De discussie van eind april gaat over het vraagstuk ‘moeten er triggerwarnings in boeken komen?’ en nu leek me dit wel een goed moment om jullie allereerst eens wat meer inzicht in triggers te geven. Niet alleen van buitenstaanders, maar ook in mijn directe omgeving merk ik dat er nog best veel onduidelijkheden zijn. Hopelijk kan ik met deze informatieve tekst jullie van wat feiten voorzien. Al kan ik natuurlijk niet beloven dat mijn mening niet doorsijpelt. En het spijt me alvast voor de vele lap tekst, maar beter te veel uitleg dan te weinig, denk ik zo? Om te beginnen bestaan er op dit moment drie definities van triggers.
Het woord trigger, of eigenlijk trauma trigger komt uit de psychologie en wordt ook wel stimulans of stress’er genoemd. Het staat voor een psychologische stimulus die herinneringen oproept aan een eerdere traumatische ervaring. Bij een trauma trigger moet dan ook in eerste instantie aan PTSS moeten worden gedacht. PTSS staat heel praktisch voor een stoornis die je ontwikkelt rond het omgaan met stress na een traumatische ervaring. In begin kan hier dus worden gedacht mensen die iets heftigs hebben meegemaakt, zoals militairen in oorlogsgebied, maar ook verkrachtingsslachtoffers of mensen die te maken hebben gehad met huiselijk geweld. Een trauma trigger ontwikkelt zich tijdens een traumatische ervaring. Op zo’n moment van (in)direct gevaar maakt je lichaam zich klaar om te vechten, vluchten of bevriezen. In het Engels worden dit de drie F’s genoemd: Fight, flee or freeze. Alle drie zijn even normaal en logisch. Op zo’n moment klopt je hart snel, staan al je zintuigen op scherp en stopt je lichaam met aandacht besteden aan ‘minder belangrijke’ functies om zich te focussen op het gevaar. Dit betekent dat je stofwisseling even stil ligt, maar ook je korte termijn geheugen. En daar gaat het mis. Je brein slaat het trauma niet goed op als een herinnering, maar eerder als iets dat nog steeds aan de gang is, een soort voortslepende herinnering eigenlijk. Herinneringen worden in onze hersenen opgeslagen aan de hand van onze zintuigen en bij traumatische herinneringen zijn deze ontzettend sterk. Trauma triggers kunnen dus niet alleen duidelijke onderwerpen zijn zoals een oorlog of verkrachting op televisie zijn, maar ook geuren, kleuren, smaken en zelfs gedachten die je tijdens het trauma had. Was het bijvoorbeeld zonnig op de dag dat je misbruikt werd dan kan een mooie lentedag je (on)bewust al van slag maken. Gevolg: bij het minste of geringste dat aan het trauma doet denken, zelfs als dat onbewust is, kan je lichaam je weer terug trekken naar dat moment. Inclusief alle geestelijke en lichamelijke reacties die je tijdens zo’n gebeurtenis heeft. Je gaat letterlijk weer in ‘danger mode,’ met versnelde hartslag, stilstaande stofwisseling en slecht kortetermijngeheugen. Een verkrachtingsslachtoffer zal bijvoorbeeld de handen van de verkrachter weer over zijn/haar lichaam voelen gaan. Tijdens een trigger versnelt je hartslag en doordat je oppervlakkig ademhaalt, krijg je niet genoeg lucht. Je lichaam kan in reactie daarop nog gekkere dingen gaan doen. Soms herkennen mensen bijvoorbeeld hun eigen lichaam niet. Of kijken naar hun eigen hand en kunnen niet bevatten dat het die van henzelf is. Dit kan zelfs tot gevaarlijke situaties leiden wanneer je mensen met PTSS handen op hun lichamen voelen die volgens hun hersenen niet van henzelf zijn. Migraine, overgevoeligheid voor licht of overgeven zijn voorkomende reacties. Alles vaak in combinatie met een ongekende huilbui waardoor ademhalen alleen maar moeilijker wordt. Triggers zorgen voor buitensporig gedrag en zodra ze voorbij zijn kunnen de lichamelijke reacties zo veel invloed hebben gehad dat je je een week na tijd nog uitgedroogd voelt. Trauma triggers op zich zelf kunnen dus wel onschuldig zijn, maar de reactie die ze op je lichaam hebben is dat niet. Je lichaam denkt werkelijk dat je in een situatie zit van leven op dood zit. Het is pure doodsangst die op kan zetten bij iets neutraals als een fietsbel bijvoorbeeld. Sommige trauma triggers lijken zo willekeurig dat je niet eens doorhebt dat iets je triggert totdat je lichaam reageert. PTSS is een echte aandoening die je brein zo beïnvloed dat het resultaat ervan op hersenscans te zien is (ook al is het niet middels een scan vast te stellen). Denk vooral aan:
