Damn, Honey - het eerste pamflet dat uitgeverij Blossom Books uitgaf in reactie op het boek Tired, but sexy. But Tired van Jamie Li. In het boek van Jamie Li werd onder andere geschreven dat vrouwen maar ‘zin moeten maken’ als hun vriend zin heeft in seks. Want, ja, mannen moeten nu eenmaal hun zaad kwijt en vrouwen dienen dan maar te helpen. Niet volgens Damn, Honey die kort maar krachtig aangeeft: vrouwen moeten helemaal niks.
Wat jullie misschien niet verrast is dat we ook een groepschat hebben die niet stilstaat. Damn, honey was de laatste tijd een van de punten die elke dag terugkwam, dus we besloten er een discussiebericht van te maken. Heb jij (net als wij) het boek gelezen? Laat dan zeker hieronder weten wat jij ervan vindt! Wij beginnen alvast met onze mening te geven: Lea: Damn, Honey is een van die boeken die ik eigenlijk aan iedereen aan zou raden. Niet alleen mensen die in aanraking zijn geweest met seksuele intimidatie, niet alleen meisjes die zich zelfbewust en onzeker voelen, en zeker niet alleen vrouwen of meisjes in het algemeen. Het heeft goede boodschappen voor iedereen en ik weet zeker dat ook iedereen er iets van kan leren. Tegenwoordig zijn er zoveel dingen in onze maatschappij die als normaal gezien worden, die eigenlijk gewoon niet oké zijn. Ik heb ook het gevoel dat mensen met heel veel weg kunnen komen. Het is goed om mensen te horen zeggen dat nee, het niet oké is als mensen je catcallen of op welke manier dan ook seksueel intimideren en dat nee, je echt niet dun hoeft te zijn om je mooi te voelen. Die stem mag wat mij betreft zelfs nog best wat harder schreeuwen. Sophie: De cover van ‘damn, honey,’ is prachtig. Niet zo gek dus dat ik nadat ik de achterflap las, besloot om hem te preoderen bij mijn boekhandel. Ik heb nergens spijt van. Zonder twijfel is het mijn best besteedde zes euro ooit. Soms weet je dingen namelijk wel, maar moet je ze ook nog even horen, of in dit geval lezen. Ik ben zo positief over dit pamflet. Ik heb blogs zien schrijven dat je je niet moet laten afschrikken door de feministische tekst op de voorkant, maar laten we wel wezen, dit pamflet is niet feministisch. Niet in de directe vorm in ieder geval. Dit pamflet roept niet op om te vechten tegen de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen of tegen vrouwenbesnijdenissen, maar het roept wel op om geen ene fuck te geven om wat andere mensen van jou vinden en hoewel dat niet direct feministisch is, is het wel iets dat zoveel vrouwen, maar ook mannen moeten horen. (oké, stiekem is het wel feministisch, maar je snapt mijn punt. De subtitel laat het heftiger klinken dan het is) Dit pamflet kaart dingen in onze samenleving aan die crue, onrechtvaardig en ronduit raar zijn en het doet het op zo’n persoonlijke manier dat je meeleeft en de schrijvers wilt knuffelen. Ik heb zelden over zulke krachtige vrouwen gelezen die mij vertelden dat ik ook krachtig kon zijn. Kijk, dit boek roept namelijk niet direct op om te vechten, maar indirect wel degelijk, als je na het lezen van dit pamflet nog niet boos bent en durft te beweren dat seksisme niet meer bestaat, word ik gek. De opbouw van dit pamflet sleurt je mee vanaf de eerste bladzijde, we zien hoe haat voor lichaam uiteindelijk niet alleen je kleding maar ook je relaties en rest van je leven beïnvloeden. We gaan steeds dieper tot er geen weg meer terug is. Misschien zijn sommige zinnen een beetje heftig voor mensen die een eetstoornis hebben gehad. Mijn partner legde het boek weg omdat het met ‘body positifity’ begon en hij het gevoel had dat dit boek niet voor hem was, maar er staan zoveel dingen in die hij ook moet lezen. Er zijn zoveel jonge meisjes (en ook jongens) die dit boek nodig hebben om te weten dat je prachtig bent zoals je bent en je kunt dragen wat je wilt, want wat als mensen gaan oordelen? Laat ze lekker. Dit pamflet noemt twee dingen die ik vroeger moest horen en ik ben zo blij dat er nu mensen zijn die dit al eerder weten: Er bestaan meer seksualiteiten dan heteroseksualiteit en het is zoooo belangrijk om je eigen grenzen in de gaten te houden. Geweldig. Ik denk dat we niet hoeven te discussiëren over dit boek, maar dat iedereen weet dat het een plek nodig heeft in onze huidige maatschappij. Natuurlijk zijn er gebreken en vond ik sommige informatie te persoonlijk en ronduit ongemakkelijk om te lezen, maar taboes zijn toch maar iets van vijftig jaar terug. Katie: Een schattig, klein en roze gekleurd boekje. Ik had dit boekje eigenlijk nog maar één keer voorbij zien komen online, en had het boek van Jamie Li ook niet gelezen (maar goed ook, want ik had het boek prompt weggegooid bij het lezen “Maak maar zin als je man er zin in heeft.”) Ik las het in de trein; misschien niet de allerbeste plek om dit te lezen. Nee, lees het lekker thuis op de bank of in je bed, maar de trein kan ik niet aanraden voor dit boek. Bij enkele stukken was ik maar dolblij dat men niet wist wat er in stond, want ik kreeg het toch wel een beetje benauwd toen ik las over ervaringen met het experimenten met je lichaam. Ik bedoel, je zou het maar lezen en een bekende tegenkomen. “Hé, wat lees jij nou?” Nope. Geen aanrader voor in de trein. Maar goed, waar je het boek wilt lezen is iets waar je zelf de keuze in moet maken, maar daar ben je hier niet voor. Damn, Honey is een ongelofelijk goed en realistisch boek. Als jij geen zin hebt, doe je het toch gewoon lekker niet? Ik vond het fantastisch. Mensen deelden hun eigen ervaringen en het was prachtig, omdat het écht was. Ik kon alleen maar hard knikken toen ik las dat je moest dragen wat je zelf wilden, dat meisjes zelfverdediging krijgen terwijl de jongens gymles krijgen (waar slaat dat trouwens op, leer je handen thuis te laten, dan hoef ik niet meer stom te leren hoe ik hard stop moet zeggen of iemand onderuit moet halen bij een gymles!). Dan ben ik nog niet eens begonnen over het brillen stuk. Zelf draag ik ook al vier of vijf jaar een bril en ik krijg minstens een keer per week - of vaker - de vraag waarom ik geen lenzen draag. Omdat ik gewoon niet wil, punt uit! Laat me lekker doen wat ik zelf wil, toch? Daar draait Damn, Honey helemaal om en wat ben ik het me ze eens. Een goed, zalig, feministisch boek! Oh, en pluspunt, de cover is absoluut beeldig. Eerlijk? Ik kreeg gewoon een beetje tranen in de ogen en hoop, dat er toch nog mensen zijn die het wél fatsoenlijk kunnen zien en vinden dat al jij geen zin hebt, je het ook niet moet maken. Dat je moet doen waar je zelf zin in hebt. Mijn conclusie is dat Damn, Honey een lekker motiverend en positief boek is. En daar mogen er bést wel wat meer van zijn in de wereld, vind je ook niet? Gaos: Ik las dit boek op zo’n dag waarop je denkt dat de wereld je haat. Dan bedoel ik niet gewoon haten, maar haten met passie. Het regende, ik had ruzie met mijn zussen, ik had honger en enorme spierpijn van een training die ik eigenlijk niet echt aankon (maar groepsdruk en niet willen onderdoen voor de jongens want mijn ego kon dat niet aan, you know). Het liefst van alles was ik onder mijn deken gekropen, volledig uitgeput. Maar de wereld haatte me met passie die dag, dus op het moment dat ik me languit op mijn bed legde, zei mijn brein doodleuk ‘Hé, jij gaat het komende uur nog niet slapen.’. Dus daar lag ik dan, uitgeput en gefrustreerd, bijna in tranen totdat ik besefte dat ik een paar dagen terug naar de boekhandel was geweest en dit kleine pamflet meegenomen had. Feel good, het klonk zo goed en ondanks dat ik enorm sceptisch was, kon ik het maar proberen. De wereld haatte me toch, dus als het slecht was, kon ik dat er ook nog wel bijnemen. Het ding is, het was niet slecht, integendeel: het was ongelooflijk aangenaam! Meer zelfs: toen ik iets meer dan een uur later de laatste pagina doorbladerde, sloot ik het boek, glimlachte ik gelukzalig naar de voorkant, heb ik me omgedraaid en ik ben direct in slaap gevallen. Misschien haatte de wereld me dan toch niet zo hard en dat had alles met Damn Honey te maken. Het pamflet wijst terecht volledige fouten aan die door de gemiddelde man (inclusief mijn vader) bestempeld wordt als hypersensitieve, feministische prietpraat en toch was ik het eens met elk woord dat er gezegd wordt en dat begint al met de achterflap. Het is bullshit dat nafluiten gezien moet worden als een compliment, ik ben het beu om te horen te krijgen dat ik te dik ben om iets te dragen (dat zie ik zelf ook wel en exact dat is ook een probleem). Ondanks dat ik al grote stappen naar zelfliefde gezet had dit jaar (fuck de wereld enzo), was dit boek een grote stap vooruit. Van seksualiteit, naar zelfbeeld, naar feminisme op een positieve manier en nog zoveel meer. De getuigenissen waren grappig, ontwapenend en met de vinger op de zere plek op elk moment en dat maakt het juist zo zalig, confronterend en motiverend tegelijkertijd! Dus ik besluit dit met een boodschap voor deze hele aardkloot: beste wereld, voor je opnieuw besluit om me te haten, lees dit boek en denk dan nog eens opnieuw na. Conclusie: Iedereen van ons die ‘Damn, Honey’ las, was positief verrast. Dit boek is een aanrader. Koop het, koop het nu, want misschien heb jij het niet nodig, maar dan is er vast iemand in je omgeving die het stiekem doorbladert op je toilet en waarvoor een wereld opengaat. Heb jij er ook een mening over? Laat deze dan zeker en vast hieronder achter!
