ouders en de jongen die ze later op haar werk leert kennen. Julia ontdekt een oud familiegeheim, en gaat vastbesloten op onderzoek uit. Maar haar oma houdt haar mond stijf dicht, en ook bij haar moeder komt ze niet veel verder. Wat doe je als het verleden zo nadrukkelijk aanwezig is, maar niemand erover praat?” Geef toe, na dit ben je toch enkel nieuwsgierig? Een geheim dat generaties lang op een familie drukt, laat ons zien hoe goedbedoelde leugens steeds verder de vermeende werkelijkheid van de waarheid scheiden. Hoe families openbreken of dichtklappen als zij steeds meer ingesloten worden en hoe een wereldoorlog en bombardement mensen verandert. Daarbij komt dat het afspeelt in Nijmegen. Velen hebben natuurlijk wel van de bombardement in Rotterdam gehoord, maar het bombardement in Nijmegen is altijd een beetje op de achtergrond gebleven. Het is dan ook mooi om te zien dat er in dit boek dieper op ingegaan wordt en de eigen ervaringen meegenomen worden. Er zijn nog maar weinig mensen in leven die dit soort verhalen op deze manier kunnen vertellen. Maar goed, in feite zijn we hier om de cover te onthullen. Dus misschien moeten dat maar even doen. We laten je nog even scrollen. Nog wat meer. Zijn we toch gemeen. Hier heb je hem dan. Ha, nee toch niet. Oké, nu wel. Is het geen gave cover? Op simpele en kleurrijke wijze beeldt deze cover de drie generaties uit, en natuurlijk het bombardement waar het allemaal mee begon. Wij zijn benieuwd of de kleuren nog een diepere betekenis hebben en waarom er voor deze afbeeldingen is gekozen. Het maakt ons in ieder geval heel erg nieuwsgierig naar het plot. Zoals Sophie zei: het is een zachte cover, lief, als een verhaal dat je hart verwarmt en het tegelijkertijd gaat breken. Oftewel: een boek met veel belofte. Of dat echt zo is? We zullen het zien. Maar wij kijken er in ieder geval ontzettend naar uit! Hopelijk jullie ook. De verwachtingen zijn hooggespannen. Wat vinden jullie van de cover? We horen graag jullie mening! Livia, Sophie, Louise & Lea Achterflap Daan en Roza zijn al jaren goede vrienden. Net als hun vriendschap zich tot iets diepers transformeert, slaat het noodlot toe: na een avond stappen worden ze slachtoffer van een auto-ongeluk. Hierdoor belandt Roza in een rolstoel en hangt het leven van Daan aan een zijden draadje. De klap van het ongeluk heeft de deur naar de gave die Daan al jaren angstvallig verborgen houdt, opengeslagen. In een diepe slaap waaruit hij misschien niet meer zal ontwaken, krijgt hij een waarschuwing van gene zijde. Liefde blijft altijd bestaan... zelfs tot in de dood. Deze recensie is een aan de hand van een exemplaar dat wij geleverd hebben gekregen door de uitgever. Wij hebben getracht dit onze mening niet te laten beïnvloeden. Deze recensie bevat spoilers. Cover, titel en flaptekst De achterflap op de paperback start met een stukje dialoog. Een stukje dat weliswaar meteen mijn aandacht trok, maar ook meteen een ontzettend zoetsappige sfeer oproept die sommige mensen in het verkeerde keelgat kan schieten. Daarna volgt het stuk dat ook hierboven te lezen is, het trekt me eigenlijk wel. Ik vraag me eigenlijk dan ook af waarom ik dit boek niet eerder heb opgepakt en ik denk dat het door de cover komt. De doelgroep van dit boek lijken me de young-adult lezers en ik vind persoonlijk deze cover niet heel aansprekend voor jongeren. Ik vind dit meer een cover voor een doktersroman of een boeketreeks en dat lijkt me niet de doelgroep hier. De achterflap lijkt ook niet helemaal te kloppen, want Daans diepe slaap is maar een klein subplot in vergelijking met Roza’s verlamming en in eerste instantie zit zij niet eens in een rolstoel. In dat opzicht wordt er daar wel wat gespoilerd. Inhoudelijke recensie Het eerste wat mij opviel aan dit boek was het bovengemiddeld grote lettertype in vergelijking met wat normaal wordt aangehouden voor een young-adult of volwassenen boek. Op zich deed dit het boek een kinderlijke sfeer geven, maar het maakte het boek wel minder intimiderend. Daarnaast zijn de hoofdstukken redelijk kort (maar een pagina of vier) en is het boek sowieso maar tweehonderd pagina’s. Zo op het eerste oog had ik dan ook gedacht dat ik dit boek op een avond zou uitlezen, maar ik heb er uiteindelijk om en nabij de twee maanden over gedaan. Een deel zal ermee te maken dat er twee points of view zijn en daar ben ik geen fan van, maar een groot deel ligt aan bepaalde aspecten die mij voor de borst stootte. Hieronder zal ik deze aspecten noemen, zodat toekomstige lezers voor zichzelf kunnen afwegen of dit zogenaamde deal-breakers voor hen zijn. Om maar eens met een positieve noot te beginnen. De schrijfstijl in dit boek is bovengemiddeld goed. Ik lees de laatste tijd steeds meer oorspronkelijk Nederlandse verhalen en zelden ben ik een verhaal tegengekomen dat zo vlot leest. Debora Elisabeth is een zeer talentvolle schrijfster en ik ben zeer onder de indruk van de soepelheid die in het boek zit. In het eerste hoofdstuk las ik dat Daan half Mexicaans is en amberkleurige wangen heeft en dit vond ik eigenlijk ook meteen heel erg tof. Ik ben dol op boeken met diverse personages. De meeste boeken hebben alleen blanke hetero's en mogelijk christelijke personages en elk boek dat daar ook maar een beetje van afwijkt, maakt mij blij. Ik vond het alleen een beetje gek dat hij al zijn eigen auto heeft, als hij nog op de middelbare school zit. Daan zit op de HAVO en hoewel ik me kan herinneren dat mensen in hun examenklassen hun rijbewijs haalden, kan ik me niet herinneren dat iemand een auto had, laat staan een sportieve Audi. Vervolgens trok ik mijn wenkbrauwen op bij de beschrijvingen van de personages. Het vrouwelijke hoofdpersonage staat naakt voor het raam, benoemt haar zandloper figuur en noemt Daan een prins Abudala. Daan wordt meerdere malen geobjectiveerd en praktisch aangerand, zelfs door een zuster. Aan de hand van de beschrijvingen dacht ik eigenlijk dat Daan en Roza al een koppel waren. Er wordt immers in hoofdstuk twee al gesproken over wilde seks en een heel elftal