Hieronder kun je deze drie gebieden ook op een afbeelding zien: -> Rutgers universiteit, staatsuniversiteit van New Jersey Nu we de hersengebieden in kaart hebben gebracht is het belangrijk om aan te kaarten dat deze gebieden echt lijden onder PTSS. Op hersenscans is zelfs het verschil tussen een brein met en zonder PTSS duidelijk te zien. Zoals hieronder in eerste afbeelding te zien is hoe een brein met PTSS er in rust anders uitziet door de overactieve amygdala. De tweede afbeelding laat een PET scan zien met daarop aanwijzingen voor een hogere aanwezigheid van de mGluR5 receptor mogelijkheden. -> Navy & Marine Corps Operational Stress Conference -> Yale universiteit Het ontwijken van triggers als je PTSS hebt is echter in tegenstelling tot wat hierboven misschien gesuggereerd lijkt te worden wel degelijk ongezond en gevaarlijk. Doordat je trauma triggers ontwijkt zal je reactie erop alleen maar heftiger zijn wanneer je ze wel eens tegenkomt. Sommige dingen zijn nu eenmaal de rest van je leven niet te negeren. Het ontwijken van trauma triggers is zelfs een kenmerkend beeld van PTSS. Daarom dat mensen zichzelf soms bewust confronteren met hun triggers door bijvoorbeeld ‘13 Reasons why’ te kijken. Er kan dan soms namelijk een soort immuniteit ontstaan. PTSS kan in die mate ‘overwonnen’ worden dat iemand niet meer aan de criteria voldoet die nodig zijn om aan de aandoening te voldoen, maar dat betekent niet per definitie dat die persoon genezen is. Het betekent eerder dat die persoon een goed ‘coping mechanisme’ heeft gevonden. De hersenveranderingen die zijn ontstaan verdwijnen echter niet van de ene op de andere dag. Een getraumatiseerd brein is zogenaamd ‘bottom heavy,’ dit houdt in dat primitieve functies van het brein zoals de amygdala hoogtij vieren terwijl ‘hogere’ gebieden van de hersenen soms niet tot nauwelijks actief zijn. Hierdoor zijn mensen met PTSS vaak chronisch gestrest, wat de naam van deze aandoening nader verklaard. Een brein met PTSS laten herstellen kost inspanning, veel herhaling en bovenal tijd. Heel veel tijd waarin onder andere ook naar triggers wordt gekeken. Waar triggers een dominante rol spelen in het behandelen van PTSS komt het woord ook voor bij andere hersenaandoeningen. Ook bij bijvoorbeeld eetstoornissen, depressies of angststoornissen wordt het woord trigger soms gebruikt. In dit soort situaties wordt echter niet bedoeld dat iemand teruggaat naar een traumatische gebeurtenis, maar dat door bepaalde handelingen, opmerkingen of gebeurtenissen zijn/haar aandoening sterker wordt. Iemand met een angststoornis zal hier misschien meer last van hebben op het moment dat zij iets moeten doen dat hen van nature al veel angst aanjaagt, zoals bijvoorbeeld een presentatie. Ook bij dit soort aandoeningen kunnen triggers zowel groots als klein en onopvallend zijn. Door dit soort triggers kunnen mensen terugvallen in ongezond gedrag. Vooral als mensen nog erg veel last hebben van bijvoorbeeld hun eetstoornis of depressie kan alles op een gegeven moment als trigger gaan werken om nog verder weg te zakken in giftige gedachten. Een eetstoornis kan door triggers sterker worden en deze zullen dan ook effectief moeten worden bestreden. Hoewel deze triggers dus een andere uitwerking hebben dan PTSS triggers kunnen beide soorten een blijvend schadelijk effect hebben. De laatste definitie is een stuk praktischer. De Nederlandse vertaling van het woord trigger is namelijk ‘op gang brengen.’ Denk bijvoorbeeld aan: Een database waar een trigger een stuk code is dat nagaat of er in het programma aan bepaalde voorwaardes wordt voldaan. In de effectenhandel de grenswaarde aangeeft. En bij elektronische drums wordt gebruikt om voorgeprogrammeerde muziek af te spelen. Het woord trigger is niet alleen van de psychologie. In andere vakgebieden staat het woord trigger voor een grenswaarde, aanleiding of de zogenaamde druppel die de emmer deed overlopen. Al deze drie definities zijn geldig, maar kunnen ook verwarrend zijn. Niet alleen op zichzelf, maar ook omdat andere mensen andere definities aanhouden. Dit zorgt er naar alle waarschijnlijkheid voor dat er ook anders trigger jokes worden gekeken. Een poosje terug was het niet vreemd om te zeggen dat je ‘getriggert’ werd van een wiskunde tentamen of van een docent. In de definitie van de zogenaamde