Vraag de gemiddelde YA-lezer om een favoriete auteur te noemen en je hoort namen als John Green, Julie Kagawa of Tahereh Mafi. Geen van allen Nederlanders. Wat ze wel gemeen hebben, is dat ze bestsellers hebben geschreven die vertaald zijn. Maar waarom gebeurt dat eigenlijk? Zijn er in Nederland geen goede schrijvers? (Noot vooraf: waar ik het over Nederland heb, kun je ook België lezen. Het punt van dit artikel gaat om het volledige Nederlandse taalgebied.) Statistisch gezien zouden er in Nederland minder goede schrijvers moeten zijn dan in Amerika, gegeven het feit dat hier veel minder mensen wonen. Niet zo heel gek dan dat we meer Amerikaanse YA-bestsellerauteurs kennen dan Nederlandse. Bovendien worden alleen de succesvolste auteurs vertaald, waardoor het voor ons lijkt alsof er in Nederland minder kwaliteit is. Kun je nagaan hoeveel bagger boeken er in Amerika in de winkels moeten liggen. Inmiddels kunnen we wel concluderen dat er in Amerika niet iets in het water zit waardoor de auteurs daar beter zijn dan die hier. Net als aan de andere kant van de oceaan hebben we hier computers, een alfabet van zesentwintig letters en meer van dat soort dingen die handig zijn bij het tot stand komen van een boek. Maar waarom verkiezen we dan toch de Amerikaanse (of Engelse) auteurs boven de Nederlandse? En daar komt het echte punt van dit artikel om de hoek kijken. Want ik denk dat het niet alleen met het statistische gegeven van een kleinere hoeveelheid goede auteurs te maken heeft. Het ligt er ook aan wat het lezerspubliek voorgeschoteld krijgt. Om weer in de statistiek te blijven: als jij in een boekhandel staat waar negen vertaalde YA-boeken liggen en één oorspronkelijk Nederlandstalig, hoe groot is de kans dat je die Nederlandse meeneemt? Aan de ene kant snap ik het wel. Voor een uitgever is het makkelijker om een bestseller te vertalen dan om het risico van een onbekende auteur te lopen. Niemand wil ’s morgens een lege broodtrommel aantreffen omdat er geen geld meer was voor boodschappen en dat geldt ook voor uitgevers. Geen wonder dus dat zij kiezen voor boeken die zichzelf al een keer bewezen hebben. Dit maakt het er voor Nederlandse auteurs niet makkelijker op. Niet zo heel gek dat minder dan één procent van de slush pile uitgegeven wordt als ze ook nog moeten concurreren met alle internationale auteurs. Maar is het dan echt zo stom om ze een keer een kans te geven? We willen de beste zijn in schaatsen, in voetbal (en dat lukt ook niet), in land droogpompen en zelfs in dj’en. Waarom dan niet in schrijven? Ik weet dat het een kromme vergelijking is, maar waarom krijgen voetballers miljoenen euro’s per jaar terwijl schrijvers vaak niet eens een kans krijgen? Als Nederlandse YA-schrijver zou ik eerlijk gezegd niet eens weten wie ik zou moeten benaderen met een manuscript. Moon lijkt wel op de goede weg te zijn gezien ze volgend jaar zowel de winnaar als de nummer twee van hun schrijfwedstrijd gaan uitgeven. Ook bij Clavis en Best of YA vind je nog wel wat Nederlandstalig werk, maar verder? Hoeveel Nederlandse auteurs heeft Blossom Books nou helemaal? Behoorlijk weinig voor een uitgeverij die zo’n fervent voorstander is van een YA-boekenweek. De enige uitgeverij die het tot nu toe lijkt te begrijpen, is Dutch Venture Publishing. Dat blijkt alleen al uit het eerste deel van hun naam. Ze zijn toegankelijk en duidelijk wat het aanbieden van manuscripten betreft; één maand per jaar en dan krijg je een vriendelijk mailtje terug met wat de grootste valkuilen van je verhaal zijn. Helaas is dit wel nog een kleine uitgeverij en zullen zij zich nog moeten bewijzen om echt een verschil te gaan maken in de Nederlandse YA-scene. Maar waarom is het nou zo belangrijk dat Nederlandse schrijvers een podium krijgen? Die vertaalde boeken zijn toch ook hartstikke leuk? Helemaal waar. Alleen mogen deze boeken bijvoorbeeld lang niet altijd gelezen worden voor de leeslijst van de middelbare school. En zou het niet tof zijn als het Nederlandse YA-aanbod groter was, waardoor jongeren eerder een boek kunnen vinden dat ze aanspreekt en lezen daardoor misschien leuker gaan vinden? Weliswaar mag er in de hogere klassen alleen nog volwassenenliteratuur gelezen worden, maar wie weet kan dit ooit uitgebreid worden als docenten beter bekend raken met wat Nederland te bieden heeft voor jongeren. Door te lezen kun je veel leren. Een argument vóór het vertalen van boeken is dan ook dat jongeren op die manier in aanraking komen met andere culturen. Dankzij alle bestsellers uit Amerika raken wij hier steeds meer gewend aan begrippen als Thanksgiving, homecoming en Independence Day. Over de Nederlandse cultuur hoeven we niks meer te leren, want daar zitten we elke dag middenin, toch? Deels waar, maar het zorgt ook voor een stukje herkenbaarheid. Misschien is het net dat stukje extra inleving dat een Nederlandse jongere heeft in een Nederlands boek waardoor hij/zij meer gaat lezen. Zelf heb ik recentelijk ook een manuscript opgestuurd naar een uitgeverij, en dit was niet de eerste keer. Ik weet dus uit eigen ervaring hoe moeilijk het is om ertussen te komen als Nederlandse auteur. Toch geef ik de moed niet op en ik hoop dat er vele anderen met mij zijn. Laat uitgevers alsjeblieft hun ogen openen en ons de kans geven. Wie weet wat voor moois daar allemaal uit voort kan vloeien. Niet geschoten is immers nog altijd mis. Fenna
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
CategorieënArchieven
Juli 2019
twitter
goodreads |