aan kinderen. Dit boek is daarmee naar alle waarschijnlijk beter geschikt voor de wat oudere YA-lezers. Tevens ook omdat er wordt gesproken over een vijftienjarige die te oud is voor klieren, maar iedereen die nog mensen in die leeftijdscatogorie kent, weet dat broers en zussen daar nog een stuk langer mee doorgaan. Ik betwijfel ook of het zandloperfiguur van Roza iets is waar alle onzekere tieners nog eens extra met hun neus op gedrukt dienen te worden. Daan en Roza hebben dus zoals eerder aangegeven nog geen relatie als het boek begint. Het noodlot waar de achterflap het over heeft, vindt plaats rond pagina 50 als we al op een kwart van het boek zitten en net na hun eerste kus. Normaal erger ik me eraan als dingen die in de achterflap vertelt worden zover in het boek pas gebeuren, maar door Debora Elisabeth haar schrijfstijl had ik daar nu niet zoveel last van. Ik vond het omschrijven van de verlamming heel intens. Ik schrok van de heftigheid ervan en vond het bij vlagen misschien overdreven, maar toen ik hier dieper over na ging denken, werd ik echt geraakt. Al vraag ik mij wel af hoe realistisch het is dat ze de dag naar haar operatie alweer gevoel in haar benen heeft en tevens seks. Er zit veel gedegen onderzoek of ervaring in dit boek. Ik merkte wel dat alle gegeven informatie niet zomaar uit de lucht gegrepen was. Tegenwoordig zijn er veel boeken die maar gewoon wat doen en de kennis die ik in dat opzicht uit dit boek kon halen, was verfrissend. Dan nu de punten waar ik kritiek op had. Allereerst Mara. Letterlijk alles aan haar was verschrikkelijk. Ik besef mij heel goed dat ze de slechterik in dit verhaal was, maar een beetje grijzer had ik niet erg gevonden. Regelmatig vroeg ik me af waarom Roza en zij vriendinnen waren. Mara is een in en inslecht persoon die de jongen waar ze verliefd op is, nog net niet seksueel aanrandt. Roza denkt er ook aan om Daan zonder enige reden in zijn kont te knijpen, maar zij doet het tenminste niet. Mara veroorzaakte het auto-ongeluk waardoor zij overlijd en Roza en Daan gewond raken, omdat ze hoopte dat Roza zou overlijden zodat zij Daan voor zichzelf zou hebben en zelfs na haar dood probeert ze Daan bij haar te krijgen. Roza heeft na het overlijden van Mara geen enkel contact met haar ouders, maar ik kan me echt niet voorstellen dat je beste vriendin zonder reden zo’n hekel aan je heeft. Al is Roza toch van mening dat Mara het verdiende om dood te zijn. Mara maakte in dat opzicht echt dat ik Roza ook bijna verachte. Daans opa spreekt van een afkeurend: “vrouwen,” als er niet met Mara te praten valt. Sowieso vind ik dat er veel negatieve zinnen richting vrouwen in dit boek zitten. In het revalidatiecentrum doet Daan bijna alsof Roza een trofee is door te zeggen dat hij de knappe arts die haar helpt in een rolstoel wil slaan. Dat is niet sexy! Ik dacht dat we de thrope dat vrouwen samen lusten over een jongen zo’n vijf jaar terug achter ons hadden gelaten. De girl-on-girl hate in dit boek maakte me gewoon verdrietig. Ik kan alleen maar denken aan al die jonge meisjes die denken dat ze elkaars concurrentie zijn, in plaats van elkaars bondgenoten. Vervolgens de relatie van Daan en Roza. Ik begrijp dat zij al tien jaar bevriend zijn, maar mijn hemel wat ging hun relatie snel. Zelfs als je al zolang vrienden bent, ga je niet meteen over seks praten of over houden van, toch? Ze slapen ook bijna elke avond samen. Een relatie is een hele andere fase dan een vriendschap en simpelweg omdat je al zolang vrienden bent, betekent toch niet per se dat je relatie ook meteen in de vijfde versnelling dient te staan? De scènes waarin Roza en Daan seksuele handelingen verrichten, waren… bijzonder. Roza geeft ook nadat ze wakker wordt uit haar coma en denkt dat Daan niet meer in leven is, dat zij net zo goed dood kan gaan. Ze probeert haar adem in te houden zodat ze overlijdt. Ze wil niet leven om haar familie, maar om Daan. Iets dat ik persoonlijk wel verontrustend vond. We zijn ook al over de helft van het boek als Roza het nodig vindt om haar ouders te vertellen dat Daan en zij een relatie hebben. Dit is nadat Daan haar in het bijzijn van haar familie kust. Tot slot ergerde ik me nog het meest aan alle racistische opmerkingen in dit verhaal. De zuster die Roza helpt heeft een donkere huid en een hoofddoek en meteen is Roza verbaasd over haar ‘oer-hollandse’ naam. Ze had verwacht dat de zuster eerder een naam als Fátima of Hakima zou hebben. Dat zijn stereotypen. Oer-Hollands: heel erg Hollands of Nederlands; zeer Hollands of Nederlands; typisch Hollands of Nederlands; in hoge mate kenmerkend voor Holland of Nederland. Dit begrip is voor voorwerpen, niet voor mensen. Hiermee worden dingen bedoeld als klompen of tulpen, Maar tulpen zijn Turks en klompen Frans. Als deze voorwerpen al niet eens helemaal op Nederland van toepassing zijn, waarom bepaalde typen mensen dan wel? De chirurg die geïntroduceerd wordt komt uit Azië. Roza denkt dat hij Chinees is, maar hij kan net zo goed Indonesisch of Japans zijn, want zij heeft geen idee. Ze scheert hier een heel continent over een kam. Als je ziet hoeveel verschillen er binnen landen al zijn, hoe kun je dan zeggen dat een heel continent op elkaar lijkt? Daarnaast zegt ze dat ze zijn achternaam niet eens kan verstaan, laat staan uitspreken en daaruit blijkt nogmaals hoe jammer het is dat Roza als personage niet meer cultureel onderlegd is. Of dacht ze soms dat mensen uit Azië haar achternaam (Van Zomeren) makkelijk vinden? Hierna maakt ze voor bijna een hele pagina lang zijn accent belachelijk. Artsen die in Nederland gestudeerd hebben en zijn opgegroeid spreken gewoon goed Nederlands en artsen die dat niet doen, hebben Nederlands als hun tweede en mogelijk zelfs derde taal. Kun je het je voorstellen dat je besluit in het buitenland te gaan werken als chirurg, een van de moeilijkste beroepen die er bestaat en dat al je patiënten dan je accent belachelijk maken terwijl jij hun taal hebt geleerd? Ik til echt heel zwaar aan dit deel van het boek en mijn leesplezier was in een