Achterflap Daan en Roza zijn al jaren goede vrienden. Net als hun vriendschap zich tot iets diepers transformeert, slaat het noodlot toe: na een avond stappen worden ze slachtoffer van een auto-ongeluk. Hierdoor belandt Roza in een rolstoel en hangt het leven van Daan aan een zijden draadje. De klap van het ongeluk heeft de deur naar de gave die Daan al jaren angstvallig verborgen houdt, opengeslagen. In een diepe slaap waaruit hij misschien niet meer zal ontwaken, krijgt hij een waarschuwing van gene zijde. Liefde blijft altijd bestaan... zelfs tot in de dood. Deze recensie is een aan de hand van een exemplaar dat wij geleverd hebben gekregen door de uitgever. Wij hebben getracht dit onze mening niet te laten beïnvloeden. Deze recensie bevat spoilers. Cover, titel en flaptekst De achterflap op de paperback start met een stukje dialoog. Een stukje dat weliswaar meteen mijn aandacht trok, maar ook meteen een ontzettend zoetsappige sfeer oproept die sommige mensen in het verkeerde keelgat kan schieten. Daarna volgt het stuk dat ook hierboven te lezen is, het trekt me eigenlijk wel. Ik vraag me eigenlijk dan ook af waarom ik dit boek niet eerder heb opgepakt en ik denk dat het door de cover komt. De doelgroep van dit boek lijken me de young-adult lezers en ik vind persoonlijk deze cover niet heel aansprekend voor jongeren. Ik vind dit meer een cover voor een doktersroman of een boeketreeks en dat lijkt me niet de doelgroep hier. De achterflap lijkt ook niet helemaal te kloppen, want Daans diepe slaap is maar een klein subplot in vergelijking met Roza’s verlamming en in eerste instantie zit zij niet eens in een rolstoel. In dat opzicht wordt er daar wel wat gespoilerd. Inhoudelijke recensie Het eerste wat mij opviel aan dit boek was het bovengemiddeld grote lettertype in vergelijking met wat normaal wordt aangehouden voor een young-adult of volwassenen boek. Op zich deed dit het boek een kinderlijke sfeer geven, maar het maakte het boek wel minder intimiderend. Daarnaast zijn de hoofdstukken redelijk kort (maar een pagina of vier) en is het boek sowieso maar tweehonderd pagina’s. Zo op het eerste oog had ik dan ook gedacht dat ik dit boek op een avond zou uitlezen, maar ik heb er uiteindelijk om en nabij de twee maanden over gedaan. Een deel zal ermee te maken dat er twee points of view zijn en daar ben ik geen fan van, maar een groot deel ligt aan bepaalde aspecten die mij voor de borst stootte. Hieronder zal ik deze aspecten noemen, zodat toekomstige lezers voor zichzelf kunnen afwegen of dit zogenaamde deal-breakers voor hen zijn. Om maar eens met een positieve noot te beginnen. De schrijfstijl in dit boek is bovengemiddeld goed. Ik lees de laatste tijd steeds meer oorspronkelijk Nederlandse verhalen en zelden ben ik een verhaal tegengekomen dat zo vlot leest. Debora Elisabeth is een zeer talentvolle schrijfster en ik ben zeer onder de indruk van de soepelheid die in het boek zit. In het eerste hoofdstuk las ik dat Daan half Mexicaans is en amberkleurige wangen heeft en dit vond ik eigenlijk ook meteen heel erg tof. Ik ben dol op boeken met diverse personages. De meeste boeken hebben alleen blanke hetero's en mogelijk christelijke personages en elk boek dat daar ook maar een beetje van afwijkt, maakt mij blij. Ik vond het alleen een beetje gek dat hij al zijn eigen auto heeft, als hij nog op de middelbare school zit. Daan zit op de HAVO en hoewel ik me kan herinneren dat mensen in hun examenklassen hun rijbewijs haalden, kan ik me niet herinneren dat iemand een auto had, laat staan een sportieve Audi. Vervolgens trok ik mijn wenkbrauwen op bij de beschrijvingen van de