Censuur is de beperking van iemands vrijheid van meningsuiting. Deze titel klinkt misschien een beetje vreemd. Censuur in de literatuur? Hebben we het dan niet over toestanden van meer dan dertig jaar geleden? In zekere zin ja, de wereld staat meer open voor minderheden dan ooit! Ook al zijn we er nog lang niet, tegenwoordig kan en mag bijna alles als het met het nodige respect gebeurt en dat is een geweldig goede zaak. Natuurlijk weerspiegelt zich dit ook in de boekenwereld met mensen die over alles durven schrijven en het debat op een prachtige manier opentrekken naar nog onontgonnen gebieden van onder andere frustraties en discriminatie. Daarom hebben schrijvers, ondanks onze open wereld, nog steeds een beetje de functie van stille klokkenluiders. Je hoort een jaar niks van ze en BAM, daar komt hun ene mooie schot op doel met dat boek dat net op het juiste moment weer zegt wat er gezegd moet worden. Ja, ik ben blij en trots om in deze tijd een schrijver te mogen zijn. Dat wilt niet zeggen dat censuur niet van alle tijden is. Ik heb lang getwijfeld om hierover een review te schrijven, maar nadat ik een drietal gelijkaardige voorvallen heb zien voorbijkomen op evenveel weken, besloot ik dat het nodig was. Want hoewel censuur op boeken (op enkele uitzonderingen na) niet meer van deze tijd is, is censuur op recensies dat blijkbaar wel. Of dat vinden bepaalde schrijvers toch normaal. Meerbepaald heb ik het over dit soort absurde situaties: het boek wordt gepubliceerd en mensen lezen het. Bloggers en lezers vinden het boek goed of slecht en willen hun mening delen met de wereld om anderen aan te sporen of juist tegen te houden om dezelfde ervaring als hen mee te maken door het lezen van het boek. Een prachtig systeem als je het mij vraagt, vandaar dat ik ook altijd mijn goodreads bij de hand houd als ik een boek wil kopen. Jammer genoeg vindt niet iedereen dit. Het scenario dat ik voor u wil schetsen: een blogger/lezer schrijft een negatieve recensie, plaatst deze op zijn eigen blog en op Goodreads. De auteur besluit dat het een onnoemelijk foute beslissing is en nagelt de slechte review aan de schandpaal. Dit laatste ging van openbaar druk zetten op de bepaalde persoon zodat die zijn mening zou bijstellen tot de review op Facebook plaatsen en het voorval (met naam en toenaam van de blogger erbij) openlijk uitlachen voor zijn 1300+ volgers. Voor de auteurs onder ons, mensen die boeken, kortverhalen of voor mijn part een stuk tekst op een online platform geplaatst hebben: alsjeblieft, denk na. Meer vraag ik niet, want vanaf het moment dat je begint na te denken, besef je dat er geen enkele mogelijke reactie is waarop je goed uit dit soort verhalen komt. Ik verwacht eigenlijk gewoon dat de auteurs van deze tijd de mensen zijn die ons doen nadenken. Dat is de functie die ik aan boeken geef, aan welk boek dan ook van jeugdboek en YA naar chicklit en literatuur. Daarom moeten net deze mensen ook in staat zijn slechte reviews niet te lezen of gewoon te negeren. Door dit soort wanpraktijken schrikken ze immers mensen af om nog slechte reviews te geven door de schrik om openlijk vernederd te worden voor (in het geval van dat tweede voorbeeld) het oog meer dan duizend mensen. Dat is dus niet meer dan een beperking van het recht op vrije meningsuiting en dus censuur. Als reviewer pin je je namelijk vast op het boek en reageer je op alles wat er gebeurt zonder rekening te houden met wie het geschreven heeft. Daar kan ik mij volledig in vinden, aangezien ik in de boeken die ik lees veelal let op dingen die ik wel, maar zeker ook niet zelf wil zien terugkomen in mijn eigen verhalen en dat komt allemaal in een mogelijke recensie. Ik heb een grote mond en ik besef dat ik me door dit soort voorvallen juist meer brand op de eerlijkheid van mijn reviews, maar ik kan even goed snappen dat heel veel mensen zoiets hebben van ‘laat maar, voor mij hoeft het niet meer’. Enerzijds (en nu ga ik me specifiek richten) voor de bloggers: wees eerlijk, wees hard en wees zeer kritisch, want jullie horen dit te zijn. Uw mede boekenwurmen en lezers danken u zeer hartelijk voor uw mening. Laat je niet afschrikken door dit soort toestanden en set them on fire if you have to! Ja, steek de boel in brand en voel je niet schuldig. Als auteurs niet tegen kritiek kunnen, moeten ze geen boeken uitgeven en jij bent in de perfecte positie om kritiek te uiten, dus gebruik dat. En voor de auteurs: denk na, pin je niet vast op zo’n recensie en stuur hoogstens een persoonlijk bericht naar de recensent. Wie weet kan het nog een interessante discussie opleveren! Schoffeer vooral niemand openlijk voor het feit dat hij zijn mening tentoonspreidt, want dat zegt meer over jou dan over de reviewer, hoe ongenuanceerd diens mening ook is. Daarbij, als je als auteur echt geen kritiek wilt hebben, blijf dan achter je schrijftafel zitten, houd je bestanden op een laptop waar geen internet (en dus ook geen hackers) bij kunnen en ga vooral niks publiceren. Je hebt er een olifantenhuid voor nodig en als je WEET dat je die niet hebt, waar ben je dan mee bezig? Nooit vindt iedereen je boek goed, anders ben jij de eerste die unaniem aanbeden wordt. Congrats, dat is de eerste stap naar ultieme wereldoverheersing. Gaos
0 Reacties