keer weg. Hoe goed er ook rekening werd gehouden met de gevoelens van een lichamelijke beperking, hoe weinig eerbied ik merkte voor mensen met niet-Nederlandse roots. Tot slot Ik heb heel erg nagedacht over het aantal sterren dat ik dit verhaal wilde geven. Qua schrijfstijl en het plot wilde ik in eerste instantie voor drie gaan. Het is immers een vermakelijk verhaal en het steekt absoluut niet slecht in elkaar. Een van de laatste hoofdstukken met daarin de nodige actie trok me echt het verhaal in. Het punt is echter dat ik mij niet over mijn kritiekpunten heen kan zetten. Ik weet dat dit voor sommige mensen geen dealbreakers zijn, maar voor mij wel en daarom heb ik besloten om het verhaal slechts twee te geven. SophieHet vertelperspectief is een van de belangrijkste bouwstenen van een verhaal, zo hebben we allemaal geleerd op de middelbare school. Niet alleen is het een noodzakelijk narratief element, het is ook nog eens die ene factor die het verschil kan maken tussen een gemiddeld en een buitengewoon verhaal. Een auteur die dit instrument goed weet te gebruiken, die ermee speelt en ermee experimenteert als met een wetenschapsdoos, heeft altijd een stapje voor op de rest. Toch zijn er heel wat vooroordelen en zelfs onwaarheden over bepaalde perspectieven. In dit artikel zal ik de belangrijkste vertelperspectieven behandelen: de voordelen, de nadelen, wanneer ze het meest van pas komen… Misschien heb jij namelijk ook al heel lang zitten twijfelen of je nu de eerste persoon of toch maar die derde persoon moet gebruiken voor je boek. Hoe weet je nu wat het beste is? Kan je dat wel weten? Je bent in ieder geval niet alleen met het probleem! De Illustere Spelers Enigszins ervaren schrijvers en lezers zullen dit stuk waarschijnlijk overbodig vinden, maar ik denk dat het toch nuttig kan zijn om nog even alle perspectieven op een rijtje te zetten en ze één voor één kort toe te lichten. Het meest basale onderscheid wordt gemaakt tussen de eerste persoon, het zogenaamde ik-perspectief, en de derde persoon, de ‘hij’ in het verhaal. Ook binnen deze twee vertelperspectieven onderscheidt men verschillende invalshoeken. De eerste persoon Er is enerzijds de ‘vertellende ik’ en anderzijds de ‘belevende ik’. De vertellende ik is meestal in de verleden tijd geschreven: het personage kijkt terug op bepaalde gebeurtenissen en vertelt hierover zoals de meeste mensen een verhaal zouden vertellen. Hij vertelt wat hij zich herinnert, hoe hij zich toen voelde. De belevende ik is meestal in de tegenwoordige tijd geschreven. Je krijgt het verhaal te zien alsof het personage alles op hetzelfde moment meemaakt als wanneer jij het leest: het personage weet zelf nog niet wat er staat te gebeuren en laat alle indrukken over zich heen komen. Er wordt vooral getoond (in de plaats van verteld). De ik-persoon hoeft overigens niet het hoofdpersonage te zijn. Meer nog: het kan zelfs iemand zijn die nauwelijks een rol van betekenis speelt in heel het verhaal. Dat is wat ik zelf noem ‘de aanschouwende ik’ (deze term is volledig door mij verzonnen): dit personage aanschouwt de feiten, vertelt wat hij ziet en denkt, maar neemt zelf niet of heel weinig deel aan de actie. Hij kan de hoofdpersonen in dit boek wel persoonlijk kennen, en misschien kennen zij hem ook, maar in geen van beide richtingen is dat noodzakelijk. Om even een voorbeeldje te geven uit mijn eigen – beperkte – oeuvre: ik schreef eens een kortverhaal over een bejaarde vrouw die vanuit haar zetel naar buiten kijkt naar een meisje en een jongen die elkaar daar tegenkomen. In feite gaat heel het verhaal over de jongen en het meisje, wat zij doen en tegen elkaar zeggen, maar het is wel de bejaarde vrouw, de zogenaamde buitenstaander, die alles van commentaar voorziet. Het voordeel is dat je ondanks de gecreëerde afstand een persoonlijker, gekleurder en levendiger kijk op de feiten krijgt. Een mogelijke variatie op het ik-perspectief is de meervoudsvorm, het ‘wij-perspectief’. In feite is het principe hetzelfde, alleen bestaat de verteller uit meer dan één persoon. Bij mijn weten wordt dit niet heel frequent gedaan. Het duidelijkste voorbeeld dat ik ken is De Valeriusmoorden van Paul Kustermans. De derde persoon De derde persoon wordt vaak als dezelfde aanzien, maar er is een cruciaal verschil tussen de personele verteller en het auctorieel vertelstandpunt. Deze worden door minder ervaren schrijvers vaak door elkaar gebruikt. De personele verteller is eigenlijk vergelijkbaar met het ik-perspectief, met het verschil dat de personele verteller de derde persoon gebruikt en dat dus niet het personage zelf aan het woord is. Je kan het zien als een onafhankelijk iemand die op de schouder van het personage meekijkt: hij ziet alles wat hij doet en zegt, maar beschikt ook over de vaardigheid om in diens hoofd te kijken en zijn gevoelens/gedachten aan de lezer over te brengen. Belangrijk – dit wordt weleens fout gedaan- is dat er enkel gefocust wordt op dit ene personage. Over de andere personages weet de verteller niks. De auctoriële verteller daarentegen waant zich een soort God die over de wereld neerkijkt en over alles en iedereen iets lijkt te weten. Dit is het meest afstandelijke perspectief, maar is ook het minst beperkende. De focus ligt hier vooral op de handelingen van de personages, maar evengoed kan er in hun hoofd gekeken worden. Daarbij kan je het verhaal ook even onderbreken om je, als de aanwezige verteller die je bent, persoonlijk tot de lezer te richten en commentaar te geven zoals “dat had hij beter niet kunnen doen”. Je kunt dus informatie geven die je personages zelf (nog) niet weten. De tweede persoon De tweede persoon is de meest zeldzame van alle perspectieven. Je komt hem zelden tegen in boeken, maar in sommige verhalen kan hij wel degelijk een meerwaarde bieden. Door zowel schrijver als lezer wordt hij wel eens als mysterieus beschouwd. In feite wordt de lezer aangesproken en waant die zich een personage in het verhaal – jij doet, zegt, voelt. Keuzestress Met al die verschillende perspectieven zou