0 Reacties
Ahh, de DC Icons reeks, een schonere toevoeging aan mijn boekenkast kan ik me niet echt inbeelden op dit moment. Zowel met als zonder omslag zijn het pareltjes van uitgaven die ik veel te graag allemaal verzamel! (rip mijn portemonee) Dat geldt ook voor Wonderwoman: warbringer, zeker omdat ik bijna alles wat Bardugo schrijft slik als zoete koek. Dus toen ik hoorde dat zij Wonder Woman geschreven had, was ik meteen verkocht. Waarom ook niet? We hebben het hier wel over Diana Prince, je weet wel, die prachtige vrouw die door Gal Gadot gespeeld wordt. *hartjesogen Voor zij die ervoor vreesden, nee het is niet het verhaal van de film en hoewel dat enerzijds heel fijn was, vond ik het ook jammer dat er helemaal geen rekening mee gehouden werd. Het zit zo dat de film en het boek niet overeenkomen qua feiten en tijdlijn en dat is ergens wel jammer. Zeker van een groot huis als DC had ik verwacht dat ze daar wel op zouden letten, maar in het boek hebben we het over Diana die in onze tijd een meisje redt, zo voor het eerst van het eiland afgaat en haar bestaan als amazone op het spel zet om de wereld te redden. Anderzijds krijgen we zo ook een betere blik op Diana’s amazone-zijn en haar polemiek op het eiland met haar ‘tante’ Tek en haar moeder Hippolyta die probeert te schipperen tussen de partijen en dat geeft haar een diepere achtergrond dan in de films. Maar goed, Diana redt Alia van een dood op Themyscira (het mythische amazone-eiland) en ze moeten (voor het te laat is natuurlijk) in een bron in Sparta gaan baden waar ook Helena (je weet wel, die van de Trojaanse oorlog) gebaden heeft om de vloek op haar bloedlijn te doorbreken en ervoor te zorgen dat er geen oorlog komt. Dat is echter buiten een aantal mensen gerekend die Alia het liefst gewoon dood willen hebben. Ook niet zo moeilijk als je samen met je broer de enige erfgenaam bent van het fameuze Karealis-lab, een multinational die baanbrekend werk verricht in de biologische sector. Maar wat vond ik ervan? Wel, de personages waren geweldig. Geen twijfel mogelijk, met Alia, haar broer Jason, beste vriendin Nim, de rijkeluiszoon Theo en Diana zelf heb je een zeer divers stel bijeen dat je leidt doorheen het boek. En die diversiteit wordt op een hele goede manier uitgespeeld naast hun gewone karakters die op zich al zo kleurrijk zijn dat ik graag nog tien boeken over het stel zou lezen. Nim en Theo met hun sarcastisch gekibbel, Alia met haar je-ne-sais-quoi en Diana is en blijft Diana Prince die het verhaal vaak genoeg steelt met haar eerlijkheid en haar onbevangenheid. Daar heb ik helemaal niks op aan te merken. Het plot daarentegen… Dit is het eerste boek van Bardugo waarbij ik na afloop denk van ‘Hmm, daar hadden dingen beter gekund.’ En die zijn allemaal met betrekking tot het plot. Ik heb in het begin veel moeite gehad om in het boek te komen en vooral ook in het verhaal te blijven. Het kwam wat traag op gang naar mijn goesting en er zaten een paar elementen in die mij overbodig leken. Het middenstuk las dan weer als een trein (ik was echt een grote fan van de passage in het MET), maar toen ik dacht dat het einde daar was en er een epische ontknoping zou komen, stelde me dat eigenlijk best wel teleur. Het voelde kort en zelfs bijna afgeraffeld aan, alsof ze niet over een bepaald aantal pagina’s mocht gaan en dat vond ik jammer, want dat heb ik nooit eerder gehad in haar boeken. Dat zorgde er ook voor dat ik wat op mijn honger bleef zitten. Sad, want het verhaal met zijn klassieke superhero structuur heeft veel potentieel, humor en een meer dan degelijke schrijfstijl. Conclusie: het plot is iets minder dan ik van Bardugo gewoon ben, maar de personages dragen moeiteloos het verhaal en hebben mij er toch van doen genieten. Jammer van het einde, maar geen spijt dat ik me erdoor geworsteld heb! Drie en een halve ster! GaosIedereen kan zich wel wat voorstellen bij het woord “science fiction”. Ruimteschepen, planeten, ingewikkelde technologie, een dystopische samenleving, aliens, gevaarlijke experimenten. Wat mij echter de laatste tijd opviel, is dat er veel discussie is over een van de meest gekende scifi werken, met name Star Wars. Het wordt steeds vaker een ‘fantasy in space’ genoemd, snerend naar Star Wars fans dat ze dus eigenlijk niets weten van science fiction. Naar mijn mening is dat een nogal belachelijk standpunt, want science fiction is een overkoepelende term. Het kent heel veel subgenres die elk een andere nadruk leggen en andere facetten van de wereld willen belichten. Want - om maar een voorbeeld te noemen - zowel The Hunger Games (dystopische wereld) als Ex Machina (experimenten met robots en artificiële intelligente) zijn science fiction werken - ook al zijn ze zo anders. Naast subgenres ontstaat er door dynamiek in de kunst ook overlapping met andere genres: Ex Machina is namelijk ook een psychologisch verhaal. Om uit te kunnen leggen waarom star wars wel degelijk tot het sciencefictiongenre behoort, moeten we terug naar waar scifi begon: de negentiende eeuw. Dan beland je namelijk bij ‘Frankenstein or The Modern Prometheus’ van Mary Shelley. Dit boek is in feite een gothic novel (hieruit is ook het horrorgenre geëvolueerd!). Wat maakt dit een science fiction werk? Het experiment van dokter Frankenstein om zelf leven te creëren en zo god te spelen. Het boek behandelt eigenlijk vooral de vraag tot in welke mate technologie iets goeds is (tijdens de wereldoorlogen begon men pas écht geconfronteerd te worden met de slechte kanten van onze ‘vooruitgang’). Dokter Frankenstein is namelijk zodanig bezig met de vraag “Kan ik dit doen? Kan ik leven scheppen?” dat hij vergeet na te denken of hij het wel zou mogen doen. Twee eeuwen verder en uit de gotische roman is er niet zomaar een heel genre ontstaan, maar ook héél erg veel subgenres. Een groot onderscheid dat je al snel kan maken is het verschil tussen ‘hard science fiction’ en ‘soft sience fiction’. Hard scifi houdt zich bezig met de natuurwetenschappen. De focus ligt dus op fysica, chemie, biologie en zo verder. Anderzijds kan het ook duiden op het feit dat de auteur álle technologie in zijn/haar boek duidelijk uitwerkt volgens al bestaande theorieën. Alles wordt verklaard met wetenschap, uiteraard wel technologie die niet bestaat, maar volgens onze huidige kennis kans hebben om ooit te bestaan. Je kan je inbeelden dat zulke science fiction schrijven uitermate moeilijk kan zijn. Best veel auteurs die dit schrijven, zijn dan ook wetenschappers - je hebt nu eenmaal die kennis nodig, wil je dit goed doen! Soft scifi is al meer naar de kanten van Frankenstein. Of het duidt erop dat de focus ligt op bijvoorbeeld economie, psychologie, politiek en zo verder. Anderzijds kan het er ook op duiden dat de auteur niet de moeite doet alle technologische zaken duidelijk te verklaren en beschrijven, omdat hij/zij meer de focus legt op de emoties, de plot, de ontwikkelingen. Daarom dus Frankenstein, dat de lezer vooral meetrekt in Frankensteins miserie. Is ieder werk gewoon op te delen binnen deze twee onderscheidingen? Natuurlijk niet! Schrijven blijft iets dynamisch en een auteur kan er perfect voor kiezen om beide in zekere maten te combineren. Als je echter had gehoopt dat dit alles was, dan stel ik je teleur. Er is véél meer. Zo veel dat ik onmogelijk alles kan belichten, dus ik zal bij voorbaat gewoon enkele subgenres noemen die ik zal bespreken: maatschappelijke sciencefiction, apocalyptische en post-apocalyptische scifi, steampunk en space opera. Zonet had ik het over soft scifi en eigenlijk is maatschappelijke scifi daar slechts een specifiekere vorm van. Dit draait namelijk compleet rond de sociologische kenmerken van een toekomstige maatschappij. Algemeen bekend en berucht is 1984 