Eigenlijk had ik dit artikel al een paar dagen eerder moeten schrijven, indien ik me aan mijn planning had gehouden, maar telkens vond of creëerde ik een mogelijkheid om er tussenuit te muizen: eerst nog even die ene wedstrijd op het WK voetbal kijken, of een lekker vieruurtje uit de ton grabbelen. Het zou toch maar eventjes duren. Uitstellen, noemen ze dat. Aan de basis van dit uitstelgedrag kunnen verschillende oorzaken liggen: luiheid, gebrek aan organisatie, te veel hooi op je vork nemen… In mijn geval gaat het ‘m echter vooral om perfectionisme, een eigenschap die ik zowel vervloekt als gezegend heb. Mijn drang naar perfectie belemmert me om deze tekst te schrijven, bang dat ik niet aan mijn verwachtingen zal voldoen. Zolang ik niet schrijf, kan ik immers niet teleurgesteld worden. Op voorhand had ik immers het perfecte artikel in mijn hoofd, waarin stijl en inhoud vloeiend in elkaar zouden overlopen tot een herkenbaar en hoogstaand geheel, maar nu ik eenmaal mijn vingers op het toetsenbord heb gelegd, terwijl het zweet achteloos over mijn nek druipt, overvalt me alweer de angst dat het niet goed genoeg zal zijn. Zelfs nu, bij het schrijven van deze zin, die u nu op scherm ziet alsof het een vanzelfsprekendheid is, gaat mijn innerlijke criticus wild tekeer. Moet je nu echt zoveel komma’s in één zin gebruiken? Waar haal je eigenlijk het onzinnige idee vandaan om deze zin schuingedrukt te zetten? Je denkt bovendien toch niet dat iemand geïnteresseerd is in je klaagzang? Nee, innerlijke criticus, dit wordt geen klaagzang. Ik schrijf dit omdat ik merk dat perfectionisme een veelvoorkomende eigenschap is in de schrijverswereld. Regelmatig hoor ik van bevriende schrijvers in spe dat ze worstelen met onzekerheid over hun teksten, omdat ze in hun eigen ogen niet goed genoeg zijn. Dit leidt vaak, eventueel na acht verschillende herschrijfbeurten, tot de (digitale) prullenmand. Het idee wordt weggegooid, of er wordt zelfs nooit aan begonnen. Dat is ongelooflijk jammer. Ik ben er namelijk van overtuigd dat het net die mensen zijn die vaak over een ongelooflijk talent beschikken. Ze zien het alleen zelf niet. Ongetwijfeld komt perfectionisme niet uitsluitend voor binnen de schrijfwereld. Iedereen kan er last van hebben. Ook sporters hebben er bijvoorbeeld vaak mee te maken: zij moeten presteren op hoog niveau en willen de lat steeds hoger voor zichzelf leggen. Waar een sportman zich echter kan baseren op objectieve graadmeters zoals tijd of hoogte, heeft de schrijver niets waaraan zijn kwaliteit kan getoetst worden. Om even bij die lat te blijven: een hoogspringer weet dat hij goed gesprongen heeft als hij over de lat is gesprongen zonder hem aan te raken, en hij weet dat hij nóg beter heeft gesprongen als die lat twintig centimeter hoger wordt gelegd. Hoe zit het dan met de schrijver? Wanneer is zijn tekst goed? Daar is geen wetenschappelijke checklist voor: er is louter een subjectieve mening, die ook nog eens verschilt van persoon tot persoon. (Natuurlijk is de waarheid iets genuanceerder: bij voetbal is de winnende ploeg bijvoorbeeld niet altijd de beste ploeg -lees: Frankrijk op het WK) Hoewel perfectionisme tegenwoordig een modewoord lijkt, ook vaak in de mond genomen door personen die in wezen niet zo perfectionistisch zijn (hierdoor wordt het vaak niet serieus genomen als kwaal) zijn er heel wat mensen die er werkelijk onder lijden. Ondanks het feit dat perfectionisme immers tot uitstekende prestaties kan leiden, is het voor veel mensen een struikelblok en iets waar ze liever van afraken. Je weet immers vaak wel dat je perfectionistisch bent en je kent de rationele argumenten wel om jezelf tegen te spreken, maar dat gevoel, die bijna obsessieve dwang, blijkt telkenmale sterker dan jezelf. Het zou dan ook hypocriet van mezelf zijn om te beweren dat je het met enkele tips wel even opzijzet. Hoe vaak hebben perfectionisten van hun omgeving immers al niet moeten horen ‘perfectie bestaat niet’ of ‘je legt jezelf te veel druk op’. Ja, dat klopt allemaal wel, maar het helpt niet. Toch niet in mijn geval. Perfectionisme is een persoonlijkheidskenmerk, het is een belangrijk deel van wie je bent, dus het helemaal kwijtraken is mijns inziens onmogelijk. Toch denk ik dat een beetje zelfreflectie al heilzaam kan werken. Waar ben ik in feite bang voor? Wat is er zo erg aan een onvolmaaktheid? Voor anderen ben ik namelijk veel minder kritisch, meer nog: ik zal andermans daden (schrijfsels in dit geval) sneller vergoelijken. Ik zal tegen hen zeggen dat het niet erg is om af en toe een foutje te maken. Waarom accepteer ik dat dan niet van mezelf? Ik ben vaak jaloers op de schrijfsels van andere mensen, maar misschien zijn er ook wel mensen jaloers op mij. Waarom willen we die perfectie? Voor onszelf? Om bij anderen in de smaak te vallen? Om iedereen te tonen dat je wel degelijk iets kan? Om jezelf het idee te geven dat je iets waard bent, dat je leven zin heeft? Laten we onze prestaties vooral niet minimaliseren: het is niet vanzelfsprekend wat we doen. Niet iedereen kan schrijven. Er zullen altijd dingen zijn die beter kunnen, maar dat maakt schrijven net zo interessant. Je zal het wellicht nooit voor iedereen goed kunnen doen, want een universele smaak bestaat volgens mij niet, maar dat hoeft ook helemaal niet. Door al die word counts die we moeten halen, onze ambities om een boek te publiceren, onze diepmenselijke verlangens om geliefd en bewonderd te worden, zouden we immers vergeten waar het werkelijk om draait: plezier. Misschien was je als klein kind ook al volop aan het schrijven in schriftjes, of bedacht je verhaaltjes in je hoofd. Schreef je toen omdat je bewonderd wilde worden, of omdat je per se de nieuwe J.K. Rowling wilde zijn? Wellicht vond je het gewoon ‘leuk’ of kon je erdoor ontspannen. Misschien moeten we soms terug wat meer kinds zijn en gewoon dingen doen omdat we het leuk vinden, zonder onszelf dingen op te dringen. Gewoon opgaan in het moment. Stilaan nader ik het einde van dit artikel. Ik ben er, ondanks al mijn goede bedoelingen, niet helemaal tevreden over. Ja, nog steeds is er die innerlijke criticus in mij die twijfelt aan de woordkeuze die ik her en der gemaakt heb, of de argumenten die ik heb aangehaald om mijn relaas te staven. Ik