onze postmoderne ik weleens keuzestress kunnen krijgen. Wanneer gebruik je nu welk perspectief? Allereerst wil ik benadrukken dat er geen universele wetten bestaan over welk vertelstandpunt in welke situatie het meest toepasselijk is. Het zal altijd een kwestie zijn van persoonlijk aanvoelen. Hoe kan mijn verhaal het best tot zijn recht komen? Ik denk ook dat er meerdere perspectieven mogelijk zijn voor hetzelfde verhaal, zonder dat het resultaat beter of slechter is. Het zal echter altijd wel een andere aanpak vereisen en het is vooral daar dat het vaak fout loopt: je moet het vertelperspectief op de juiste manier gebruiken. Wanneer de ik-persoon? Voordelen We kunnen ons allemaal wel inbeelden wat de voordelen zijn. Met de ik-persoon krijg je een rechtstreekse inkijk in het hoofd van het personage, waardoor je doorgaans een heel persoonlijk en levendig verhaal krijgt. Als lezer is het daarom doorgaans – niet altijd dus- makkelijker om je te identificeren met dit personage. Die subjectieve kijk op de feiten brengt echter ook nog een ander voordeel met zich mee: je kan de lezer goed bij de neus nemen. Dan hebben we te maken met een zogenaamde onbetrouwbare verteller. Weten we immers wel zeker of de ik-persoon wel de waarheid vertelt? Misschien houdt hij dingen achter, verbloemt hij bepaalde zaken of stelt hij andere zaken slechter/dramatischer voor dan ze in werkelijkheid zijn. Zo kan de lezer voortdurend op het verkeerde spoor gebracht worden. Ideaal voor thrillers! Moeilijkheden Ik heb wel eens horen zeggen dat het ik-personage een ‘makkelijker’ of zelfs ‘minder professioneel’ perspectief is. Volgens sommigen zouden de meeste beginnende schrijvers daarom in de ik-persoon schrijven. Ten eerste is er geen statistisch bewijs dat startende schrijvers inderdaad meestal met de ik-persoon beginnen – mijn eigen eerste verhaal was in de derde persoon geschreven – en ten tweede is het ook gewoon helemaal niet waar! De moeilijkheid van het ik-perspectief wordt vaak onderschat. Criticasters zullen zeggen dat het een makkelijke manier is om je in je personage in te leven. Dat is echter net de moeilijkheid naar mijn idee! Elk personage heeft zijn eigen unieke stem. Zijn persoonlijkheid wordt gevormd door enerzijds zijn genen en anderzijds door zijn ervaringen in het leven. Zijn stem hangt dus af van zijn persoonlijkheid. Zijn visie op de feiten zal dan ook verschillen van de visie van een ander personage. Daarom zal het ene personage heel diep ingaan op een bepaald iets, terwijl het andere personage er nauwelijks aandacht aan besteedt of het zelfs helemaal niet opmerkt. Stel dat je personage bijvoorbeeld een chagrijnige brompot is: is het dan niet een beetje vreemd om hem in duizend geuren en kleuren een zonsondergang te laten beschrijven? Stel dat je personage een hopeloze romanticus met een scherp oog voor schoonheid is, dan voelt dat veel natuurlijker aan. Als schrijver zal je dus niet zomaar alles kunnen zeggen wat je wilt, want je bent altijd gebonden aan de persoonlijkheid en de kennis van het personage. Dat kan enigszins beperkend zijn. Als je bijvoorbeeld historische fictie schrijft, is het des te belangrijker dat je rekening houdt met de standplaatsgebondenheid van je personages. Wij hebben natuurlijk het voordeel dat we de geschiedenis al kennen, maar het personage zit er middenin en zal bepaalde ontwikkelingen/gedachten die wij met onze moderne blik ondertussen als vanzelfsprekend beschouwen, niet kunnen voorzien. Je personage is immers ook maar een product van zijn eigen tijd en zijn eigen geografische streek. Wie meerdere boeken van dezelfde schrijver leest, dreigt bovendien steeds dezelfde stem tegen te komen ondanks het feit dat het om een ander verhaal en vooral om een ander personage gaat. De moeilijkheid van het ik-perspectief is daarom om je eigen schrijfstem uit te schakelen, als het ware los te koppelen van jezelf. Betekent dat daarom dat je geen historische fictie mag schrijven in de eerste persoon? Natuurlijk wel! Het vergt alleen wat meer aandacht, maar aan de andere kant is het vooral ook een fantastische uitdaging. Wanneer de derde persoon? Voordelen Het grote verschil met het ik-perspectief is dat je iets meer afstand van je personage kan nemen. Dat is vooral makkelijk als het om types gaat die ver van je eigen leefwereld afstaan. Ik noem maar wat: een psychopaat, iemand met mentale of fysieke ziekte/afwijking/stoornis, iemand met een andere etnische achtergrond of een andere geaardheid, iemand met een beroep dat je niet goed kent… Als schrijver wil je misschien niet het risico lopen dat je deze personen een verkeerde stem geeft, waardoor die zich eventueel beledigd zouden voelen. In die zin is het dus altijd makkelijker om wat meer afstand te creëren en je personages in de hij-toestand te beschrijven. Het hoeft natuurlijk niet per se: je kan altijd de uitdaging aangaan om toch in de ik-persoon te schrijven. Bovendien sta je ook los van het zichtveld van je personage, wat meer ruimte biedt voor beschrijvingen van kleine details in de omgeving waar een normaal mens in de dagelijkse omgang doorgaans niet op let. Stel dat er bijvoorbeeld een spin kruipt in de hoek van de kamer, maar het personage ziet dit niet, kun je dit alsnog gebruiken als sfeerbeschrijving. Dat is bijvoorbeeld handig voor een fantasy: op die manier kan je de wereld uitleggen zonder dat het personage informatie moet geven die voor hem net heel normaal is. Of meer nog: je kan een gebeurtenis beschrijven nog vóór het personage het zelf weet. Bijvoorbeeld: je schrijft hoe een man in bivakmuts je hoofdpersoon achter zijn rug nadert. Hij komt steeds dichter en dichterbij, maar het personage weet het zelf nog niet, waardoor je tegen hem wil schreeuwen ‘draai je toch verdomme om!’ Dat zorgt voor spanning. Nog een specifiek geval waarin de derde persoon vaak handiger is: het beschrijven van de dood. Je bent misschien zelf al eens tegen de situatie aangelopen waarin je personage doodgaat. Als je in de ik-persoon schrijft, is het nogal vreemd om te zeggen “ik ga dood”. Natuurlijk ben ik zelf geen ervaringsdeskundige omdat ik zelf nog niet dood ben gegaan, maar het hele ding aan doodgaan is volgens mij dat je het niet kan zeggen – je bent er immers niet meer. Tenzij je bewust gaat voor een dode verteller, wat ook een toffe invalshoek kan zijn, komt het dus nogal ongeloofwaardig over om je ik-personage zijn eigen dood te laten beschrijven. Met de derde persoon heb je dat probleem veel minder, omdat je de hele situatie vanuit een onafhankelijke positie bekijkt. Ook als je voor meervoudige perspectieven gaat, is het doorgaans makkelijker om dat in de derde persoon te doen. Dan loop je namelijk minder het risico dat de stemmen van de personages te opvallend op elkaar lijken. Moeilijkheden De moeilijkheden zijn eigenlijk net een gevolg van de voordelen: je dreigt soms té veel afstand te creëren, waardoor de lezer zich moeilijker kan identificeren met het personage. Voor minder ervaren schrijvers kan het daarenboven soms moeilijker zijn om emoties op een goede manier over te brengen, omdat je geen beroep kan doen op de rechtstreekse gedachten. Bovendien wordt er, zoals ik al eerder zei, soms onbewust gewisseld tussen het personele vertelstandpunt en het auctoriële standpunt. Zulke schrijftechnische fouten zijn dus altijd een risico, iets wat je bij het ik-standpunt minder hebt. Conclusie Er zijn tijdloze klassiekers (in wording) geschreven in zowel de eerste als de derde persoon. Het is een groot misverstand dat het ene perspectief béter is dan het andere. Alles hangt af van het verhaal dat je wilt brengen en vooral op welke manier je dat wilt doen. Sommige mensen zweren altijd bij de eerste persoon, terwijl anderen altijd naar de derde persoon neigen. Dat is ook oké. Het belangrijkste is misschien wel dat jij je er als schrijver goed bij voelt. Beau
Op twee minuten tijd uitverkocht raken is de droom van elk evenement, maar voor de avant-première van Fantastic Beasts in Antwerpen wordt het als ‘gewoontjes’ of ‘gemiddeld’ beschouwd. Een beetje zoals Tomorrowland dus, maar dan voor geeks, nerds en vooral: Potterheads. Geloof het of niet, ik was snel genoeg en zat vanavond in de zaal op het moment dat wereldwijd de eerste vertoningen op het grote scherm verschenen, inclusief Londen. Toevallig koos Antwerpen ervoor om mij te haten vandaag. De hele ring zat vast en het verkeer was hels, wat voor een hoop spanning zorgde, maar eens in de zaal was het een magische ervaring die begon met… een huwelijksaanzoek! Jap, geweldig cute, geloof me. De volgende die zegt dat grootschalige huwelijksaanzoeken overrated zijn: don’t expect me to say ‘yes’. Maar zij zei het wel en onder een staande ovatie van de hele zaal. Echt, beter in de sfeer komen kon gewoon niet. En toen kon het eindelijk beginnen: de film zelf. Magnifieke openingsscène die prachtig geregisseerd is en ingenieus in elkaar steekt. Die lijn wordt doorgetrokken in elke scène van de film. Van de ontmoetingen tussen Perkamentus en Newt tot de confrontatie met Grindelwald, die deze film wel zichzelf op de voorgrond zet. Doel van elke partij: Credence aan je kant krijgen. Jup, die dude leeft nog en hij is krachtiger en gevaarlijker dan ooit, zeker nu hij een romance heeft met Nagini, you know, DE Nagini. (COUPLEGOALS, BELIEVE ME) Ondanks dat de film een goed tempo heeft, genoeg humor en een goede opbouw, had ik soms het gevoel dat er wel net iets te veel gefocust was op het ‘mooi zijn’. In het schrijven zeggen ze vaak ‘kill your darlings’, maar daar hadden de scenarioschrijvers precies niet geweldig veel zin in. Oké, de dieren zijn heel leuk en sommigen zijn extra toevoegingen, maar anderen waren overbodig en dat is jammer. Nog een voorbeeld: Bunty! Wie is Bunty? Wel, Newts huishoudster die helpt met het verzorgen van zijn dieren en overduidelijk meer voor hem voelt dan ze wilt toegeven. Heb ik je nu gespoilerd? Nee, want na vijf minuten is ze weg en je bent ze tien minuten later alweer vergeten. Kijk, het zijn leuke extraatjes, maar als je bedenkt dat je 2 uur en een kwart achter het grote beeld zit, is dat verdomd lang in verhouding met het plot. Daarnaast had ik ook een paar ideetjes over de verschijning van Minerva Anderling. Jep, de geruchten zijn te bevestigen, maar ik ben sterk benieuwd naar hoe Rowling de incontinuïteit gaat verklaren. Want hoe in hemelsnaam kan Anderling in 1927 al een leerkracht zijn als ze volgens de oude verhalen dan zelfs nog niet geboren is? Volgens wikipedia wordt ze geboren in ‘35 en begint ze pas les te geven in ‘56 overigens, dus Rowling, what happened? Verdict? Over het algemeen heb ik echt genoten van de film door de grote hoeveelheid kleine dingen die alle potterheads ook zullen opmerken, maar met momenten dacht ik ook even ‘klopt dat wel?’ en jammer genoeg gebeurde dat enkele keren. Dat en het magere hebben mijn hoge verwachtingen niet volledig ingelost, ook al was het wel een heel leuke ervaring! Nog een laatste dingetje: damn, dat einde… MIND = BLOWN! Dat moet ik ze wel nageven, ik kijk uit naar de volgende! GaosSchrijven: zoals veel dingen in het leven is het makkelijker gezegd dan gedaan. Voor de meeste schrijvers staat schrijven gelijk aan bloed zweet en tranen, uren diep nadenken en dagenlang achter een laptop zitten terwijl je werkdocument voor je schrijfsessie vrijwel net zo wit is als erna. Schrijven is hard werken en wij snappen dat maar al te goed Nu november is aangebroken en daarmee ook The National Writing Month, is een groot aantal (aspirant)schrijvers een dappere poging aan het doen om een project van 50.000 woorden te schrijven. Dat is niet niets. We weten dat het een hoop mensen tot wanhoop kan drijven. Daarom is het van groot belang dat alle schrijvers genoeg manieren hebben om aan schrijfontwijkend gedrag te doen. Wij van Kladblog zijn hier zeer bedreven in en presenteren daarom: vijftig schrijfontwijkende bezigheden voor vijftigduizend woorden! PS: geen zorgen, deze bezigheden zijn ook voor andere maanden in het jaar van toepassing. 