personages. Het vrouwelijke hoofdpersonage staat naakt voor het raam, benoemt haar zandloper figuur en noemt Daan een prins Abudala. Daan wordt meerdere malen geobjectiveerd en praktisch aangerand, zelfs door een zuster. Aan de hand van de beschrijvingen dacht ik eigenlijk dat Daan en Roza al een koppel waren. Er wordt immers in hoofdstuk twee al gesproken over wilde seks en een heel elftal aan kinderen. Dit boek is daarmee naar alle waarschijnlijk beter geschikt voor de wat oudere YA-lezers. Tevens ook omdat er wordt gesproken over een vijftienjarige die te oud is voor klieren, maar iedereen die nog mensen in die leeftijdscatogorie kent, weet dat broers en zussen daar nog een stuk langer mee doorgaan. Ik betwijfel ook of het zandloperfiguur van Roza iets is waar alle onzekere tieners nog eens extra met hun neus op gedrukt dienen te worden. Daan en Roza hebben dus zoals eerder aangegeven nog geen relatie als het boek begint. Het noodlot waar de achterflap het over heeft, vindt plaats rond pagina 50 als we al op een kwart van het boek zitten en net na hun eerste kus. Normaal erger ik me eraan als dingen die in de achterflap vertelt worden zover in het boek pas gebeuren, maar door Debora Elisabeth haar schrijfstijl had ik daar nu niet zoveel last van. Ik vond het omschrijven van de verlamming heel intens. Ik schrok van de heftigheid ervan en vond het bij vlagen misschien overdreven, maar toen ik hier dieper over na ging denken, werd ik echt geraakt. Al vraag ik mij wel af hoe realistisch het is dat ze de dag naar haar operatie alweer gevoel in haar benen heeft en tevens seks. Er zit veel gedegen onderzoek of ervaring in dit boek. Ik merkte wel dat alle gegeven informatie niet zomaar uit de lucht gegrepen was. Tegenwoordig zijn er veel boeken die maar gewoon wat doen en de kennis die ik in dat opzicht uit dit boek kon halen, was verfrissend. Dan nu de punten waar ik kritiek op had. Allereerst Mara. Letterlijk alles aan haar was verschrikkelijk. Ik besef mij heel goed dat ze de slechterik in dit verhaal was, maar een beetje grijzer had ik niet erg gevonden. Regelmatig vroeg ik me af waarom Roza en zij vriendinnen waren. Mara is een in en inslecht persoon die de jongen waar ze verliefd op is, nog net niet seksueel aanrandt. Roza denkt er ook aan om Daan zonder enige reden in zijn kont te knijpen, maar zij doet het tenminste niet. Mara veroorzaakte het auto-ongeluk waardoor zij overlijd en Roza en Daan gewond raken, omdat ze hoopte dat Roza zou overlijden zodat zij Daan voor zichzelf zou hebben en zelfs na haar dood probeert ze Daan bij haar te krijgen. Roza heeft na het overlijden van Mara geen enkel contact met haar ouders, maar ik kan me echt niet voorstellen dat je beste vriendin zonder reden zo’n hekel aan je heeft. Al is Roza toch van mening dat Mara het verdiende om dood te zijn. Mara maakte in dat opzicht echt dat ik Roza ook bijna verachte. Daans opa spreekt van een afkeurend: “vrouwen,” als er niet met Mara te praten valt. Sowieso vind ik dat er veel negatieve zinnen richting vrouwen in dit boek zitten. In het revalidatiecentrum doet Daan bijna alsof Roza een trofee is door te zeggen dat hij de knappe arts die haar helpt in een rolstoel wil slaan. Dat is niet sexy! Ik dacht dat we de thrope dat vrouwen samen lusten over een jongen zo’n vijf jaar terug achter ons hadden gelaten. De girl-on-girl hate in dit boek maakte me gewoon verdrietig. Ik kan alleen maar denken aan al die jonge meisjes die denken dat ze elkaars concurrentie zijn, in plaats van elkaars bondgenoten. Vervolgens de relatie van Daan en Roza. Ik begrijp dat zij al tien jaar bevriend zijn, maar mijn hemel