zou het artikel dan ook vijf keer opnieuw kunnen schrijven, maar ik heb besloten dit niet te doen. Het artikel dat u nu hebt gelezen, is wellicht niet perfect. Misschien vindt u het zelfs helemaal niets. Stiekem hoop ik natuurlijk van wel. BEAU Naar goede gewoonte ga ik beginnen met de cover. Ik heb de Engelse en de Nederlandse versies even langs elkaar gezet. Het is niet dat ik de Nederlandse cover niet mooi vind (dat is namelijk de versie die ik gelezen heb), het is eerder dat ik de Engelse versies mooier vind. Ik hou van de manier waarop ze spelen met de tekeningen en lettertypes en de kleuren passen in beide gevallen heel erg mooi bij elkaar. Ook vind ik dat beide Engelse covers een betere representatie geven van het onderwerp, aangezien ik nu het boek niet door de cover of achterflap gelezen heb, maar omdat ik meestal hou van Clavis’ eigenzinnige uitgaves (wat ook hier het geval was). Moesten ze de Engelse cover overgenomen hebben, was dit voor mij een insta buy geweest, terwijl ik hem nu in de bib geleend heb. Maar goed, don’t judge a book by its cover en dat heb ik dus ook niet gedaan. Toegegeven, ik heb het op de uitgever beoordeeld. Al kunnen die er ook wel eens langs zitten, ik hield van de eigenzinnigheden Clavis’ boeken zoals ‘het vierde rijk’ en dat geeft me een redelijk vertrouwen. En dat vertrouwen hebben ze niet beschaamd. Dit is een boek dat perfect in het plaatje van Clavis past en waar ze gerust trots op mogen zijn. Het boek gaat over de bange Matteo, die op de dag van zijn dood niets liever wil dan zichzelf overwinnen en naar buiten gaan om zo zijn oude ik voor even af te schudden, en Rufus, die door stoer te doen verbergt wat hij heeft meegemaakt. Op de dag dat ze een telefoontje krijgen van het bedrijf Death call, gaan ze dood (Want blijkbaar kunnen ze dat soort dingen voorspellen in de toekomst). Meer per toeval dan iets anders, beslissen ze om hun laatste dag samen door te brengen, wanhopig om maar niet alleen te moeten zijn. Spoiler: ze gaan allebei dood op het einde. In zekere zin is het een kabbelend boek. Er gebeurt heel veel en ze doen veel, maar in zekere zin gebeurt er ook niks. Het is hun laatste dag die ze samen doorbrengen en ook al volg je hen maar één dag, je krijgt een heel erg goed beeld van het verleden, de trauma’s en de verlangens die beide jongens met zich meedragen. Ze maken samen fouten, nemen afscheid van hun vrienden en proberen de dag van hun dood nog te leven, ook al voelt het soms alsof ze al gestorven zijn. Wat dit boek bijzonder maakte, vond ik de levenswijsheden die tussen de onnozele kwajongensstreken door toch wel degelijk op het papier verschenen. Hoe ze elkaar hielpen met de trauma’s en elkaar lieten beseffen hoeveel geluk ze alle twee hadden. Ondanks dat ze elkaar maar één dag kennen, groeien ze doorheen het hele boek naar elkaar toe en dat geeft een hele mooie relatie en opbouw naar het einde. De verschillende personages, omstandigheden en het feit dat ze elkaar enkele uren geleden absoluut niet kenden, maakt het redelijk onvoorspelbaar. Ook omdat hun gedachten vloeien als de wind en het gezegde ‘Leef in het moment.’ onnoemelijk hard van toepassing is in elk stukje van dit boek. Naast het plot en de opzet van het boek, ben ik ook een grote fan van de schrijfstijl. Waarom? Wel, het is eng hoe hard mijn schrijfstijl op de deze lijkt. Ik doorbreek de vierde muur eveneens en ik doe ook een poging om vage, sarcastische opmerkingen tussendoor te geven, bij wijze van kwinkslagen om het wat luchtiger te maken (al ben ik er waarschijnlijk echt een stuk minder goed in). Bij opmerkingen als “Wie had er geld ingezet dat ik op mijn Einddag (sterfdag ndvr) zou zitten instagrammen? Gefeliciteerd, je hebt gewonnen.” slaat mijn hart steeds een slagje als ik uitgelachen ben en besef hoe luguber dit ook is. Ook het gebruik van veel referenties uit de popcultuur maken het een boek dat heel erg in dit moment zit. Ik houd alleen persoonlijk niet zo heel erg van het perspectief uit de eerste persoon in het heden. Moest dat verleden geweest zijn, had het voor mij vlotter gelezen, ook al snap ik in de context volledig waarom het heden is. Waar ik wel moeite mee had en waardoor ik ook het gevoel had dat het verhaal op sommige momenten minder doorkwam (wat oprecht heel jammer is), was het onmogelijk hoge aantal perspectiefwisselingen. Aan de ene kant is het interessant en geeft het beelden die je niet zou verwachten en worden er zo ook langzaam stukjes plot net iets meer onthuld waardoor de spanning opgedreven wordt. Aan de andere kant leidt het ook ongelofelijk hard af. Ondanks dat er in kleine dingen echt wel een verschil zat tussen de perspectieven van de 2 jongens en die van anderen door o.a de eerste zin, die standaard dezelfde vorm had. Er werd ook gewisseld tussen 1e persoon voor Matteo en Rufus, en 3de persoon voor andere mensen, bleef het meestal bij een onderbreking (soms was het niet meer dan een halve pagina) die te weinig of niets toevoegde aan het verhaal. Alles hing wel samen want de helft ging dood en degenen die dat niet deden, die hadden wel iets te maken met het plot, maar het voelde meer als een verplichting om deze stukken te lezen dan een echte toevoeging en dat vond ik oprecht heel erg jammer. Want mijn god, wat een voorbeeld is dit op gebied van inclusiviteit en diversiteit. Hoewel dit vorige punt een struikelpunt was (en bleef jammer genoeg), vond ik de manier waarop er omgegaan werd met diversiteit echt perfect. Af en toe had je de beschrijving van ‘biseksueel’, ‘Cubaans’ of ‘zwart’ en daar gingen de personages gewoon mee om, alsof er net zo goed ‘blank’ ‘native American’ of ‘hetero’ had kunnen staan. Je voelde dat ze er hier en daar weerslag van ondervonden of dat het dingen minder makkelijk maakte, maar verder was het niet bepalend voor de sterke persoonlijkheden en karaktertrekken die ze wél hadden en dat maakt dat dit verhaal super natuurlijk aanvoelde en fijn om te volgen. Conclusie: Ik vond het een heel erg intrigerend boek en heel erg schattig naar het einde toe om te zien hoe op de luttele tijd van 24 uur de meeste personages toch bepaalde veranderingen ondergaan. Daarbij zijn er echt meer boeken zoals dit nodig voor de diversifiëring van de boekenwereld dus daarom alleen al chapeau. Alleen jammer dat de perspectieven zo wisselend en daarmee voor mij ook afleidend waren en ik zo niet het gevoel heb dat het echt hard binnenkwam. Ik geef het daarom drie en een halve ster! GaosPS. Bijpassend liedje: See you again - Whiz khalifa feat Charlie Puth