van George Orwell: Big Brother en zulke dingen. Waar evolueert onze samenleving naartoe? Wat zou er gebeuren als dit... ? Of eigenlijk is onze maatschappij slechts een minder extreme versie van dit… Apocalyptisch. Je kan je wel wat bij voorstellen: het einde van de wereld. Hoe? Dat kan van alles zijn: natuurrampen, nucleaire oorlogen, de maan die plots op de aarde afkomt (ik denk echt dat ik serieus eens zo’n film zag, lang geleden). Scifi is vooral speculeren over de toekomst, wat allemaal kan gebeuren en in apocalyptische werken wordt er dus gewoon nagedacht over hoe de wereld, zoals wij die kennen, tot een einde zou kunnen komen. Rechtstreeks hieraan gebonden is post-apocalyptische scifi. Wat gebeurt er na zulke vreselijke ramp? Ik denk dat dit nauw verbonden is met dystopische fictie - een heel verhaal op zich. The 100, The Hunger Games, The Maze Runner zijn maar enkele YA werken die in feite post-apocalyptische scifi zijn. Maar Steampunk is evengoed scifi. Steampunk wordt snel geassocieerd met cosplay alleen, waarom? Omdat Steampunk eigenlijk een middenweg is voor wie houdt van de mooie kleren en speciale vibe van de 19e eeuw en een technologisch geavanceerde maatschappij. Terugkerend in steampunk is dan ook heel vaak stoom - want duhu, stoom was het van het tijdens de eerste industriële revolutie. Steampunk kan zowel gesitueerd zijn in een alternatieve versie van de 19e eeuw of juist in de toekomst of in een ander heelal. Het maakt niet uit, zolang de esthetische aspecten van de 19e eeuw erin zijn, maar er ook ver geavanceerde technologie is, zit je met steampunk. Dan komen we bij een van de meest beruchte, maar toch weinig gekende subgenres: de space opera. De naam zelf geeft al meteen weer met wat je te maken hebt: een groot, episch werk vol drama. Vooral opvallend in de muziek. Weet je waar je dus aan moet denken? Juist ja, Star Wars is het epitoom van de space opera. Space opera is eigenlijk een ridder- en heldenverhaal, maar dan gesitueerd in de ruimte. Cliché tropes zoals de held die op een queeste moet om een prinses te redden (Star Wars episiode IV, much?) niet in een koninkrijk hier vandaan, maar in een sterrenstelsel hier ver vandaan. De machtsstrijden vinden nu plaats tussen planeten, niet tussen landen; een groot deel van de magie is vervangen door technologie. Ook al doet de term ‘opera’ denken dat de muziek er wat te maken heeft, is dat niet waar. In het geval van Star Wars kun je echter niet ontkennen dat de muziek wel erg veel doet denken aan een opera. Dit maakt dan ook meteen duidelijk waarom ik het onterecht vind om Star Wars geen science fiction te noemen. Het komt inderdaad wat makkelijk over, is niet erg anders als een ridderverhaal, maar dat is ook het opzet - ridders in space. Welnu, nu we toch bezig zijn met Star Wars (het was echt niet de bedoeling dat ik zo veel daarover ging praten, maar het is een mooie springplank naar mijn volgende punt), “the force” is volgens velen namelijk toch gewoon bewijs dat het fantasy is en géén science fiction. Wel, mensen, er bestaat ook zoiets als science fantasy. Het grote verschil in science fiction en fantasy ligt in hoe het “onwaarschijnlijke” verklaard wordt. Dat een personage voorwerpen kan laten bewegen, wordt in fantasy afgestempeld als een gave. In science fiction heeft hij/zij misschien een apparaat om het oor waardoor hij/zij dat kan doen. Feit blijft dat beide personages voorwerpen kunnen doen bewegen zonder aan te raken. Science fantasy combineert elementen van beide genres uiteraard en dat zie je vooral in hetgeen hierboven. Zo is bijvoorbeeld de werking van de ruimteschepen wel compleet wetenschappelijk te verklaren, maar andere dingen (in het geval van Star Wars, the force) juist niet. Het mooie hieraan is dat je logica kunt hebben, vermengd met het iets mystiekere van fantasyelementen. Soms worden werken, waarin de technologie totaal niet verklaard wordt of gewoon te onmogelijk lijkt, ook wel gesitueerd in science fantasy. Maar wel, het belangrijkste voor mij was om de term even te kunnen belichten. Interessante science fantasy werken, zijn ‘Dying Earth’ boeken van Jack Vance (dat trouwens ook een heel ander subgenre inleidde voor de scifi, namelijk boeken die zich specifiek afspelen aan het einde van leven op aarde) en nou, Star Trek - met The Q en zo. Voor ik afrond wil ik nogmaals benadrukken dat er altijd over gediscussieerd kan worden tot welk genre of subgenre een boek behoort. Of dat er eigenlijk toe doet? Niet echt: ik blijf Star Wars leuk vinden of het nu fantasy of scifi is. Bovendien overlapt veel met elkaar, kunnen altijd combinaties gemaakt worden, want kunst is een dynamisch iets. En dat geldt ook voor schrijven zelf, uiteraard. LiviaWat voor een ziek spelletje is dit? Nadat haar zusje Jessie is ontvoerd, stuurt de kidnapper allerlei opdrachten naar Carmen. Alleen als ze gewillig meespeelt en alle raadsels oplost, zien de twee meiden elkaar nog terug. Althans, dat is wat de dader beweert. Samen met haar vrienden voert Carmen de bevelen uit, maar de uitdagingen worden steeds extremer en gevaarlijker. Hoe ver zal ze gaan om haar zus te redden? Cover, titel en flaptekst Om eerlijk te zijn, zijn we niet helemaal fan van de cover. Het sluit natuurlijk wel heel goed aan bij het verhaal: na één blik heb je een idee over de sfeer van het verhaal. We vinden het er echter een beetje goedkoop uitzien - maar dat is slechts onze smaak. (In tegenstelling tot de cover van ‘Truth or dance’ die is echt geweldig). De titel voorspelt spanning en dramatiek. Heel goed gekozen op dat vlak, want dat trekt meteen de aandacht. De achterflap bouwt goed verder op dat onheilspellende. Disclaimer: deze recensie bevat spoilers! Inhoudelijke recensie Het verhaal loopt als een trein. Een hoge snelheidstrein. Soms misschien té snel. Af en toe hadden we zelfs de indruk dat personages bepaalde keuzes maakten om het tempo van het verhaal te laten doordenderen zonder dat er rekening werd gehouden met hun karakter. Je verveelt je door dit dravende tempo alleszins geen enkel moment. Het plot zelf vonden we helaas nogal voorspelbaar en onrealistisch. We konden direct de personages eruit pikken die iets te maken hadden met Jessies ontvoering. Wát ze er exact mee te maken hadden konden we echter niet goed raden, dus dat mysterie bleef er voor ons wel in. Het verhaal heeft ook de nodige verrassingen die de lezer op het puntje van zijn stoel laat zitten - zoals bijvoorbeeld het afbranden van het huis waar Carmen samen met haar vrienden woonde. Het was jammer dat er uiteindelijk op geen enkele manier te voorspellen was wat de motieven van de daders waren: het wraak nemen voor Carmens vreselijke pestgedrag. Ergens geeft het een sterke boodschap dat ze al die shit die ze heeft gedaan is vergeten: het benadrukt dat pestkoppen echt niet inzitten met de consequenties van hun daden. Anderzijds vinden we het onrealistisch dat het zo lang duurde voor ze het besefte. Zo jong was ze nu ook weer niet? Je herinnert je echt wel nog hoe je je gedroeg op de basisschool. Door geen enkele hint te geven aan de lezer, hoe vaag of miniem ook, lijkt de reden achter de ontvoering op het laatste moment gekozen te zijn. En nee, dat Jessie en Carmen grapjes maakten over Paul is niet genoeg foreshadowing. Met deze achtergrondinfo, haken we direct in op de personages. Om eerlijk te zijn voelden die nogal oppervlakkig aan. Zelfs Carmen, het hoofdpersonage, leerden we niet echt kennen. Ze reageerde geschokt, verdrietig of woedend wanneer dit ‘gepast’ was, maar we wisten niet wat haar dromen of doelen waren en als we nu erop terugkijken, kunnen we niet zeggen ‘Carmen zou zus of zo reageren in die situatie.’ Haar verleden als pestkop maakte haar niet dynamischer of complexer zoals gehoopt, ondanks dat ze dus blijkbaar niet zo’n goed persoon is zoals we in de eerste instantie dachten. En dat heeft als simpele reden, omdat we aan niets konden merken hoe Carmens verleden impact op haar heeft gehad. Wie is Carmen? We hebben geen idee. En geloof me, dat vinden we erg jammer. Wat betreft overige personages hadden we ook wel de indruk dat het stereotypen waren. De moeder en vader leken ook gewoon niets meer te zijn dan dat - ouders, waarbij de moeder logischerwijs weer super bezorgd is en de vader weer logischerwijs haar steunt, ook al heeft hij evengoed redenen om een mental breakdown te krijgen. Carmens vriendin, Tahnee, was ook weer de typische beste vriendin. Vaak was ze verdwenen, zogezegd bij haar vriendje/dates om op de juiste momenten weer te verschijnen en Carmen te steunen. Chris had iets meer diepgang - en was meer dan het stereotype ‘gay best friend’, godzijdank - maar net zoals bij de andere personages hadden we weinig feeling met hem. Toen we het boek dichtsloegen hadden we, net zoals bij Carmen, niet het idee dat we de personages hadden leren kennen buiten de rol die ze moesten vervullen om het verhaal te laten werken. De bad guys, om het even zo te zeggen, leken me in eerste instantie een goed motief te hebben. Maar toen bleek Marissa vooral nogal psychopatisch te zijn en dat vonden we weer jammer. Moeten de criminelen nu altijd psychopaten zijn? Het gaf ook een veel onrealistischere sfeer aan de vriendin die een slechterik bleek te zijn. Het zou veel interessanter zijn geweest mocht ze bijvoorbeeld ook haar twijfels hebben gehad, maar het toch hebben gedaan, omdat ze zoveel gaf om haar neef. Dat we niet echt wat voelden bij de personages, ligt misschien aan de schrijfstijl. Dat het verhaal zo ongelooflijk snel ging, ligt daar ook wel aan. De relaties tussen de personages was eveneens weinig ontwikkeld. Zeker, er werd wel benoemd dat ze vrienden waren en dat Carmen en Jessie een band hadden die dieper dan een normale zussenband ging, maar we vóélden het niet. Wellicht dat de vaart het verhaal juist die diepgang en karakterontwikkeling in de weg stond. Een moment van rust waar de lezer meer te weten kwam over hoe de relatie tussen Carmen en Jessie in elkaar stak of die tussen haar en haar vrienden had zeker een meerwaarde gegeven. En voornamelijk als het niet zou worden verteld, maar laten zien. Als laatst kunnen we het niet laten te benoemen: een ergernis die wel vaker bij thrillers naar boven komt. Als je een plot schrijft waar de politie betrokken bij is, geef dan een goede reden waarom je personage kostbare bewijs achterhoudt voor de politie of deze niet inschakelt op levensgevaarlijke momenten. De mening ‘de politie doet niks’ of ‘de politie is te langzaam’ is géén goede reden. Ik heb dan echt zin om het hoofdpersonage door elkaar te schudden. Je zusje is ontvoerd! Hoe kún je bewijs achterhouden? Hoe kún je denken: ‘ik ga even slapen en dan morgen wel naar de politie met bewijs’? Zéker aangezien het hoofdpersonage uiteindelijk bleef leven door de politie die ze door het hele verhaal heen niet competent genoeg achtte. Het was ontzettend onrealistisch - zo handel je toch niet als je zusje ontvoerd is? - en frustrerend om te lezen. Hoewel we wel moeten toegeven dat de politie soms nogal dom overkomt in het boek. Nadat het huis is afgebrand waar Carmen verbleef met haar twee huisgenoten en ze wordt ingelicht door de politie, gaat ze de volgende dag langs. Ze vindt nota bene op de voordeur van het afgebrande huis een briefje met een bericht van de ontvoerder van Jessie. Hoe de politie dát over het hoofd heeft gezien, is ons een raadsel. Zijn er positieve punten naast de vlotheid van het boek? Zeker, we kunnen het erg waarderen als een young adult boek draait om andere relaties dan de romantische en dat is waar dit boek in uitblonk. In Fataal Spel staat altijd - altijd - de hechte zussenrelatie centraal en dat vondden we hartverwarmend om te lezen. Bovendien was er niet eens een liefdesinteresse en als je genoeg young adult leest, weet je dat dit zelden tot niet voorkomt. Petje af voor Chinouk dat ze lezers ondanks dit bijna ‘verplichte’ gebrek een populair boek kan schrijven. We hopen oprecht dat met de tijd de kritische punten die we hebben aangehaald nergens meer voor nodig blijken te zijn. Tot slot Chinouk Thijssen schrijft op zo’n manier dat je er als lezer door kunt vliegen. Maar helaas vinden we het ook wat oppervlakkig. Veel zinnen die een gelijkaardige opbouw hebben dicht bijeen - denk aan zinnen die beginnen met ‘ik’ vooraan die veel opeenvolgend terugkomen. Ook, hebben we de indruk, is er de angst of de aarzeling om eens wat beeldender te schrijven - hier en daar wat meer uit te wijken op de omgeving, een herinnering, hoe een personage eruit ziet, gevoelens en dat dan ook te doen met een wat een gewaagdere stijl. We weten dat we te maken hebben met een young adult boek, maar hé, die kunnen evengoed wat uitgebreidere beschrijvingen hebben. Ook had het plot minder voorspelbaar en realistischer gekund. Nu ergerde ik me vaak aan die aspecten. Wel wordt gewaardeerd dat er heel gedurfd een zussenrelatie centraal staat in het boek en er geen liefdesinteresse in voorkomt, want zulke YA-boeken mogen wat mij betreft vaker op de markt komen. De liefde tussen vrienden en familie doet zeker niet onder voor de romantische liefde. Ons besluit is dat Fataal Spel je zeker een avond of twee goed kan meesleuren, maar in alle eerlijkheid, best wat verder uitgewerkt mocht worden op bepaalde vlakken. Desondanks zijn we van mening dat het een spannend boek is dat snel doorleest op een donkere herfst- of winteravond! We geven het boek 2,5 ster. Er zit zeker potentie in, maar er stoorde ons helaas te veel om ervan te kunnen genieten. Livia en PhoenixDoor mijn studie ben ik zeer veel met wiskunde en informatica bezig (Hoogverraad voor een boekenworm, ik weet het). Daardoor ben ik heel veel in contact gekomen met studenten uit de verschillende wetenschappelijke disciplines, alsook informatici.Waarom is dat nu in hemelsnaam relevant als je een serie wilt gaan bespreken? Wel, ik vermeld dit om te schetsen hoe diep ik in deze wereld zit en die is volledig inherent aan de hele opzet van de serie Westworld. Westworld (waar de serie dus naar vernoemd is) is een futuristisch park dat bewoond wordt door hosts aka robots waarbij je amper kan zien of ze mensen zijn of niet. De setting is het Wilde Westen (God, die hadden we niet zien aankomen) en de bezoekers leven tijdens hun verblijf als onaantastbare goden. Moord, verkrachting van de hosts en een te grote hoeveelheid aan alcohol zijn in de prijs inbegrepen. Van prostitutie tot klopjachten op bandieten en indianenstammen die hele territoria onveilig maken, welkom in Westworld. Geen zorg, want elke keer als een host sterft, wordt zijn geheugen gewist en is alles weer vergeten en dus ook direct vergeven. Gevangen in hun ‘loops’, leven de hosts hun hele leven elke dag hetzelfde. Ze gaan in interactie met gasten en worden gereset bij een dood of bij traumatische gebeurtenissen en de volgende dag leven ze die dag opnieuw, met hier en daar aanpassingen afhankelijk met wie ze in contact komen. Dit onder de strenge begeleiding van hele teams die de verhaallijnen en het gedrag programmeren en de veiligheid verzekeren. (als je wilt weten wat jouw taak zou zijn, take the test: https://www.deloscareers.com/placement) Langzaam aan word je doorheen seizoen één meegepakt door hoofdpersonages als Dolores, William, de mysterieuze Man in Black en - achter de schermen - de verschillende programmeurs en werkmensen die het hele park onder controle houden. Of dat proberen ze tenminste. Naast prachtige acteerprestaties (we hebben het over een cast met onder