wat ging hun relatie snel. Zelfs als je al zolang vrienden bent, ga je niet meteen over seks praten of over houden van, toch? Ze slapen ook bijna elke avond samen. Een relatie is een hele andere fase dan een vriendschap en simpelweg omdat je al zolang vrienden bent, betekent toch niet per se dat je relatie ook meteen in de vijfde versnelling dient te staan? De scènes waarin Roza en Daan seksuele handelingen verrichten, waren… bijzonder. Roza geeft ook nadat ze wakker wordt uit haar coma en denkt dat Daan niet meer in leven is, dat zij net zo goed dood kan gaan. Ze probeert haar adem in te houden zodat ze overlijdt. Ze wil niet leven om haar familie, maar om Daan. Iets dat ik persoonlijk wel verontrustend vond. We zijn ook al over de helft van het boek als Roza het nodig vindt om haar ouders te vertellen dat Daan en zij een relatie hebben. Dit is nadat Daan haar in het bijzijn van haar familie kust. Tot slot ergerde ik me nog het meest aan alle racistische opmerkingen in dit verhaal. De zuster die Roza helpt heeft een donkere huid en een hoofddoek en meteen is Roza verbaasd over haar ‘oer-hollandse’ naam. Ze had verwacht dat de zuster eerder een naam als Fátima of Hakima zou hebben. Dat zijn stereotypen. Oer-Hollands: heel erg Hollands of Nederlands; zeer Hollands of Nederlands; typisch Hollands of Nederlands; in hoge mate kenmerkend voor Holland of Nederland. Dit begrip is voor voorwerpen, niet voor mensen. Hiermee worden dingen bedoeld als klompen of tulpen, Maar tulpen zijn Turks en klompen Frans. Als deze voorwerpen al niet eens helemaal op Nederland van toepassing zijn, waarom bepaalde typen mensen dan wel? De chirurg die geïntroduceerd wordt komt uit Azië. Roza denkt dat hij Chinees is, maar hij kan net zo goed Indonesisch of Japans zijn, want zij heeft geen idee. Ze scheert hier een heel continent over een kam. Als je ziet hoeveel verschillen er binnen landen al zijn, hoe kun je dan zeggen dat een heel continent op elkaar lijkt? Daarnaast zegt ze dat ze zijn achternaam niet eens kan verstaan, laat staan uitspreken en daaruit blijkt nogmaals hoe jammer het is dat Roza als personage niet meer cultureel onderlegd is. Of dacht ze soms dat mensen uit Azië haar achternaam (Van Zomeren) makkelijk vinden? Hierna maakt ze voor bijna een hele pagina lang zijn accent belachelijk. Artsen die in Nederland gestudeerd hebben en zijn opgegroeid spreken gewoon goed Nederlands en artsen die dat niet doen, hebben Nederlands als hun tweede en mogelijk zelfs derde taal. Kun je het je voorstellen dat je besluit in het buitenland te gaan werken als chirurg, een van de moeilijkste beroepen die er bestaat en dat al je patiënten dan je accent belachelijk maken terwijl jij hun taal hebt geleerd? Ik til echt heel zwaar aan dit deel van het boek en mijn leesplezier was in een keer weg. Hoe goed er ook rekening werd gehouden met de gevoelens van een lichamelijke beperking, hoe weinig eerbied ik merkte voor mensen met niet-Nederlandse roots. Tot slot Ik heb heel erg nagedacht over het aantal sterren dat ik dit verhaal wilde geven. Qua schrijfstijl en het plot wilde ik in eerste instantie voor drie gaan. Het is immers een vermakelijk verhaal en het steekt absoluut niet slecht in elkaar. Een van de laatste hoofdstukken met daarin de nodige actie trok me echt het verhaal in. Het punt is echter dat ik mij niet over mijn kritiekpunten heen kan zetten. Ik weet dat dit voor sommige mensen geen dealbreakers zijn, maar voor mij wel en daarom heb ik besloten om het verhaal slechts twee te geven. Sophie
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
CategorieënArchieven
Juli 2019
twitter
goodreads |