School, het is allemaal weer zo leuk. Bij geschiedenis leer ik keer op keer hoe ziek de mens eigenlijk wel niet is, wat bij economie dan altijd bevestigd wordt. Want ja, winst hè. Het ligt allemaal een beetje gevoelig tegenwoordig. Tijdens Engels was het weer eens raak en speelden mijn frustraties op. We lazen een stuk uit een boek dat zich afspeelt in de Middeleeuwen. Dit tijdperk is in beginsel al niet erg geliefd bij me, want mannen waren - kort gezegd - alles en vrouwen moesten maar al hun zooi opruimen en aan ‘hun plicht voldoen’ door kinderen te baren. Eerlijk gezegd is het al geen verrassing meer dat een vrouw zijn in elk tijdperk wel rot is. Het gaat inmiddels beter, dat is waar, maar toch hebben we nog steeds regels en richtlijnen over hoe een man en - met nadruk - een vrouw zich hoort te gedragen. Het was echter wel te doen tot mijn docente een vraag stelde die luidde: ‘Hoeveel boeken hebben jullie eigenlijk gelezen waar een vrouw het een heel boek lang overleeft zonder gered te worden door een man?’ En ik maar denken en denken en nog eens denken. Eigenlijk maakte het al niet uit meer of ik op een boek kwam of niet, want het feit dat ik zo lang moest nadenken spreekt al boekdelen. En andersom? Ik kan maar op weinig boeken komen waar het mannelijke personage wordt gered door het vrouwelijke personage. Mannen hoeven namelijk niet gered te worden, vrouwen wel. Het is bizar dat we allemaal zeggen dat dit niet zo is, maar het toch niet eens opvalt dat het wel keer op keer voor ons geschetst wordt in boeken, films, noem het maar op. Voor mij is het nu ook echt een factor die mijn mening enorm beïnvloedt. Waarom kunnen vrouwen zichzelf niet redden? Wat voor beeld wordt er verspreid als we in iedere film die we zien, ieder boek dat we lezen, een 'sterke' vrouw alsnog gered moet worden door een man? Nu weet ik wel, mensen hebben elkaar nodig. Hoewel we van nature streven naar eigenbelang, hebben we toch een groep nodig om deel van te zijn en overleven we ook echt niet alleen. Maar moet het dan echt altijd de man zijn? En als je even uit de fantasy/science-fiction box denkt waar ik de hele tijd zat met mijn gedachten: hebben vrouwen echt een man nodig om gelukkig te zijn? Wordt mijn leven echt beter zodra ik *gasps* met een jongen praat? Volgens mij maakt het namelijk niet uit. Ik ben al mijn hele leven gelukkig zonder vriendje en als ik dat niet was geweest, zou mijn zwarte wereld echt niet plots veranderen in een leven vol regenbogen en eenhoorns enkel en alleen door een jongen. Dat is echter wel wat menig (YA/NA-)boek ons voorschotelt (denk aan: Twilight, After van Anna Todd, Shadowhunters van Cassandra Clare en zelfs ACOTAR van Sarah J. Maas). Zodra de mannelijke hoofdpersoon binnenwandelt, is het leven van het vrouwelijke hoofdpersonage pas compleet of zinvol. En andere interesses? Daar weten we als lezer bijster weinig vanaf. Soms zelfs helemaal niet. Relaties met andere personen - ouders, vrienden, zussen en broers - vallen in het niet zodra de romantische relatie met het mannelijke hoofdpersonage ontwikkelt. Oftewel: het leven van een vrouwelijke personage bestaat doorgaans voor 90% uit het mannelijke hoofdpersoon. Hun hele persoonlijkheid is ervan afhankelijk. Het wordt nog gekker als je er langer over nadenkt. Want, ja, we zijn vooruit gegaan, onder meer doordat vrouwelijke auteurs de kans krijgen om boeken te schrijven vanuit hun oogpunt. We hebben inmiddels YA (en, in mindere mate, volwassen) boeken vol met vrouwelijke hoofdpersonages die de wereld redden en het gezicht zijn van revoluties, die hun ‘mannetje’ staan in gevechten en toegestaan worden intelligent te zijn. Maar de ongeschreven regel, inhoudende dat het vrouwelijke personage nét iets minder intelligent, bewapend of gewoonweg ervaren is dan het/een mannelijk personage geldt voor het overgrote deel steeds. Mannelijke personages wordt het vaker ‘toegestaan’ om de sterkste, krachtigste of slimste te zijn zonder dit te relativeren met andere personages of liefdesinteresses. Het is geen toeval dat de meeste superhelden nog steeds mannelijk zijn, terwijl vrouwen met dezelfde krachten ook steden en landen kunnen redden. We proberen er wel langzaam te komen. Hoe overhyped de film ook mag zijn, in Frozen is wel degelijk een poging gedaan om het belang van zussenliefde boven de liefde van een man te stellen en ook bij Tangled moet ik toegeven dat, hoewel Rapunzel wel degelijk geholpen werd door een man, ze uiteindelijk zelf degene was die haar droom waarmaakte. Ook Mulan en Pocahontas waren al een hele stap, al kan ik me er enorm aan ergeren dat Mulan zich als een man moest kleden en gedragen voordat ze ook echt de wereld kon redden (maar goed, ze deed het wel als een vrouw en daar draait het wat mij betreft om). Er lijkt echter op de een of andere manier altijd een man bij betrokken te zijn die er net voor zorgt dat bijvoorbeeld Anna niet doodgaat en dat Rapunzel in eerste instantie haar toren verlaat. Toch moet deze verandering