Dag 4 op de boekenbeurs was weeral vrij kort: vandaag stond enkel de meet en greet met Maud Vanhauwaert en andere stadsdichters op het programma. (de uitgebreide bezoeken zijn voor het weekend, waarin ik dat ga gebruiken als excuus om studie-ontwijkend gedrag te kunnen vertonen). Natuurlijk keek ik uit naar een gesprek met Maud, de stadsdichteres van Antwerpen en grote naam in de slam poetry scène. Dat is in mijn jonge carrière als obsessieve poging doener tot spoken word een van de weinige mensen waar ik al enorm veel van gehoord heb maar die ik nog nooit echt had zien optreden. Zeker omdat ik vooral in Antwerpen de honneurs waarneem, vind ik dat nog steeds best wel een prestatie van mezelf. Jammer genoeg heeft zij last minute moeten afzeggen en dan sta je daar plots met mensen die je amper kent. Ja, van David Troch (Gent) had ik al eens gehoord en toen hij zei dat hij naast stadsdichter in Gent ook achter de schermen bij Creatief Schrijven werkte, wist ik waarom, maar Tanja Verhelst (Brugge) en Luc C. Martens (Deinze)? Toegegeven, ik ben niet van de streek en kende hen niet, maar hun voordracht in het begin verklaarde volledig waarom juist zij gekozen waren als stadsdichters. Het waren rake gedichten die de steden gewoon vatten en zelfs als buitenstaander voelde ik me even thuis. Maar hoe word je dat nu? Stadsdichter? “Je wordt gevraagd,” was het antwoord van alle drie, waarna ze een beetje rondkeken naar wie het woord ging nemen. “En ze verwachten meteen antwoord als je daar dan op het bureau van de schepen van cultuur staat,” grinnikt Luc Martens die de ongemakkelijke stilte doorbreekt. “Bij mij was het een telefoontje, maar ja, ze verwachtten meteen antwoord en dan denk je van ja waarom ook niet,” vult David Troch al lachend aan. Wat volgt is een twee uur durend gesprek over allerhande zaken. Tanja Verhelst blijkt eigenlijk een illustratrice te zijn, maar door haar kleine werkjes die ze combineerde met teksten, is ze opgepikt door de organisatie die in Brugge de stadsdichter kiest en zo geschiedde. Het concept stadsdichter stond in alle drie de gevallen voor iemand die de stad moest zien te vatten in woorden en daarbij ook nog eens zo veel mogelijk mensen erbij zien te betrekken. Dat gaat van verzen op de schorten van helpers bij een eetfestijn tot voordrachten bij wandelingen in het donker en gedichten in het rouwregister van Luc Devos (Gorki). Ondanks dat het niet de meest gemakkelijke taak bleek te zijn. (“Stadsbesturen blijven bureaucratisch: als je iets wilt weten, moet je overal achteraan lopen,” moppert Luc Martens met directe bijval van Tanja Verhelst), zijn ze er alle drie in geslaagd om hun taak meer dan goed te doen. Want stadsdichter zijn houdt veel meer in dan enkel hier en daar een gelegenheidsgedichtje te schrijven. “Naast zes gedichten per jaar, heb ik ook workshops gemaakt zodat ik in scholen jongeren aan kon zetten tot slam poetry en poëzie en daar kwamen de meest creatieve dingen uit,” lacht Troch bij de herinnering. “Ik heb in Deinze opmerkelijke plekjes aan de Leie gekoppeld aan seizoenen en zo drie jaar lang elke maand een gedicht voorgesteld in cafés met daarbij een kunstwerk van iemand in de buurt,” vertelt Martens trots. “Ondanks dat poëzie zo een klein publiek trekt, hadden we toch elke keer weer veertig tot tachtig man.” Ondanks dat het soms moeilijk was om de functie in te vullen, blijkt dat geen al te groot probleem te zijn voor de drie dichters. Het is niet altijd gemakkelijk, klinkt het, en ook lang niet altijd je beste werk omdat het een doel moet hebben, maar de deadline is de beste inspiratie! Dat ze het allemaal opnieuw zouden doen, ook nu ze wel weten wat het inhoudt, zegt zeker genoeg! Jammer dat er in mijn dorp geen dichter is, anders zou ik me meteen kandidaat stellen! Gaos
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
CategorieënArchieven
Juli 2019
twitter
goodreads |