1. Bananenpannenkoeken bakken. Om goed te kunnen schrijven, heb je een goed begin van je dag nodig. Bananenpannenkoeken bakken neemt voor het maken van een ontbijt relatief veel tijd in. Zeer succesvol dus! 2. Aan een ander verhaal beginnen. Alles lijkt leuker dan het verhaal waar je nu mee bezig bent. Dat verhaal is zwoegen en zweten en eigenlijk zijn de duizend woorden die je gisteren schreef klaar om weggegooid te worden. Een nieuw verhaal is een veel beter idee! 3. Je laptop laten crashen. Het beste excuus ever. Als iemand er dan naar vraagt, kan je mooi HP de schuld geven. ‘Tja, het ligt niet aan mij dat mijn bestseller roman nog niet in de boekhandel ligt. Als mijn harde schijf niet ontploft was…’ 4. Je bananenpannenkoeken laten verbranden. Verbrande troep kost zo heerlijk veel tijd om op te ruimen. Echt aan te raden. 5. Kapsels googelen. Binnenkort moet je naar de kapper en ondanks dat je toch wel weet dat je alleen de puntjes gaat laten bijwerken, is het toch wel leuk om die bob met gekke krullen te bekijken. Immers, wie weet? 6. Kapsels voor je personages googelen. Als je dan toch bezig bent, kun je net zo goed een plaatje hebben voor ieder kapsel van ieder personage. Een beeld zegt immers meer dan duizend woorden. 7. In een keer wel op tijd gaan slapen. Morgen moet je immers wel wakker genoeg zijn om te schrijven. Nu gaat het toch niet meer lukken, dus dan maar beter morgen effectief zijn. 8. Een afspeellijst aanmaken. Het is van groot belang dat de sfeer van je manuscript wel overeenkomt met wat je in gedachte had. Een afspeellijst met passende muziek is dus ideaal. Weet je wat pas écht perfectie is? Voor ieder personage een aparte lijst. Of nee, nog beter: per hoofdstuk een andere lijst. Tenslotte is het ene hoofdstuk de ander niet! 9. De niet-verbrande pannenkoeken opeten. Op een lege maag valt immers niet te werken. 10. Lyrics opzoeken. Je hebt die afspeellijst niet voor niets gemaakt. Kun je net zo goed opzoeken waar die liedjes eigenlijk over gaan. 11. Liedjes uit je hoofd leren. Het heeft toch wel toegevoegde waarde om die liedjes tijdens het schrijven mee te kunnen blèren, dus ga je ze maar uit je hoofd leren. 12. Mee blèren met de liedjes. Multitasken blijft lastig. Meedansen op de desbetreffende liedjes is ook aangeraden. 13. Hogwarts Mystery spelen. Een mens heeft ook pauzes nodig. 14. Of Hayday. Zie bovenstaande. 15. Potentiële trouwjurken uitzoeken voor je hoofdpersoon: Helemaal niet voor jezelf. 16. Film of serie kijken. Om inspiratie te krijgen. Een betere reden bestaat niet. 17. Naar de boekenbeurs gaan. Om dat verhaal van vijftigduizend woorden in de markt te krijgen, heb je natuurlijk netwerken nodig. De boekenbeurs is daar ideaal voor! Dat je daar een boek pitcht waar pas anderhalf hoofdstuk van op papier staat, hoeven zij lekker niet te weten. 18. Sociale media verversen. Schrijven staat niet gelijk aan kluizenaar-zijn. Je sociale leven moet ook onderhouden worden. 19. Schattige dierenfilmpjes kijken. Ze stonden immers bij je aanbevelingen dus dan MOET je ze wel kijken. 20. Babynamen op zoeken. Het liefst op een site waar je ook de betekenis van die namen kan vinden. Immers moet een betekenis wel bij het karakter van een personage passen. 21. Kamer uitmesten. Daar liep je moeder toch al een week over te zeuren, dus wordt het wel eens tijd dat het gebeurt. En trouwens, in zo’n rommelige omgeving kun je toch niet concentreren, laat staan schrijven? 22. Metal in gekke talen opzoeken. Om je psychisch voor te bereiden op je buitenlandse stages (en vervolgens mee te headbangen). 23. Outfits passen. Onder het mom van je kledingkast opruimen. Hoort toch bij het opruimproces? Het moet wel een beetje leuk blijven, hoor. 24. Outfits googelen. Je hoofdpersonages moeten wel leuk gekleed gaan en aangezien je eigen garderobe totaal geen inspiratie geeft, moet Zalando.nl dat maar doen. 25. Shoppen. Je bent er immers net achter gekomen dat je helemaal geen leuke kleren meer hebt. Bovendien neemt Zalando.nl minder tijd in dan een middagje winkelen. 26. Jeugdliedjes opzoeken. Plotseling voel je je toch wel heel sentimenteel. Helemaal bij die bepaalde scène die je zo doet denken aan de kinderboeken die je moeder je vroeger voorlas. Hoe ging dat liedje van Bert en Ernie ook alweer? O ja! En zoek de zeep, zoek de zeep, zoek zoek de zeep… 27. Achtergrond verhalen verzinnen voor personages die maar een keer voorkomen. Die ene zin aan dialoog moet wel de totale lading van zijn personage-zijn dekken. 28. Vliegtickets bekijken. Misschien is het toch wel praktisch om in Schotland te zijn geweest als je karakters daar ook zijn. Gewoon als vooronderzoek natuurlijk. 29. Quizzen op Buzzfeed maken. De beste manier om karakters van je personages te bepalen: op basis van hun favoriete voedsel. 30. Een brave leerling zijn. Of een poging doen tot. 31. Schrijftijd inplannen na het studeren. En dan niet beginnen met studeren. 32. Instagram foto’s opzoeken. Immers denk je nog steeds een goed gevoel voor humor te hebben en dat moet wel de hele wereld weten. 33. De coolheid van je verhaal delen. Ondanks dat hij niet op papier staat, is het wel het coolste boek dat de mensheid ooit heeft mogen ontvangen van een sterfelijke. 34. Nagels lakken. Je moet voor jezelf blijven zorgen. En het is knap lastig om te typen met natte nagels. 35. Praten met andere NaNoWriMo deelnemers. Helpt erg bij het motiveren van elkaar en is bovendien erg gezellig. 36. Een cover ontwerpen die je nooit gaat gebruiken. Immers heeft het plaatje wat je van een boekverfilming van Nicholas Sparks hebt genakt wel een beetje een heel hoog doktersroman gehalte op jouw cover. Gelukkig heb je andere talenten. 37. Pinterest ideeën bekijken. Die site staat zo bomvol inspiratie voor personages! En dat lekkere recept voor koekjes die je tegenkwam moet je ook maar bewaren. 38. Koekjes bakken. 39. In je verhaal naar bruikbare quotes zoeken. En als je die niet hebt, bedenk je quotes die er over een hoofdstuk of twintig wel in verwerkt kunnen worden. 40. Je verdiepen in de kunst van stijldansen. Speciaal voor dat ene hoofdstuk waarin je personages een diepzinnig gesprek voeren tijdens het stijldansen. 