toegejuicht worden, ook in de boekenwereld: The Winner’s Curse-serie geeft niet het mannelijke personage, maar het vrouwelijke personage de intelligentie om iedereen te slim af te zijn, And I Darken geeft het vrouwelijke personage de kans om te shinen als koelbloedige strateeg en in List & Leugens blinken de vrouwelijke personages ieder op een ander vlak in iets uit, waarbij ze niet onderdoen voor de mannelijke personages. En voor in volwassen high fantasy kan gekeken worden naar de vrouwelijke personages uit Game of Thrones (denk aan: Deanerys, Arya, Sansa en Cersei). Ze zijn ieder complex, hebben diepgang en eigen doelen en idealen die niet zozeer te maken hebben met verliefdheid of überhaupt mannen. Een ander bekend fenomeen als het om - jonge - vrouwelijke personages gaat, is dat ze vrijwel altijd een mannelijk liefdesinteresse moeten hebben. Nu klopt het dat mannelijke hoofdpersonages dit ook vrijwel altijd hebben (ook al zijn zij niet in dezelfde mate gebonden aan hun liefdesinteresse als een vrouwelijk personage). Als we echter kijken naar bijpersonages, gaat de ratio al scheef. Een liefdesinteresse of partner voor belangrijke vrouwelijke personages is bijna een must, terwijl dit geen noodzakelijkheid is voor mannelijke bijpersonages. Hoewel ik fan van ben van Leigh Bardugo, is dit goed te zien in haar duology List & Leugens. Alle (redelijk belangrijke) vrouwelijke personages hebben een relatie, terwijl dit niet geldt voor alle mannelijke personages (Bijv. Kuwei). Hetzelfde gebeurt in de ACOTAR-serie van Sarah J. Maas. Als een vrouwelijk personage in het eerste deel geen relatie krijgt, dan gebeurt het wel in de vervolgdelen. (Hoewel Sarah J. Maas vrijwel ál haar personages in een intense relatie stort, moet ik zeggen). In Rood van Pierce Brown zie je het van een andere kant. Het enige belangrijke vrouwelijke (bij)personage krijgt een relatie met het mannelijke hoofdpersonage, en aan het begin gaat ook nog eens zijn oude vriendin dood voor de welbekende shockvalue. Ongeveer 70% van de mannelijke personages blijft echter vrijgezel in het eerste boek, terwijl ze wel uitgediept worden. De rol van vrouwen in boeken met mannelijke hoofdpersonages is zo mogelijk nog triester. Doorgaans is een vrouw liefdesinteresse, moeder of verzorger als ze positief belicht wordt en machtig en onafhankelijk. Complexe rollen voor vrouwen, met een eigen plotlijn of arc, komen zelden voor. Dit is heel goed te zien in het grote gros aan high fantasy boeken geschreven door mannelijke auteurs. De naam van de wind van Patrick Rothfuss wordt gezien als een van de beste fantasy-boeken aller tijden, maar zijn vrouwelijke personages hebben de inhoud van een baksteen en worden constant op hun uiterlijk beoordeeld. Eenzelfde geldt voor American Gods van Neil Gaiman. Ook in de sci-fi boeken van Pierce Brown hebben de vrouwelijke personages enkel ‘nut’ als vriendin-van of moeder-van en worden ze alleen in die gevallen enigszins uitgediept. Er is natuurlijk heel veel over dit onderwerp te zeggen, maar ik denk dat ik de belangrijkste dingen wat betreft de rol die vrouwen in literatuur spelen wel benoemd heb. Over het algemeen kan die rol wat mij betreft heel wat verbeterd worden in de hedendaagse literatuur. Misschien vragen sommigen zich af hoe ik dan wél graag een vrouwelijk personage zie. Wel, het is bijna te simpel om waar te zijn. Ze hoeft niet een ster te zijn in een vechtkunst of op ander fysiek vlak. Ze hoeft niet ‘mannelijk’ te zijn om te laten zien dat ze sterk en onafhankelijk is. Het enige wat ik vraag is om haar rol niet klein en nietig en onbetekenend te maken terwijl mannelijke personages een heel podium krijgen en om haar identiteit niet compleet verbonden te maken aan een man. Het liefst zie ik dat een auteur haar diepgang geeft, dat ze niet enkel afhankelijk is van een mannelijk personage, dat haar leven draait om meer personen dan de liefdesinteresse, dat ze verschillende dromen en doelen heeft die niet enkel te maken hebben met liefde en in staat wordt gesteld om haar eigen keuzes te maken, dat haar vrouwelijke kant niet als zwak neergezet wordt. Oftewel: het liefst zie ik dat ze uitgewerkt wordt met dezelfde diepgang, groei en intentie als een mannelijke personage. En aangezien ik al verandering merk in - vooral - YA, verwacht ik dat mijn hoop niet helemaal misplaatst is. Phoenix & LeaRecentelijk is het mij ter ore gekomen dat Disney van plan is van vrijwel elke tekenfilm een live-action retelling te maken. Inmiddels zijn Cinderella, Beauty & The Beast en Jungle Book de revue al gepasseerd, en ook eerder heeft Disney al live-action vertalingen van hun eerdere films gemaakt: denk aan Alice in Wonderland en Maleficent. Verder op de planning staan Mulan, Alladin, The Lion King, The Little Mermaid, Dumbo, Snow White, Pinokkio, The Sword in the Stone, Peter Pan, Winnie The Pooh en Lady and the Tramp. Natuurlijk is het niks nieuws dat Disney andere verhalen als basis gebruikt voor zijn films. Sterker nog, dat feit is juist waar Disney zo groot door is geworden. De allereerste Disneyfilms zijn films als Snow White, Pinokkio, Dumbo en Bambi, allen gebaseerd op een sprookje of (kinder)boek. Pas in 1994 claimde Disney zijn eerste originele verhaal te hebben gemaakt met The Lion King. The Lion King werd een van Disneys allergrootste successen en bracht bij zijn eerste release 987 miljoen dollar op. En nog steeds kan de wereld er geen genoeg van krijgen — er zijn musicals, merchandise, sequels en nu staat er dus zelfs een live-action remake op het programma voor 2019. Maar is al deze roem wel terecht? In 1950 maakte Osamu Tezuka, een Japanse striptekenaar, zijn op een na best verkopende stripboekenreeks Kimba the White Lion, ook wel bekend als King of the Jungle. Het verhaal van de manga volgt een wit leeuwenwelpje genaamd Kimba die door de dood van zijn vader, de koning van de jungle moet worden. Met hulp van een oude aap die zijn vader ooit geadviseerd heeft, een bemoeierige vogel en een komisch duo eist hij zijn koninkrijk op en staat tegenover een leeuw met zwarte manen en een litteken die de troon heeft bestegen in Kimba’s afwezigheid. Goh, waar kennen we dat van?