anderen Anthony Hopkins en Evan Rachel Wood) is het verhaal eigenlijk pure mindfuck. Met zijn dooreenlopende tijdlijnen en haast klinische intermezzo’s, is de serie enerzijds prachtig gefilmd en kan ik niet anders dan respect hebben voor de sterke dialogen en het script. Er zijn prachtige quotes die je blijven achtervolgen en ik heb er een paar opgelijst [NO SPOILERS] “These violent delights have violent ends.” “‘Someday’ sounds a lot like the thing people say when they mean ‘never’.” “If you can’t tell the difference, does it matter if I'm real or not?” “Some people choose to see the ugliness in this world, the disarray. I choose to see the beauty. To believe there is an order to our days. A purpose.” “There are things in me, things I was designed to do that are just out of my reach.” Er zijn er een paar hiervan waar ik het over wil hebben. Om te beginnen: ““If you can’t tell the difference, does it matter if I'm real or not?” Doorheen de serie worden bepaalde hosts steeds zelfbewuster over wie en wat ze zijn en ze maken een proces door waarbij ze steeds beter beseffen in wat voor situatie ze zitten. Ja, ze worden nog menselijker dan ze al waren en dat is verdomd eng. Als je beseft wat ze doormaken, wat wij hen aandoen, hoe kunnen wij (en zij) dan in godsnaam denken dat dat oké is? Dat dat niet eindigt in totale chaos? Wat exact hetzelfde zou zijn, moesten de spelregels die daar gelden, in de hedendaagse wereld ook zo zijn. Vandaar komen we dan ook vrij snel bij de quote die vaak genoeg herhaald wordt “These violent delights have violent ends.” (inderdaad, een quote die uit Romeo en Julia komt, toepasselijk genoeg) Zeer interessante dingen om over na te denken en de reden dat bingewatchen niet altijd mogelijk is hier. Je kan het hier bij het filosofische houden en zeggen “Wel, dit is allemaal toekomstmuziek.”. In zekere zin is dat ook zo, maar dan moet je ook beseffen dat muziek die binnen een uur op de radio gedraaid wordt ook toekomstmuziek is. En geloof me, ze spelen die muziek heel snel, te snel misschien wel. Hetgeen ik immers het meest interessant aan de hele serie vond (naast de plotlijnen, personages en alles wat je normaal gezien interessant vindt aan series), zijn de technologische ontwikkelingen. Met behulp van een geweldig slimme kerel (een van die beruchte informatici/wiskundigen) heb ik geprobeerd om een paar dingen op een rijtje te zetten. Want hoe dichtbij is de mogelijkheid tot een scenario als Westworld? Is het nog tien, twintig, honderd jaar weg of gaan we het gewoon nooit bereiken? De conclusie die we hier al snel bij stelden, is dat de meeste series het bestaan van AI volledig negeren. Westworld daarentegen schuwt dit niet en het wordt op een zeer goede manier verwerkt in het plot. Ze spreken in de serie over een tijdlijn waarin ze eerst menselijke robots hebben die na een jaar of 5 de Türing test doorstaan (hierbij moet de computer met een mens kunnen communiceren en mag deze laatste geen verschil merken tussen deze en menselijke communicatie) en in lijn van hun evolutie na een jaar of dertig richting wereldoverheersing gaan (worst case scenario ofcourse). Dit is qua tijdsverloop realistisch - in hoeverre dit te voorspellen valt - vanaf het moment dat zo’n soort robots opkomt/realiteit wordt. In Westworld wordt ook zeer hard gehamerd op de zelfontdekking van de robots, exact dat wat het gevaarlijk maakt, zoals de serie het zeer mooi toont. Een zelfbewuste robot wordt immers ook onvoorspelbaar en zal mogelijk ons gedrag interpreteren als een bedreiging. (doomsday etc etc) Zo lang we dus geen geheugen geven aan AI, geen internetverbinding en een welgedefinieerd, nauw doel, gaat het allemaal vrij beperkt blijven. Nu, een van de manieren waarop de hosts in Westworld vooruitgang boeken, is communicatie tussen elkaar om zo aan self-improvement te doen. Zo radicaliseren ze alleen ook na verloop van tijd. Ik presenteer u een visie gebracht door een van de meest prominente onderzoekers in dit vlakgebied: Zijn idee: wij zijn slimmer geworden door communicatie, kunnen we dat ook in onze AI toepassen? In de serie wordt dit dan nog gecontroleerd door een zogenaamde storyline: voorgeprogrammeerde interacties tussen elkaar en dat houdt redelijk goed stand. Maar om heel eerlijk te zijn: dat is niet het doel van dit soort wetenschappers. Ik maak de vergelijking graag zo: wetenschappers en informatici - de voornaamste onderzoekers in dit vlak inbegrepen - zijn net kinderen in een speeltuin waarbij ze de speeltuigen zelf kunnen ontwerpen. Natuurlijk doen die dat, dat is voor hun geweldig en ze zullen alles doen om zo cool mogelijke speeltuigen te bouwen. Wat ze wel over het hoofd zien, is dat die speeltuigen mogelijks als wapens gebruik kunnen worden door mensen die minder goede plannen hebben of minder slim zijn, aangezien vooral AI exponentieel slimmer wordt. Is dat een gevaar? Wel, qua intelligentie wil ik eerst hierop wijzen (een screenshot uit diezelfde presentatie): We hebben namelijk een foute intuïtie over AI en over onze menselijke intelligentie in perspectief. Nee, Einstein was niet oneindig veel slimmer, maar dat beetje slimmer dat hij was, gebruikte hij zeer efficiënt om vooruitgang te boeken. Stel je dan nog eens voor wat AI zou kunnen doen mochten bovenstaande beperkingen niet aanwezig zijn. De AI an sich zal namelijk nooit gevaarlijk zijn, maar de menselijke eigenschappen die we eraan geven wel. Pak nu Siri, volgens mijn kameraad een ‘dom’ instrument, maar wel het meest bekende voorbeeld van een personal assistant. Moesten we Siri slimmer maken, wat voor een gevaar dragen we dan in onze broekzak mee? Wat als Siri gaat anticiperen op alles wat je met je gsm gaat doen? Dat is maar een van de toepassingen van AGI (Artificial general intelligence) en het wordt al toegepast in de volgende versie van Android! (voor het geval je dacht dat dat nog wel even zou duren) Natuurlijk zijn er bepaalde mogelijkheden: om hen enkel een kortetermijngeheugen te geven of mee te geven dat ze slechts tot een bepaald niveau mogen leren en dan stoppen. Echter maakt toegang tot het internet dit zelfs riskant. Het ding is: “We’re not here yet.” een letterlijke quote uit de serie en dat klopt hier. We zijn er NOG niet, maar de vraag is hoe lang gaat dit nog duren? Ook daar vind ik enkele onrustwekkende peilingen. Op dit moment is onze samenleving niet voorbereid op de komst van AI. Er is geen wetgeving, er wordt te weinig nagedacht over of het eventueel gevaarlijk gaat zijn, terwijl dagelijkse implementaties ervan langzaam aan in ons leven sluipen. Met andere woorden: we zijn er niet klaar voor, nog lang niet. Dat terwijl papers die vorig jaar toekomstige mijlpalen binnen de vijf jaar plaatsten, nog geen maand later voorbijgestreefd werden. Het gaat harder vooruit dan ooit en het lijkt wel alsof we er niks aan willen doen. Maar goed, dan speelt geld natuurlijk ook al weer een rol en net dat maakt het gevaarlijk. Als je kijkt naar een figuur als Ford bijvoorbeeld, de ‘grote maker’ in Westworld, dan besef je hoe gevaarlijk het is om een genie met veel geld zijn gang te laten gaan. Ja, ik wijs inderdaad naar figuren als Elon Musk en Jeff Bezos die met hun projecten doen wat ze willen en amper rekenschap moeten afleggen. Ik denk dat heel veel mensen deze serie zouden moeten zien. Niet alleen voor de filosofisch vraag van ‘Waarom behandelen we andere wezens zo slecht? Ook al lijken ze zo hard op ons?’. En dit blijft misschien fictie, maar het staat dichter bij de werkelijkheid dan zo goed als iedereen denkt. Want uiteindelijk is waar we het meeste schrik voor moeten hebben, het feit dat we helemaal geen schrik hebben. Ja, dan heb ik het dus ook over de wetenschappers. GaosP.S. Als je vragen hebt: don't be shy!