druppel die de emmer deed overlopen, kan deze opmerking inderdaad gezegd worden. In de definitie van de trauma trigger, zoals in dit soort opmerkingen vaak het geval, waarschijnlijk niet. Grappende opmerkingen dat de houding van je docent geschiedenis je triggert zorgt er indirect voor dat de pijn die mensen van trauma triggers hebben gedegradeerd wordt. De manier waarop er in dit soort opmerkingen met het woord trigger wordt omgegaan impliceert dat slachtoffers van oorlog, geweld of misbruik overgevoelig zijn. Er wordt gesproken over ‘special snowflakes’ alsof het gevoel hebben dat je weer in oorlogsgebied zit of verkracht wordt niet iets is waar je ook daadwerkelijk gevoelig over mag zijn. Zelfs als iemands trigger jokes gebaseerd zijn op zijn/haar kennis van computercode dan dient men te realiseren dat trigger jokes voortkomen uit de Verenigde Staten, waar wel degelijk de spot werd gedreven met trauma triggers. Door dat over te nemen werk je hier onbewust aan mee. De grappende en oprechte opmerkingen worden namelijk met elkaar vergeleken. (En laten we maar niet starten over de 'trauma's' die wiskundelessen of boeken mensen bezorgen.) Een duidelijk voorbeeld hiervan komt ook uit de Verenigde Staten. De Universiteit van Chicago schreef in augustus 2016 (en nog steeds) dat het: “een intellectuele veilige ruimte” en “'zogenaamde' triggerwaarschuwingen niet zou tolereren.” De aanname achter deze brief is dat triggerwaarschuwingen de vrijheid van meningsuiting en andere vrijheden belemmeren. Een standpunt dat er echter aan voorbij streeft dat trigger waarschuwing/warnings niet bedoeld zijn om debatten het zwijgen op te leggen, maar om mensen voor te bereiden op eventuele reacties van shock, afkeer en afschuw. Juist zodat zij hierna een intellectuele discussie kunnen hebben die niet wordt aangevoerd bij de effecten van hun trauma. Door hier rekening mee te houden, beperk je niet je vrijheid van meningsuiting (immers je kan nog steeds alles zeggen) maar je bereid mensen hier simpelweg op voor. De zogenaamde veilige ruimtes waar de universiteit over spreekt zijn niet bedoeld zodat studenten hun professoren kunnen negeren omdat het niet strookt met hun eigen politieke mening, maar om mensen in gesprek te laten gaan over onderwerpen die hen om verschillende redenen meer raken dan anderen. Een ‘trigger warning’ moet er niet voor zorgen dat je iets vermijdt, maar dat je er met de juiste voorbereiding ingaat. Soms lukt dit, soms niet. Bewust je triggers opzoeken is risicovol, maar een trigger met waarschuwing is altijd beter dan eentje zonder. En mochten studenten besluiten om de colleges of lessen wel te missen, worden ze dan betutteld? Zijn er in het echte leven niet ook waarschuwen voor gevaarlijke situaties? Denk alleen maar aan de einddatum op een pak yoghurt, een verkeersbord dat je waarschuwt voor overstekende herten of borden die aangeven dat er in ruimtes met giftige stoffen wordt gewerkt. Er staan waarschuwen op sigaretten over kanker en op menukaarten in restaurant over pinda’s. Het leven zit vol met waarschuwingen, past daar niet eentje bij om mensen te wijzen op onderwerpen die bewezen schadelijk zijn voor hun gezondheid? Mensen met triggers lopen tegen veel stereotypes aan aangezien ze er tijdens of na zo’n trigger ‘anders’ uitzien. Vaak is een trigger redelijk heftig en weten mensen in de omgeving niet wat ze moeten doen. Waardoor mensen met triggers zich alleen maar meer buitenstaanders voelen of zelfs monsters omdat ze hun hersenen niet kunnen veranderen, maar weten dat er daarboven nog iets niet helemaal klopt. Triggers maken mensen eenzaam zodra er een stigma bestaat waardoor het lijkt alsof ze er niet over kunnen praten. Er bestaan honderden verschillende tiggers, van de kleur geel tot bierlucht en van de woorden ‘ik ben trots op je,’ tot het afhoren gaan van vuurwerk omdat het op pistoolschoten lijkt. Kun je overal rekening mee houden? Nee. Ik hoop alleen dat deze tekst iets meer inzicht heeft gegeven over triggers en dat jullie nadenken over de open vragen die ik stelde. Ik ben heel benieuwd naar iedereens mening bij de aankomende discussie! Zijn er zo boeken waar jullie eraf denken 'goh, misschien was een waarschuwing daar handig geweest?' Sophie
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
CategorieënArchieven
Juli 2019
twitter
goodreads |