* Of The Lion King echt origineel kan worden genoemd, is dus sterk de vraag. Disney heeft nu eenmaal een sterke drang naar vertaling in plaats van creatie. En wie geeft ze eens ongelijk: hun hele imperium is gebouwd op de vertellingen van anderen — retellings zijn hun ding. Maar niet alleen Disney houdt van retellings en reboots. Ik heb even wat gerekend: van de 57 meest geanticipeerde films van 2019 zijn 47 films gebaseerd op iets anders: dat kan een eerdere franchise of kunstwerk zijn (een tv-serie, videogame, speelgoed, boek, stripboek, graphic novel) of een reboot, retelling, sequel of prequel van iets anders. Dat betekent dat er in totaal slechts tien films ‘origineel’ kunnen worden genoemd. Dat is een schamele 17,5%. Uiteraard zeg ik niet dat dit geen leuke, goeie of mooie films kunnen zijn: ik zeg alleen dat dus slechts 17,5% van de films het aandurft een origineel verhaal te verfilmen. Mijns inziens is dat getal bizar klein. Waarom, vraag je je nu vast af, zijn zoveel films gebaseerd op andere dingen? Eigenlijk is het heel simpel. Films zoals Toy Story 4, alles uit de Marvel-reeks en Star Wars de Zoveelste hebben allemaal al een enorme schare aan fans. Fans van Marvel zullen, ongeacht de kwaliteit van de film, altijd weer in de bioscoop zitten voor de volgende film. Fans van Pixar (waaronder ikzelf) gaan maar wat graag naar het derde deel van How To Train Your Dragon, omdat ze weten dat de eerste twee delen tof waren. En ook The Smurfs, Angry Birds The Movie en The Emoji Movie vallen onder dit rijtje (want iedereen kent emoji’s, toch?! Dan moeten ze wel naar deze film komen!!1!) Natuurlijk wil ik niet zeggen dat alle reboots, retellings, sequels en prequels per definitie slechte films zijn. Er is niks leuker dan herhaling (wat zijn we toch gewoontedieren, met z’n allen) en we weten allemaal hoe fijn het is je favoriete serie nog een keer te kijken, of te kunnen hypen over de zoveelste Star Wars film die uitkomt, of om je favoriete boek verfilmd te zien worden op het grote doek. Sterker nog, er zijn een paar pareltjes van reboots en niet-originele films en series waar ik ontzettend fan van ben. Denk aan de recente reboot van de 80’s animatieserie Voltron (nu getiteld: Voltron: Legendary Defenders) of de uitstekende film The Lego Movie (ik weet het, het klinkt crap maar het is oprecht een hele goeie, leuke film, GO SEE IT!). Jammer genoeg gaat het heel vaak ook flink mis — en de schade is dan des te erger, omdat je de hele fan-base achter je aan krijgt als je hun geliefde franchise de modder in sleurt. Een alombekend voorbeeld is de film The Last Airbender; een recentere controverse is de fuzz die ontstaan is door de geplande reboot van de 80’s cartoon Thundercats — die eruitziet als de mislukte baby van Adventure Time en de originele Thundercats met een cal-arts sausje erover: Maar echt origineel zal een retelling nooit worden. In het beste geval zal het het origineel (slechts) kunnen verrijken, in het slechtste geval zal het fandom exploderen en je voor dood verklaren. Over het algemeen leunen retellings echter hevig op de al bestaande fanbase. Persoonlijk vind ik dat nogal lui (denk maar aan al die sequels die iedereen alweer vergeten is), maar omdat het dikwijls relatief goed werkt, blijft men het maar doen. Want waarom moeilijk en ambitieus zijn als je ook gewoon kunt meeliften op het succes van een eerdere film? Oftewel: het maken van een originele, nieuwe film is een sprong in het diepe. Soms gaat dat goed, bijvoorbeeld bij Frozen (die — ik weet het — ook gebaseerd was op een sprookje, maar toch een stuk origineler was dan bijvoorbeeld Snow White), en creëert het een enorme frisse wind die het animatiegenre flink opschudt. Soms pakt het minder goed uit en verdwijnt de film in de vergetelheid, of erger nog: verkrijgt het de status van cult-fenomeen (The Room, anyone?). Metaforisch verwoord: een retelling en een origineel verhaal is als het verschil tussen de vertaler en de schrijver van een boek. Er bestaan goeie en slechte vertalers, maar het blijven vertalers, geen schrijvers. Men spreekt echter over een heel ander, hoger niveau als het gaat om de schrijver van een boek. De schrijver (of filmmaker, zo je wilt) begint bij nul en bouwt zijn verhaal woord voor woord, beeld voor beeld, op. Het gehele kunstwerk is ontsproten uit zijn of haar geest, is misschien beïnvloed door het een of het ander, maar kan geen vertaling worden genoemd. Dat is een wezenlijk verschil in mijn opinie. Het belang van filmmakers als schrijvers, en niet als vertalers, is in mijn ogen het verder brengen van het medium en/of het genre waar ze deel van mogen uitmaken. Niet alle boeken hoeven Lord of the Ringsen of 1984’s te zijn en niet alle films hoeven Spirited Aways of Snowpiercers te zijn, maar degene die dat wél zijn, zijn originele, baanbrekende films die getuigen van oprechtheid, talent en inventiviteit. Ofwel: Cinderella (2015) herhaalt slechts het genre waar het tot behoort, Coco (2017) voegt iets toe aan het genre — omdat het getuigt van originaliteit. Een kleine sidenote: in zeldzame gevallen kan een ‘niet-originele’ film (oftewel een reboot, retelling, sequel of prequel) wel degelijk iets bijdragen aan het genre, juist omdat het een onconventionele vertaling is (o.a. Blade Runner 2049 (adembenemende cinematography en lighting design), Pirates of the Caribbean (een