Vrijwel iedereen weet dat je verliefd kunt worden op een boek, film of serie. In mijn geval lukt dat ook bij een catalogus. Net als voor mooie covers krijg ik weke benen van een blad dat mij verteld welke media ik de aankomende maanden mag opzuigen. Deze blog is een lofbetuiging aan de laatste catalogus van Blossombooks. (Ook al weet ik dat deze catalogus voor de boekhandels was en niet voor mij hehe. Oeps) Disclaimer - Naast het maken van hun catalogus had Blossombooks geen enkel aandeel in deze liefdesbetuiging. De cover De details zijn gewoonweg prachtig en de stijl doet meteen aan het verhaal van Romeo en Julia denken dat Blossombooks gaat uitgeven. Ik gok dan ook dat dit een marketingtechnische keuze was, maar geen enkel probleem! Zoveel respect voor de artiest. Iemand moet mij haar mijn nummer geven, want ik moet mijn respect uiten! Alleen al om de pauw die rechts in de hoek te zien is en waar ik maar na blijf kijken. De inhoudsopgave Naast een super leuk lettertype, staat de inhoudsopgave vol met instagram foto’s. Ik vind het geweldig dat Blossombooks foto’s van instagram gebruikt omdat het mij inspireert nog beter mijn best te doen voor de Instagram van Kladblog, maar ik vraag mij wel af waarom de credits zo klein zijn? Deze Bookstagrammers hebben zo hard hun best gedaan. Zo kan ik al die accounts toch nooit opzoeken? Ik had wel zonder het openingspraatje van Myrthe gekund als op die manier de credits wat groter konden. Niet dat ik dat openingspraatje overbodig vind, ik vind het wel fijn zo’n personal touch, maar geef mensen de waardering die ze verdienen. Mijn liefde op deze pagina is trouwens vooral voor de kalender, want ik hou van data en concrete gegevens! De boeken <3 Na de inhoudsopgave volgt een prachtige illustratie, een scène uit de YA klassiekers versie van Romeo en Julia die Blossombooks gaat uitgeven. Ik vond persoonlijk deze overgang redelijk… abrupt? Op de volgende pagina vind je inhoudelijke informatie en ik had het logischer gevonden als dit andersom was, maar dat is persoonlijk. Ik vind de YA klassiekers serie van Blossombooks zelf niet heel noodzakelijk. Ik zie het nut van een recente vertaling voor Nederlanders, natuurlijk, maar wat is het nut van een herbewerking waar niet eens Shakespeare’s naam op staat? Er zullen vast een boel YA-lezers zijn die het niet met mij eens zijn en de cover is prachtig, dus maakt het iets uit? Dit is waarschijnlijk voor mij toch een insta cover buy. Na Romeo en Julia volgt 67 seconden van Jason Reynolds een thriller over geweld onder jongeren. Ik ben zelf geen thrillerlezer, maar dit verhaal is geschreven in vrije versvorm, won meerdere prijzen en behandeld een actueel thema dus waarschijnlijk ga ik alsnog een poging wagen. De cover spreekt me wat minder aan, maar ik denk dat dat vooral te wijten is aan thriller vibe die het heeft en aangezien ik geen thrillerlezer ben, is dat eigenlijk heel erg goed. Een bijna eindeloze afstand van Tahereh Mafi komt sowieso in mijn boekenkast te staan. Het heeft misschien nog geen cover in deze catalogus die ik de schuld in de schoenen kan schuiven, maar ik lees alles van Tahereh. Dit verhaal is deels autobiografisch en gaat over een moslimmeisje in de Verenigde Staten na de aanslagen van 9/11. Het werd tijd dat er een verhaal kwam die deze religie vanuit een ander oogpunt beschreef. Ik ben zo enthousiast Nederlandse auteurs! Elke keer als ik in een brochure zie waarin een uitgever een Nederlandstalige schrijver de kans heeft gegeven in plaats van vertaald werk fleur ik op. Dit verhaal van Mirjam Gielen gaat over het bombardement in Nijmegen in 1944 waar eigenlijk helemaal niet zoveel bekend over is. Ik heb een zwak voor historische boeken en het is zo belangrijk dat verhalen over de tweede wereldoorlog verteld worden. Overlevenden zijn er steeds minder en we moeten onze geschiedenis op papier vastleggen nu het nog mogelijk is met mensen te praten die dit hebben meegemaakt. Ik ben alleen een beetje huiverig wat ik van de meerdere POVS vind. Wat als dit het is van Becky Albertalli en Adam Silvera volgt hierna. Becky is bekend van Leah Burke en Simon VS en staat bekend om haar verhalen met LHBT- jongeren die allemaal door Blossombooks zijn uitgeven. Adam schreef ‘Op het einde gaan ze allebei dood,’ een boek dat Gaos ontzettend raakte. Een match-up tussen deze twee schrijvers klinkt al ongelooflijk goed, maar als het dan ook nog gaat over twee niet hetero jongens die verliefd op elkaar worden, kun je mij opvegen. Ik heb zo’n enorm zwak voor romantische verhalen waarin ik dat deel van mezelf kan omarmen. Oké, ik was al niet heel objectief, maar bij Kass Morgan is dat helemaal ver te zoeken. Ik ontmoette haar op mijn verjaardag en heb haar sindsdien elk jaar gesproken. Ze is zo’n schrijver gevonden die ik niet support om haar kwaliteiten, maar haar persoonlijkheid. Sorry not sorry. Ik heb haar vorige trilogie met moeite uitgelezen en deel vier zelfs geskipt, maar dat weerhoud mij er niet van om haar nieuwe scifi te proberen, gewoon omdat het Kass Morgan is. Oké en omdat Lichtjaren in tegenstelling tot de honderd bol staat van de diverse personages en dat mijn softspot is. Lichtjaren gaat over een elite gevechts school in de ruimte met de nodige romantiek dus ja… definitely going to try. (Mocht iemand van Blossombooks dit ooit lezen, iets minder romantiek en wat meer moord en doodslag uitgeven mag ook wel hoor) En dan, Marissa Meyer! Dé schrijfster die de geweldige The Lunar Chronicles schreef, waar ik verliefd op ben geworden. Ik heb het al vaker gezegd, maar The Lunar Chronicles zijn zoveel meer dan hertellingen, daar doe je die boeken echt te kort mee. Haar nieuwe boek Aartsrivaal is een vervolg op Alter Ego van vorig jaar. Marissa lijkt echter toch een soort van opzet nodig te hebben want al haar verhalen zijn ergens op geïnspireerd van Sprookjes tot Alice in Wonderland tot ditmaal onze geliefde superhelden. Ik hou van superhelden, maar Alter Ego was niet my cup of tea. Ik kwam er maar niet in, terwijl het alles heeft waar ik van hou. Ik ga Aartsrivaal echter wel een kans geven, omdat ik weet dat Marissa het in zich heeft en ik stiekem wel een kleine crush heb op Nova en Adriaan. Hét boek waar ik het allermeest naar uitkijk en waar mijn verwachtingen nog hoger voor gespannen zijn dan een hoogspanningskabel is Iskari: de gevangen koningin van Kristen Ciccarelli. De laatste Namsara, het eerste deel, was het eerste boek in tijden dat ik las en niet meteen weglegde omdat het mij te langzaam van start ging. Ik zou iedereen dit boek aanbevelen want het kan niet anders dan kick-ass zijn en Kristen is een van de liefste auteurs die ik ken. Niet dat deze serie perfect is, of origineel, maar het kreeg zelfs mijn partner aan het lezen en dan moet je echt over magie beschikken. En die cover! Ik noemde The Lunar chronicles al eerder, maar Blossombooks gaat ze nu ook al paperback uitgeven en dus staan ook zij in deze catalogus. Sterker nog, Blossombooks gaat ze uitgeven als een van de mooiste paperback series die ik ooit heb gezien. Deze covers zijn POC accuraat, met enorm veel details en nou ja, ik kan niet anders dan verliefd zijn. Alweer. Waarom heeft Blossombooks zoveel covers waar ik verliefd op word? Niet goed voor mijn portemonnee, jongens! Vorig jaar gaf ik mijn zusje de Notenkraker cadeau en ze vond hem prachtig. Dit jaar komt de Notenkraker blijkbaar terug en ik zou hem iedereen aanraden voor de feestdagen. Dit boek is vanbinnen zo mooi vormgegeven, niet normaal. Perfect om te lezen op de koude dagen die eraan zitten te komen. Overig Na alle boeken komen de goodies! Ik hou van mijn mokken en tasjes. Ik vind het heel tof dat Blossombooks ze op deze manier ook naar de boekhandel brengt. Het is ontzettend fijn dat ik nu spulletjes die zo dicht bij mijn hobby staan niet meer online uit een of andere Amerikaanse shop hoef te vissen. Ik weet van mezelf dat ik de afgelopen maanden ontzettend kritisch op Blossombooks ben geweest, echt ontzettend kritisch, maar met deze catalogus hebben ze mijn hart weer een klein beetje teruggewonnen. Mocht je na al mijn lovende woorden de catalogus voor jezelf willen zien? Dit is de link: https://issuu.com/blossombooks/docs/bb_catalogus_najaar2018_17x24_def_k SophieIn deze blog zal ik het nut van feministische personages uitleggen, voor sommigen misschien een herhaling van zetten, voor anderen ronduit irritant en hopelijk voor de groep mensen die ik aanspreek dan toch interessant. Want feministische personages hebben nut! Een steeds groter aandeel van de personages in boeken is een feminist of wordt zo gezien, laten we dat voorop stellen. Waar je vroeger nog boeken tegenkwam met sterke vrouwelijke personages heten al deze vrouwen nu om marketingtechnische redenen al op hun cover feministisch, kijk maar naar ‘the surface breaks.’ En als je je bedenkt dat feminisme letterlijk staat voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen op zowel economisch, politiek, sociaal als persoonlijk vlak dan kan ik niets anders dan daarachter staan. Sterker nog, dan snap ik niet hoe je hier niet achter kunt staan eigenlijk. Tegenwoordig zijn personages een stuk feministischer dan vroeger, maar wij lezers zijn dat niet meer. Niet echt, in ieder geval. Het woord feminisme heeft een zure bijklank gekregen. Mensen denken bij een feminist aan een vrouw met een kort kapsel en een enorme bos okselhaar. Een vrouw die nodig eens een keertje ‘geneukt’ moet worden. Een vrouw die een echte rechtse man nodig heeft om haar te vertellen hoe de wereld echt in elkaar zit. Een lesbienne die mannen haat. En daarmee worden de meesten van ons nu eenmaal liever niet geassocieerd. Ook al is het tegenwoordig wel edgy om met een shirt rond te lopen waar #feminisme op staat, niemand wil daadwerkelijk met feministen over een kam geschoren worden. Ook al zou het niets uit moeten maken hoe een iemand eruit ziet als diegene je aanspreekt over feminisme, want waarom maakt het in vredesnaam uit hoe een feminist eruit ziet? Is dit propaganda van tegenstanders zoals je ook bij de eerste en tweede wave zag? Komt er straks weer een poster over vrouwen die geen goede echtgenoot kunnen zijn, omdat zij naar school gaan of een baan hebben? Er zijn mensen die denken dat feminisme niet meer nodig is, dat seksisme niet meer bestaat. De wet zegt dat mannen en vrouwen gelijk behandeld moeten worden en dan verdwijnt ongelijkheid natuurlijk meteen. Niet waar. Is het toeval dat vrouwen meer stemmen dan mannen, maar ondervertegenwoordigd zijn in de politiek? Is het toeval dat werkgevers vrouwen voor dezelfde functie bijna structureel minder betalen? Is het toeval dat een op de vijf vrouwen te maken krijgt met seksuele intimidatie? Is het toeval dat vrouwen vaker onbevredigd zijn in seks? Of is het toeval dat prinsessen altijd gered worden door een knappe prins? Simpelweg omdat de wet zegt dat je mannen en vrouwen hetzelfde moet behandelen, betekent niet dat het gebeurt. Het waren geen vrouwen die zeiden dat alleen mannen mochten stemmen en het waren ook geen vrouwen die die wet weer ongedaan maakten. Voor honderden jaren zijn mannen als superieur gezien en dat zit ingebakken in onze cultuur, ook al willen we het niet. Daar verandert een wet niet zoveel aan, daar moeten we actief voor werken. #Metoo bewees niet dat mannen misbruik maken van vrouwen, maar dat er teveel mensen zijn die denken dat dat oké is, dat er teveel mensen waren die macht zagen en daar niet respectvol mee omgingen. Feminisme is geen vies woord en staat niet voor vrouwen die de wereld willen overnemen door alle mannen uit te roeien. Feminisme is niet denken dat vrouwen beter zijn dan mannen. En iedereen die dat wel denkt is geen feminist want waar is dan de gelijkheid gebleven? Feminisme is zowel mannen als vrouwen niet belachelijk maken voor hun levenskeuzes. Huisvrouw, huisman, maakt het iets uit? Feminisme betekent niet dat we mannen straffen voor hun man zijn, het houdt in dat we stereotypes doorbreken. Mensen zouden niet aan bepaalde sociale normen gehouden moeten worden alleen maar om hun geslacht. Een actief seksleven? Ben je dan een afgelikte boterham of een gewilde bachelor? Het hangt voor een groot deel af van wat je in je broek verstopt hebt. Ik wil niet dat mijn vriend belachelijk gemaakt wordt omdat hij de meeste huishoudelijke taken doet. Ik wil niet dat hij wordt uitgelachen als hij zijn emoties toont. Ik wil niet honderd keer dezelfde grapjes horen over hoe mijn vriend onder de plak zit, alleen maar omdat ik zijn achternaam niet aan wil nemen bij het huwelijk. Ik wil niet nog eens horen hoe ik ‘de man’ in onze relatie ben en ik snap al helemaal niet waarom het dan zielig voor mijn vriend is om ‘de vrouw’ te zijn. Tast ik zijn mannelijkheid aan om niet van hem te verwachten dat hij aan stereotypes voldoet? Maar goed. Mensen voelen zich over het algemeen nogal aangevallen als je ze seksistisch, racistisch of homofoob noemt. En dat is volkomen logisch. Bijna iedereen denkt van henzelf dat ze gelijkheid uitstralen als een gloeilamp dus als je dat tegenspreekt, past dat niet in hun wereldbeeld. Als ik een grapje maak en iemand zegt: “Wow, dat is seksistisch,” dan zou ook mijn eerste ingeving zijn om die persoon te vertellen dat die ongelijk heeft. Het is makkelijker om te zeggen dat de ander het fout heeft dan om onder ogen te komen dat ik zelf misschien over een lijn ging. Zeker als dat een lijn is waar ik mij voor inzet. Ik hoor van heel veel mensen dat tegenwoordig niets meer kan, maar al die grapjes konden vroeger ook al niet, alleen nu word je er op aangesproken. We zullen niet meer stil zijn, want dat zijn mensen met een andere mening ook niet. In Engeland en Duitsland wordt het commentaar tijdens de WK voetbalwedstrijden gedaan door een vrouw en zij krijgen kilo’s aan onvriendelijke opmerkingen over zich heen omdat ze zich als vrouw met voetbal bezig houden. Nederlandse mannen zeggen hierover op tv dat vrouwen zich niet met dingen moeten bemoeien waar ze geen verstand van hebben. Hebben deze vrouwen wel genoeg ervaring of hebben zij zelf op hoog niveau gevoetbald? Hoe vaak zou dat een mannelijke presentator worden gevraagd? Of worden mannen geboren met een aangeboren kennis van voetbal? Of met een aangeboren kennis van film anders? Wisten jullie dat 80% van de filmcritici mannelijk is? Gerepresenteerd worden is belangrijk. Zoals Debby Ocean in Ocean’s 8 over een groep vrouwelijke criminelen al zei: “You are not doing this for me. You are not doing this for you. Somewhere out there is an 8-year-old girl dreaming of becoming a criminal. Do this for her.” Toen ik jonger was, waren alle coole personages mannelijk en dat verandert en het maakt mij emotioneel. Het geeft mijn Slytherin ass het idee dat mijn ambitie niet voor niets is, dat ik ook daadwerkelijk alles kan worden wat ik wil. Mensen die lezen zijn over het algemeen empathischer volgens onderzoek. Verhalen die mannen en vrouwen gelijk behandelen laten ons zien hoe onze wereld zou kunnen zijn. Onbewust leren we over grapjes die wel of niet kunnen, over grensoverschrijdend gedrag en over de stereotypen die in stand worden gehouden. Ze leren ons over mannen die huilen en vrouwen die een carrière willen. Ze leren ons over macht en strijdkracht. Ze leren ons dat een krijger niet per se een man is en een goede ouder niet per se een vrouw. De enige vrouw in een kamer is niet perse de secretaresse en een man hoeft niet perse een sixpack te hebben. Iedereen kan zijn hoe hij of zij wil. Feministische personages maken het makkelijker om te zeggen: “Ik ben ook een feminist!” En dus hebben ze nut. Dus het maakt me niet uit of je hier bent gekomen door Rhysand uit ACOTAR of Izzy uit Allesbehalve oké en of je vind dat deze personages feminist zijn of niet, maar: IK BEN EEN FEMINST. Met dank aan de Arendsoog serie, die mij na zestig boeken niets anders vertelde over de moeder van het hoofdpersonage behalve dan dat ze ‘miss Stanhope’ heet en Kim Possible die me bewees dat ik niet alleen een naam hoefde te zijn als ik dat niet wilde. SophieDaisy Winters is dol op scifi, heeft een bijbaantje bij Walmart, houdt ervan haar haar in knalkleuren te verven en ze heeft een perfecte oudere zus die op het punt staat zich te verloven met de Schotse kroonprins Alex. Daisy heeft absoluut geen zin in een leven in de spotlights, maar door toedoen van de tabloids wordt ze gedwongen samen met haar zus de zomer door te brengen aan het Schotse hof. Daisy vertrekt met grote tegenzin en hoewel ze haar best doet om uit de problemen te blijven, raakt ze al snel verstrikt in allerlei onhandige situaties. Onder de hoede van Miles, de megasnobistische vriend van de jongere broer van de kroonprins, moet ze leren om zich volgens de koninklijke norm te gedragen. Dat gaat alleen niet zo makkelijk— als diezelfde jongere broer overal waar hij komt voor een schandaal zorgt en Daisy erin meesleurt. Terwijl ze zich zo goed mogelijk probeert te redden, worden de verwikkelingen alleen maar groter als ze het ene koninklijke geheim na het andere ontdekt. Cover en achterflap Laten we er eerlijk over zijn: de cover en achterflap zijn heel duidelijk in wat ze beloven. Alles schreeuwt ‘dit is een chicklit met een koninklijk laagje er overheen’ (misschien in navolging van the royal wedding die laatst heeft plaatsgevonden?). Het is niet de mooiste cover die ik ooit heb gezien (eerder gemiddeld oké), maar het deed wel zijn werk. Ik was namelijk al op zoek naar een fijn, luchtig boek met hoofdpersonages die in mooie jurken worden gehesen en een beetje glitter & glamour, dus toen ik ‘m zag liggen in de boekenwinkel twijfelde ik geen moment. Inhoud De Amerikaanse Daisy Winters kijkt al jaren uit naar haar trip met haar beste vriendin, maar dan blijkt dat haar zus gaat trouwen met de kroonprins van Schotland en voor ze het weet zit ze op het vliegtuig op weg naar voornoemde land. Daisy lijkt in alle opzichten niet op haar zus, Eleanor (Ellie), die het toonbeeld is van perfectie, en dat zorgt voor