41. Koffie drinken met vrienden. Om te voorkomen dat ze je na een maand van schrijven volledig vergeten zijn. 42. Troostvoedsel eten. Je hebt immers een zwaar leven. 43. Je boekenkast opnieuw indelen. Misschien deze keer op kleurvolgorde? Of toch op alfabetische volgorde? Of anders volgorde van grootte? 44. Romantische scènes duizend keer herlezen. Je personages zijn immers zo schattig en leuk en lief en cute. Boeiend dat ze op dit punt in het verhaal elkaar nog niet hebben ontmoet, over twintig hoofdstukken zijn ze lekker wel samen. Daar moet je je op richten. 45. Fantaseren over de eerste zoen. Wat maakt het uit dat de hele wereld ten onder gaat in het boek? Hier draait het toch om? Of het wel past? Geen idee, weet ik vast wel als ik 20.000 woorden onderweg ben. 46. Weggeroeste pianoskills ophalen. Vanzelfsprekend met de zoveelste versie van River Flows in You. 47. Fantaseren over je uitgegeven boek. Voornamelijk over de wereldberoemdheid van je werk. 48. En de verfilming. Natuurlijk. 49. Opzoeken van uitgeverijen. Voor je wereldberoemd-zijn en boekverfilming realiteit worden, heb je wel iemand nodig die jouw boek wil uitgeven. Daarom ga je alle uitgeverijen van Nederland en België in kaart brengen. Daarna maak je een volgorde van voorkeur, alfabet en afstand van kantoor tot jouw huis. Je moet wel weten waar je aan begint, toch? 50. Beseffen dat het 13 november is. Helaas, je hebt nog niets gedaan. Nu loop je toch al ruim 10.000 woorden achter. Ach ja, je begint volgend jaar wel weer. En dan écht. Graag gedaan. Mara Met de liefdevolle aanvullingen uit NaNoWriMo-wanhoop van Gaos, Katie, Sophie en Louise Dag 4 op de boekenbeurs was weeral vrij kort: vandaag stond enkel de meet en greet met Maud Vanhauwaert en andere stadsdichters op het programma. (de uitgebreide bezoeken zijn voor het weekend, waarin ik dat ga gebruiken als excuus om studie-ontwijkend gedrag te kunnen vertonen). Natuurlijk keek ik uit naar een gesprek met Maud, de stadsdichteres van Antwerpen en grote naam in de slam poetry scène. Dat is in mijn jonge carrière als obsessieve poging doener tot spoken word een van de weinige mensen waar ik al enorm veel van gehoord heb maar die ik nog nooit echt had zien optreden. Zeker omdat ik vooral in Antwerpen de honneurs waarneem, vind ik dat nog steeds best wel een prestatie van mezelf. Jammer genoeg heeft zij last minute moeten afzeggen en dan sta je daar plots met mensen die je amper kent. Ja, van David Troch (Gent) had ik al eens gehoord en toen hij zei dat hij naast stadsdichter in Gent ook achter de schermen bij Creatief Schrijven werkte, wist ik waarom, maar Tanja Verhelst (Brugge) en Luc C. Martens (Deinze)? Toegegeven, ik ben niet van de streek en kende hen niet, maar hun voordracht in het begin verklaarde volledig waarom juist zij gekozen waren als stadsdichters. Het waren rake gedichten die de steden gewoon vatten en zelfs als buitenstaander voelde ik me even thuis. Maar hoe word je dat nu? Stadsdichter? “Je wordt gevraagd,” was het antwoord van alle drie, waarna ze een beetje rondkeken naar wie het woord ging nemen. “En ze verwachten meteen antwoord als je daar dan op het bureau van de schepen van cultuur staat,” grinnikt Luc Martens die de ongemakkelijke stilte doorbreekt. “Bij mij was het een telefoontje, maar ja, ze verwachtten meteen antwoord en dan denk je van ja waarom ook niet,” vult David Troch al lachend aan. Wat volgt is een twee uur durend gesprek over allerhande zaken. Tanja Verhelst blijkt eigenlijk een illustratrice te zijn, maar door haar kleine werkjes die ze combineerde met teksten, is ze opgepikt door de organisatie die in Brugge de stadsdichter kiest en zo geschiedde. Het concept stadsdichter stond in alle drie de gevallen voor iemand die de stad moest zien te vatten in woorden en daarbij ook nog eens zo veel mogelijk mensen erbij zien te betrekken. Dat gaat van verzen op de schorten van helpers bij een eetfestijn tot voordrachten bij wandelingen in het donker en gedichten in het rouwregister van Luc Devos (Gorki). Ondanks dat het niet de meest gemakkelijke taak bleek te zijn. (“Stadsbesturen blijven bureaucratisch: als je iets wilt weten, moet je overal achteraan lopen,” moppert Luc Martens met directe bijval van Tanja Verhelst), zijn ze er alle drie in geslaagd om hun taak meer dan goed te doen. Want stadsdichter zijn houdt veel meer in dan enkel hier en daar een gelegenheidsgedichtje te schrijven. “Naast zes gedichten per jaar, heb ik ook workshops gemaakt zodat ik in scholen jongeren aan kon zetten tot slam poetry en poëzie en daar kwamen de meest creatieve dingen uit,” lacht Troch bij de herinnering. “Ik heb in Deinze opmerkelijke plekjes aan de Leie gekoppeld aan seizoenen en zo drie jaar lang elke maand een gedicht voorgesteld in cafés met daarbij een kunstwerk van iemand in de buurt,” vertelt Martens trots. “Ondanks dat poëzie zo een klein publiek trekt, hadden we toch elke keer weer veertig tot tachtig man.” Ondanks dat het soms moeilijk was om de functie in te vullen, blijkt dat geen al te groot probleem te zijn voor de drie dichters. Het is niet altijd gemakkelijk, klinkt het, en ook lang niet altijd je beste werk omdat het een doel moet hebben, maar de deadline is de beste inspiratie! Dat ze het allemaal opnieuw zouden doen, ook nu ze wel weten wat het inhoudt, zegt zeker genoeg! Jammer dat er in mijn dorp geen dichter is, anders zou ik me meteen kandidaat stellen! GaosWat lezen we nu? Bij deze introduceren we een nieuwe terugkerende special waar we bespreken wat we op dit moment lezen. Want hoewel we twee keer - soms zelfs drie keer - per week een artikel posten, kunnen we helaas niet van elk boek dat we lezen een recensie plaatsen. Door deze special willen we deze boeken toch nog een beetje laten shinen. LouiseHoewel ik op het moment weinig tijd heb om te lezen, doe ik toch mijn best om zo eens in de zoveel tijd een hoofdstuk te lezen voor het slapen gaan. Voor iemand die boeken verslond op jongere leeftijd is dat wellicht nogal tragisch, maar