verfrissing van het piratengenre met onconventionele hoofdrol) en The Lego Movie (een viering van verbeelding, originaliteit, fandom en stop-motion)). Om dit artikel af te sluiten: het maken van een originele film getuigt van moed. Een moedige filmmaker is iemand die niet voor zijn verhalen afhangt van andermans fanbase, die niet afhankelijk is van de verhalen die hij van anderen leest of tegenkomt. In mijn ogen is het huidige filmwereldje te nonchalant en laks door gewoon maar overal hun verhalen vandaan plukken, terwijl ze als filmmaker weinig meer doen dan de vertaling maken. Ik hoop dat we in de toekomst weer originele verhalen gaan maken, die ons verbazen en verbijsteren en verpletteren en ons leren dat film een uniek genre is waar unieke verhalen in passen en horen te bestaan. Ik hoop dat er films blijven komen zoals die van Wes Anderson, met zijn belachelijke, poppenhuisachtige films die zowel visueel als qua script heerlijk vreemd en verrassend zijn. Ik hoop dat er meer films komen zoals de films van Pixar, die originele, frisse nieuwe werelden scheppen. Ik hoop dingen te zien zoals Guillermo del Toro’s originele sprookje Pan’s Labyrith, met ongewone en adembenemende cinematography, geweldige visual storytelling en een fantastisch script dat fris en vreemd aanvoelt. Storytelling gaat immers niet alleen om het herhalen van iets bekends, maar om het creëren van iets nieuws. Want daar brengen we de (kunst)wereld verder mee. — EMILIA *) Mocht je meer over de Kimba/Simba Controverse te weten willen komen: Alli Kat op YouTube maakte een excellent video-essay hierover die ik iedereen aanraad! Welkom bij Soof’s cinema! Hieronder alle films die ik keek in juli! Hopelijk worden jullie geïnspireerd om wat vaker achter je scherm vandaan te komen, om vervolgens naar een groter scherm te gaan staren! Wie mijn alinea heeft opgezocht onder de ‘wie zijn wij,’ zal waarschijnlijk zijn opgevallen dat ik een immens grote liefde voor reizen heb. Ik ben dan ook heel juli en augustus, op een paar dagen na, niet in Nederland, maar dat is natuurlijk geen reden om minder naar de film te gaan! Help.Het kan daardoor zijn dat sommige stukjes van minder kwaliteit beschikken dan ik zelf zou willen, maar probeer maar eens een waardeloze planning te hebben en dan te schrijven op Schiphol tijdens het boarden (Ik typ hier haha, maar ik ben aan het huilen) Maandag 9 juli - Show Dogs Maandag 9 juli - The first purge Dinsdag 10 juli - The bookshop Dinsdag 10 juli - Skyscraper Donderdag 19 juli - Ant-men and the wasp Donderdag 19 juli - Mamma Mia: here we go again Vrijdag 20 juli - De kleine heks Vrijdag 20 juli - Hotel Transsylvanië drie: een zomer vakantie Show Dogs is niet de meest populaire film die momenteel draait, maar het heeft honden en Will Arnett dus er zit in ieder geval genoeg humor in. Show Dogs is een kinderfilm die gaat over de rottweiler Max. Max is een politiehond en dient om een ontvoerde baby panda te redden samen met FBI agent Frank onder te duiken bij een hondenshow, om op deze manier alle gesmokkelde dieren terug te vinden. Max is natuurlijk macho, arrogant en echt op zichzelf, waar Frank bijvoorbeeld echt niets met honden heeft, en al helemaal niet met Max door hun eerste ontmoeting. Show Dogs is geen goede film. Ik bedoel, ik weet dat mensen een zwak hebben voor pratende honden, maar ook dat heeft een grens. Deze film was zo absurd dat ik de tranen over mijn wangen had rollen. (Ik noem een scène waarin Max en Frank samen dansen op de muziek van Dirty Dancing, waarbij eerst Max wordt gelift en daarna Frank) Ik weet niet of jullie ooit een rottweiler een volwassen man hebben zien liften, maar het is hilarisch. Er zitten zoveel grappen in deze film waarvan ik geen idee heb wat ik ervan moet vinden, want het was zo fout dat het leuk was? The first purge was mijn eerste purge film, maar aangezien deze vierde film zich afspeelt voor de trilogie, was dat niet echt een probleem. Ken je deze franchise nog niet en je houdt van een chronologische volgorde dan is dit hét moment om in te stappen. The fist pruge gaat over de eerste purge, een zuiverings nacht waar twaalf uur lang alle misdaden toegestaan zijn. In deze film zien we hoe the purge in eerste instantie een experiment was op Staten Island, aangevoerd door de NFFA, de leidende politieke partij. Tijdens de film volgen we meerdere mensen, maar bovenal gangster baas Dimitri en zijn ex vriendin Nya. Deze dystopische actie horror film was iets heftiger dan de gemiddelde films waar ik naartoe ga. Ik ben misschien ook niet helemaal geschikt voor dit genre want ‘jump scares,’ bezorgen me over het algemeen nog net geen hartaanval, maar ik was wel geïntegreerd en als je tegen enge films kunt, is het idee achter deze film heel gaaf om over te filosoferen. The bookshop is een boekverfilming die zich afspeelt in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Het boek van Penelope Fitzgerald geschreven in 1959 gaat over de moed en kracht vinden om je droom na te jagen. Het hoofdpersonage Florence is een frisse wind die door een verouderd kustplaatsje waait en er een boekenwinkel wil starten (Boeken <3). De elite in het dorp heeft niets met de boekenwinkel en de druk die zij op Florence leggen om er een kunstcentrum van te maken is enorm. Vooral het personage Violet Gamart zou je het liefst spontaan de nek omdraaien. Het verhaal kabbelt rustig voort en echt spannende momenten zitten er dan ook niet in, je moet echt van dit soort films houden of ze kunnen waarderen. De beelden van de zee en de graanvelden hoe saai dat ook mag klinken waren artistiek wonderlijk. Helemaal een aanrader als je de nacht daarvoor the first purge zag en niet kon slapen... De Spaanse regisseur Isabel Croixet won met deze film drie Goya’s in Spanje, voor voor Beste Film, Beste Regie en Beste Scenario. De kracht van Florence en het medeleven dat je met haar voelt is indrukwekkend. Het einde van de film was niet wat ik had verwacht en was ronduit bedroevend. Skyscraper is... de zoveelste film met Dwayne ‘the rock’ Johnson. Niet dat ik klaag want ik ben dol op ‘the rock.’ Toch was dit niet zijn beste film en vond ik bijvoorbeeld Rampage uit april beter. (In hoeveel films vlak achter elkaar kan Johnson spelen? Maar oprecht) Deze film gaat over een oorlogsveteraan die nu de veiligheid van de grootste luchtkrabber ooit moet verzorgen. Door een miscaluatie aan de kant van de criminelen is het gezin van the rock nog in het gebouw aanwezig als ze het in brand steken. The rock springt hierdoor door ramen en vuurzeeën heen om zijn gezin te redden en hoewel de beelden prachtig waren en je bij een actiefilm je verstand op nul moet kunnen zetten, vond ik dit niets? Er was nooit een echt dreigend gevaar en… ik weet niet, deze film jatte genoeg van andere klassieke actiefilms, maar het kwam niet over. Wat ik wel heel tof vond, was hoe the Rock zichzelf op een gegeven moment redde met zijn prothese. Al vraag ik me af of die daadwerkelijk zo snel los kunnen. Ant-man and the wasp is een Marvel film en ik hou van Marvel films (oké, en ook van DC, maar Marvel was mijn jeugd). Deze film speelt zich tegelijkertijd met het grote spektakel van april af ‘Infinity war,’ en verklaard dus meteen waarom Ant-men niet in de film der films te vinden was. Dit maakt vooral de eerste after credit scene een mogelijke spoiler voor de mensen die Infinity war nog niet gezien hebben. Ant-man and the wasp had niet veel promotie en is de tweede Ant-man film die zich binnen het Marvel cinematic universe (MCU) afspeelt. Scott heeft huisarrest na de gebeurtenissen in de Captain America: Civil War film en loopt dus met een enkelband. Tijdens de eerste Ant-man film kwam hij in contact met mensen die hem nu ook weer zijn huis uitplukken. Het is allemaal bijster interessant en ik vond deze film ontzettend grappig, maar ik kan helaas niet zoveel zeggen zonder te spoileren. Ik zou iedereen aanraden om deze Marvel film niet te skippen, ook niet als dat betekent dat je eerst tien jaar aan MCU films in moet halen Mamma mia: Here we go again is het langverwachte vervolg op het eerste deel uit 2008 alweer. Het was de enige film in maanden die ik zonder mijn partner keek. Voor sommige mensen zijn films met een flinke lading muziek nu eenmaal niet besteed. Ik had gelukkig gezelschap van Louise en, jongens, wat was deze film een feestje! Het verhaal speelt met twee tijdlijnen: een deel gaat verder waar het eerste deel vijf jaar terug eindigde, het andere deel speelt zich af in de jaren tachtig en vertelt het verhaal van hoe Sophie is verwekt. Persoonlijk vond ik deze film nog beter dan het eerste deel onder andere door de betere zangers en omdat de verhaallijnen indrukwekkend soepel in elkaar overgingen. Misschien was de film af en toe een beetje too much en voorspelbaar, maar ik hield ervan. De film had niet teveel zangnummers en te weinig plot, het was goed. Het deed me een beetje denken aan La La Land en ik heb die film voor altijd in mijn hart gesloten dus dat zegt wel wat want ik heb niets met Ryan Rosling. De kleine heks is een kinder boekverfilming. Ik heb een zwak voor boekverfilmingen. Deze film was ik eigenlijk dus al ontgroeid en dat merkte ik wel, in tegenstelling tot Show Dogs en Hotel Transsylvanië. Misschien was deze film wel voor een nog jonger publiek dan ik in eerste instantie dacht. De kinderen in de zaal vonden hem wel tof, geloof ik. De film gaat over een heks die ook wil dansen tijdens een speciaal feest, maar dat mag niet tenzij ze alle spreuken uit haar hoofd leert. Ze besluit het een kans te geven en studeert zich suf, allemaal om erachter te komen dat heksen gemeen moeten zijn en ze dus twee kinderen in stenen moet veranderen, maar kan ze dat wel? Deze film had echt een heel hoog doe-wat-het-juiste-is gehalte. De film is origineel Duits en draait daar al bijna een half jaar. Ik weet niet precies waar het gat tussen beide publicaties vandaan komt, maar mocht je met een kind naar de bioscoop willen en ze twijfelen over meerdere films, dan ga jij als volwassene meer aan een van de andere opties hebben. (De boeken waren wel heel tof!) Hotel Transsylvanië drie: een zomer vakantie is alweer het derde deel in de film franchise over de vampier Dracula die een hotel runt in Transsylvanië. Alle films zijn los te kijken, maar het is natuurlijk het leukste als je ze allemaal afgewerkt hebt. In deze film besluit de dochter van de alleenstaande vader Dracula dat hij nodig toe is aan vakantie en ze gaan met zijn allen op cruise naar de Bermuda driehoek! Dracula ziet het in eerste instantie helemaal niet zitten want hij heeft het niet zo op boten, of hotels. Hij heeft immers zelf een hotel dus waarom zou je dan naar een ander willen? Dracula is een ontzettend herkenbaar personage dat jaren terug mijn hart al stal. Hij is al meer dan honderd jaar vrijgezel en wordt in deze film verliefd! Maar, hopelijk heeft ze ook het beste beentje met hem voor (nee, het antwoord is nee). De film eindigt met een enorme dance battle en ik denk oprecht dat deze er vooral in zit voor de ouders want ik heb meerdere mensen tranen van het lachen zien krijgen. Dit is echt zo’n kinderfilm die ook ontzettend leuk is om met vriendinnen te kijken of, kleine tip, het eerste deel op netflix samen met je partner. Ik hoop dat jullie hierdoor besloten om naar de film te gaan en een van dezen te zien! Ik hoop tevens dat ik op vakantie ‘the darkest minds’ (Boekverfilming!) kan zien en het overleef zonder Engelse voice-overs. Sophie |
CategorieënArchieven
Juli 2019
twitter
goodreads |