de nodige spanning tussen de zussen. Als ze in Schotland arriveert weet ze dan ook niet wat haar overkomt tussen alle snobs aan het hof. Daisy is echt een heerlijk down-to-earth personage met een feministisch randje waar ik echt van genoot. We lijken misschien niet exact op elkaar, maar door haar nuchtere manier van doen en laten kon ik haar enorm waarderen en mezelf in haar schoenen verplaatsen. Ze bleef door het verhaal heen ook lekker zichzelf en veranderde niet in negatieve zin. Hoewel daaruit wel weer blijkt dat ze niet heel veel karakterontwikkeling doormaakt. De band tussen Daisy en haar familie was heel fijn neergezet. In YA wordt daar niet altijd evenveel aandacht aan besteed, maar bij dit boek was ik positief verrast. Daisy’s ouders hadden ieder een sterke persoonlijkheid. Ze waren niet enkel ‘de ouders van de hoofdpersoon’ maar een eigen, zelfstandig persoon. En het was merkbaar dat Daisy en haar Ellie kinderen van hen waren: allebei hadden ze bepaalde trekken van hun ouders. (Hun vader is overigens echt hilarisch, maar het moment dat de moeder selfies probeerde te maken met kroonprins Alex, Ellie’s verloofde, overtrof alles weer). De romantische relatie is super schattig— het-glazuur-springt-van-mijn-tanden-schattig. Vooral tegen het einde. En hoewel bepaalde gebeurtenissen cliché zijn, was de liefdesinteresse dat absoluut niet. Aan het begin van het boek, toen alle knappe jongens geïntroduceerd werden — misschien een beetje té veel knappe jongens? — had ik niet verwacht dat hij degene zou zijn met wie Daisy zou eindigen. YA verlangt doorgaans nu eenmaal dat de knapste, rijkste, leukste jongen de liefdesinteresse moet zijn. Overige pluspunten: er was géén slutshaming én geen girl-on-girl-hate. Ik was er oprecht bang voor toen het zusje van kroonprins Alexander en prins Sebastian werd geïntroduceerd, omdat ze Eleanor duidelijk niet mocht, maar dat was gelukkig nergens voor nodig. Ook werden er geen vriendschappen verbroken door jongens of crushed (integendeel!) en speelde de gespannen zussenrelatie een belangrijke rol in het boek. Ik kon niet gelukkiger zijn wat dit betreft. De setting en plotlijn is een must voor iedereen die genoten heeft van the royal wedding tussen prins Harry en Meghan Markle — en stiekem heb ik het boek ook daarom opgepakt. Het heeft de jurken, de gekke hoedjes, de snobistische adel, de rijkdom, de oude kastelen en enorme landschappen. En natúúrlijk de — niet altijd even — dromerige prinsen. Wel is het soms een tikkeltje té Amerikaans en vergeet de auteur even dat niet elk land tonnen aan geld betaald voor ziekenhuiskosten. door het sociale vangnet. Slotwoord Van chicklits verwacht ik geen diepzinnige plotlijnen en complexe personages. Het enige wat ik verwacht is dat er genoeg fluff in zit en dat ik aan het eind met een heerlijk voldaan happy-end-gevoel het boek dicht sla. En dat is precies wat dit boek me gaf. Dat niet alleen: het is divers, aan bepaalde clichés werd een originele draai gegeven én er kwam niet een keer slutshaming of girl-on-girl-hate in voor — terwijl dit zó vaak gebeurt in chicklits. Ik kan dan ook niet anders dan dit boek vier sterren geven. Phoenix & SophieWelkom bij Soof’s cinema! Hieronder alle films die ik keek in augustus. Hopelijk worden jullie geïnspireerd om wat vaker achter je scherm vandaan te komen, om vervolgens naar een groter scherm te gaan staren. Bijna heel augustus was ik in het buitenland en ik heb zoveel films gemist dat ik er oprecht over droomde in het vliegtuig. Ik overleef dit niet. Desalniettemin heb ik het voor elkaar gekregen deze maand nog vijf films in de bioscoop te zien, niet zoveel als ik zou willen en mijn ‘to watch’-lijst is nu echt enorm, maar komt goed! Het vliegtuig had genoeg slechte oude romcoms om geen ontwenningsverschijnselen te krijgen. Allereerst, het lijstje: 27 augustus - Crazy Rich Asians 28 augustus - The Spy who dumped me 28 augustus - Blackkklansman 30 augustus - The Book Club 31 augustus - Teen Titans Go Crazy Rich Asians is een boekverfilming van het eerste deel van de trilogie van Kevin Kwan. Het eerste boek - en dus ook deze film - gaat over de Chinese Rachel Chu die haar hele leven in de Verenigde Staten heeft gewoond en de zomer in Singapore doorbrengt met haar vriend Nicholas Young en zijn familie. Nick heeft zijn hele jeugd in Singapore doorgebracht en is even vergeten Rachel te vertellen dat hij belachelijk rijk is, maar echt belachelijk rijk. Ik heb eerlijk gezegd nog nooit eerder een romcom gezien die zich afspeelde in Azië, maar ik heb na het kijken van deze film meteen alle boeken besteld. Want ik hield ervan! Het gaf een extra diepte met dingen die ik niet begreep (hoe werkt mahjong?) en dingen die ik wel begreep. Ik zag dingen in deze film die ik herkende van mijn tijd in Azië, zoals de Zuid-Aziatische vrucht durian. Zelfs als je alle culturele aspecten wegdenkt, is dit een een bovengemiddeld goede romantische comedy en voor iedereen die daarvan houdt, zou ik deze film dan ook zeker aanraden. Oh, en ook als je van royal weddings houdt. Na Crazy Rich Asians ging ik naar The Spy who dumped me, een comedy met een bijzonder slecht script, zo slecht dat het hilarisch was en ik geregeld tranen over mijn wangen had lopen. De film vertelt het verhaal van de cashier Audrey die via sms gedumpt is door haar vriend Drew. Samen met haar beste vriendin Morgan besluiten ze zijn spullen in brand te steken, als Drew binnen komt vallen en ze vertelt dat hij een spion is. Drew wordt neergeschoten en vraagt Audrey om een beeldje naar Oostenrijk te brengen, hierna vluchten Audrey en Morgan het huis uit en vertrekken naar Europa. De film heeft een ontzettend hoge vriendinnenfactor en net als Morgan viel ik in katzwijm met de kracht die Gillian Anderson als leider van de Britse beveiliging uitstraalde. Dit is zo’n vriendinnenfilm, niet normaal. Het is misschien een spionnenfilm, maar het heeft eerder een Johnny English- dan een James Bond-vibe. En er zit zoveel eye candy in deze film! Blackkklansman was zo’n heftige film dat mijn hele Pathé-schema over de kop ging en ik twee dagen moest bijkomen. Dit was niet de beste film om meteen na The spy who dumped me te kijken. Blackkklansman is een boekverfilming en gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Ron Stallworth in de jaren zeventig en tachtig. Ron is de eerste niet blanke politieagent in Colorado Springs, maar nadat hij zich bewezen heeft en tegen het nodige racisme heeft moeten opboksen mag hij undercover. Hij besluit de regionale Ku Klux Klan te bellen en zich voor te doen als blanke racistische man. Samen met zijn collega’s infiltreren ze de KKK en leggen zelfs persoonlijk contact met leider David Duke. Aangezien Ron niet blank is, doet zijn college Flip zich voor hem voor bij meetings. Flip is Joods en moet een aantal keer tegen de antisemitische KKK bewijzen dat hij niet Joods is. De film gaat over het racisme in de Verenigde Staten en waar het in het begin haast nog hilarisch is hoe vreemd de opvattingen binnen de KKK zijn, moest ik aan het einde van de film bijna huilen. De laatste scènes zijn mediabeelden van de afgelopen paar jaar en wauw, die zijn heftig. Ik zou echt bijna stellen dat deze film verplicht kijkvoer is. Nog een vriendinnenfilm is de The Book Club! De film gaat over vier vriendinnen van een jaar of zestig die voor hun boekenclub ‘Vijftig tinten grijs’ lezen en hoe hun kijk op relaties door het boek verandert. Alle vier de vrouwen hebben problemen, van een weduwe die weer opnieuw iemand ontmoet tot iemand die de bang is voor intimiteit. Ik vond The spy who dumped me persoonlijk leuker, maar dat kan komen omdat ik nog in shock was van Blackkklansman. De romantische aspecten van deze film waren ontzettend lief en herkenbaar dus in dat opzicht ook zeker een aanrader. Teen Titans Go was de laatste film deze maand. De film gaat over de Teen Titans die ook te zien zijn in dezelfde serie die nu op Netflix staat. De Teen Titans zijn in de basis vrijwel allemaal hulpjes en vooral hun leider Robin, de rechterhand van Batman, wil heel graag eens een keer in de spotlights staan. De film gaat vooral over hun plannen om een film te krijgen, van terug in de tijd gaan en het verleden van bijvoorbeeld Superman, Wonder Woman en Batman veranderen tot een echte ‘aartsrivaal’ zoeken. Deze film uit het DC-universum heeft ontzettend veel Marvel-grapjes erin zitten, van Stan Lee tot Deadpool. Ik weet dat het een kinderfilm is, maar ik denk dat iedereen die een zwak heeft voor superhelden echt wel van deze film kan genieten. En als je twijfelt, geef anders op zijn minst de serie op Netflix een kans. En als ook dat je te kinderachtig is, ergens dit jaar komt er een ‘young adult’-serie uit :P Dat was augustus alweer. Ik hoop dat jullie hierdoor besloten om naar de film te gaan en een van deze te zien! Mocht je dit nu lezen en aanbevelingen zoeken of hebben, schroom vooral niet om een berichtje te sturen. Sophie |
CategorieënArchieven
Juli 2019
twitter
goodreads |