goed, daar gaat het nu niet om. Ik lees op het moment Het Gouden Garen, het derde deel in de Spiegelwereld-serie van Cornelia Funke. De eerste twee boeken heb ik vorig jaar op een gegeven moment gelezen, maar aan de derde kwam ik maar niet toe. Ik lees het boek trouwens in het Engels, maar dat maakt qua titel niet uit - hij heet The Golden Yarn, dus wat dat betreft is het letterlijk vertaald. Als kind was ik dol op de boeken van Cornelia Funke, vooral op Hart van Inkt, dus ik was dan ook totaal extatisch toen ik ontdekte dat ze een nieuwe serie had. En het stelt niet teleur! De boeken blijven magisch, maar op een bijzondere manier, die ik tot op heden nog met niets anders heb kunnen vergelijken. Vanwege omstandigheden (uni) ga ik er nogal traag doorheen, maar dat neemt niet weg dat het zeker aanraders zijn. PhoenixOp dit moment lees ik drie boeken door elkaar heen. De eerste is is Heerestraat & Rozenlaan van Carlie van Tongeren, waar ik echt zó doorheen vlieg. Het behoort mijns inziens zeker tot de ‘betere’ boeken van Nederlandse bodem! Er komt ook nog een recensie van dit boek op Kladblog, dus ik wil er nog niet veel over kwijt, maar psst, tip van de sluier: ik ben positief. Het tweede boek dat ik lees is Mortal Engines van Philip Reeves. De film is binnenkort in de bioscoop en de makers van The Lord of the Rings en The Hobbit hebben eraan gewerkt, dus dat kan alleen maar epic worden. Maar natuurlijk wilde ik eerst het boek lezen, vandaar dat ik eraan begonnen bennen. En, eh, het concept is tof en interessant, de schrijfstijl waardeloos (sorry!). Ik weet niet in hoeverre de vertaling daarbij een rol heeft gespeeld, maar dit somt mijn ergernissen een beetje op: gigantische infodump aan het begin van het verhaal, ongepaste perspectiefwisselingen en houterige zinnen. Af en toe staat er tussen haakjes extra uitleg over een handeling van een personage en zit ik van ‘???’, want dat was nergens voor nodig. Maar zoals ik al zei: het idee zelf is heel interessant, dus ik ben nog steeds geïntrigeerd en de personages zijn ook wel oké tot dusver. En tot slot lees ik And I Darken van Kiersten White. De personages zijn echt awesome. Het boek is wel erg politiek gericht, waardoor het langdradig kan overkomen, maar dit maakt het plot wel voller en complexer. In combinatie met de personages zorgt dit voor een heel tof boek. Ben benieuwd hoe dit zal eindigen! IantheIk zit de laatste tijd nogal in de zogenoemde reading slump omdat ik tegenwoordig meer schrijf dan lees, maar af en toe probeer ik toch weer een boek open te slaan. Recentelijk is Catwoman: Soulstealer van Sarah J. Maas uitgekomen, maar de eerste paar hoofdstukken waren zo slecht geschreven dat ik daar simpelweg niet doorheen kon komen, dus heb ik hem uiteindelijk maar aan de kant gelegd. Eind deze maand kwam Kingdom of Ash uit, tevens een Sarah J. Maas-boek en het laatste deel van de Throne of Glass-serie. Hoewel dat boek ook zeker niet als ‘goed’ te bestempelen is, kom ik er een stuk makkelijker doorheen omdat ik al zoveel tijd in de serie heb geïnvesteerd. Ik heb zes boeken gekocht en gelezen om tot dit zevende boek te komen, en dat is dan toch weer meer dan honderd euro (hardcovers, you feel me) en talloze dozijnen uren aan lezen. Hoewel Kingdom of Ash bijna de duizend pagina’s aantikt, verwacht ik er wel snel doorheen te komen. Laten we maar zeggen dat mijn haat jegens de personages me extra energie geeft. SophieVroeger haatte ik het om boeken door elkaar te lezen omdat ik volledig in een verhaal wilde duiken. Tegenwoordig heb ik echter zo weinig tijd dat ik mijn boeken maar over honderdduizend locaties verspreid om alsnog te kunnen lezen. Vicious ligt in de keuken voor tijdens het ontbijt, Schaduw van de Vos en Tot in de Dood liggen naast mijn bed, Leah on the offbeat in de woonkamer, Fataal Spel zit in mijn tas, samen met mijn ereader zodat ik eventueel Over Wezenloze Zielen kan herlezen. Eigenlijk had ik gehoopt vandaag in Iskari: de gevangen koningin te starten en deze meteen uit te lezen, maar de verschijningsdatum is weer verplaatst. Schaduw van de Vos Leah on the offbeat Tot in de dood Iskari: de gevangen koningin Fataal spel Over Wezenloze Zielen Vicious GaosIk heb zo genoten van ‘Leah on the offbeat’ dat ‘What if it’s us’ van Becky Albertalli en Adam Silvera de perfecte optie leek om uit mijn leesdipje te komen! En het werkt zo hard! Van niet lezen naar toch weer enkele uren per week dat ik gewoon mijn verstand op nul zet en de pagina’s omsla terwijl ik wegzwijmel bij een boek met een te hoog fluff gehalte. Ik hou er zo van! De referenties, de schrijfstijl, het alles! En als deze uitkomt, ben ik nog aan het twijfelen tussen ‘een bijna definitieve lijst van nachtmerries’ of ‘girl of paper and fire’ (uit de oktoberbox van fairyloot die ik sws opnieuw ga kopen, bc that shit’s awesome!) KatieIk heb enkele seconden geleden The Sun is also a Star uitgelezen en enkele dagen daarvoor Everything Everything, allebei geschreven door Nicola Yoon. Stiekem vind ik zulke zoetsappige verhalen fantastisch en deze ook, maar ze bereikten allebei zeker een hoog percentage van de “Dit is zo onrealistisch ik kan niet meer verder lezen”- meter. Nu ben ik al vrij gemakkelijk met onrealistische dingen en accepteer ik veel, maar Everything Everything scoorde net iets te hoog. Uiteindelijk kon ik door het schattige einde van beide boeken alles tóch accepteren en onderbrak ik mijn moeders favoriete show om dit te mededelen. Dat vond ze niet zo leuk, oeps!
Toen Turtles All The Way Down van John Green uitkwam, heb ik deze gelijk gekocht en helaas ben ik er nog steeds mee bezig. Ik heb denk ik ⅕ bereikt, maar ik kom er maar NIET doorheen. Ik vrees dat deze op het lijstje van nooit afgelezen boeken komt en deze lijst bestaat tot nu toe alleen uit The Hobbit van J.R.R. Tolkien. Hier kwam ik én niet doorheen én het boek is al twee jaar zoek. Uitgeleend? Verstopt? Geen idee, maar ik kwam er niet doorheen en technisch gezien ben ik er nog steeds in bezig! |
CategorieënArchieven
Juli 2019
twitter
goodreads |