Recentelijk ontdekte ik een Facebookgroep genaamd Libris Kinderboekeninspiratie. Hartstikke leuk, een plek waar mensen met elkaar kunnen praten over leuke kinderboeken. Ik nam eens een kijkje en wat bleek? Boeken als ‘De geur van groen’ van Pamela Sharon (wij schreven hier ook een recensie over, zie hier) werden aangeraden als kinderboek van de week. Toen ik dit zag, begonnen mijn neusvleugels lichtelijk te trillen. Dit boek, dat voor zover ik weet NUR-code 285 heeft en dus geclassificeerd is voor de leeftijd 15-18, werd door zogenaamde experts neergezet als een kinderboek. En het bleek niet het enige boek te zijn. In de groep werden ook bijvoorbeeld ‘De bijzondere woorden van Gioia’ van Enrico Galiano en ‘De laatste zes’ van Alexandra Monir op deze manier gepromoot. En dat vind ik een kwalijke zaak. De wereld moet stoppen met jongeren als kinderen te behandelen. Het is niet de eerste keer dat een young adult-boek wordt weggezet als kinderboek. Verre van zelfs. Ik weet nog hoezeer ik me als achttienjarige schaamde omdat ik in boekhandels altijd bij de kast met kinderboeken stond, want dat was waar je toentertijd de zeldzame vertaalde YA-werken kon vinden. Inmiddels is de situatie ietsjes verbeterd en hebben de meeste boekhandels wel een aparte kast voor young adult. Maar ook over de juiste plaats voor die kast zijn boekhandelaren blijkbaar niet uit. Bij een Bruna bij mij in de buurt stond de YA-kast eerst vlak langs de kinderboeken en werd die toen verschoven totdat-ie langs de kast met volwassen fictie stond. Hier was ik blij mee, want het liet zien dat ze YA serieus namen. Maar wat gebeurde er toen? Ze hebben de kast weer teruggezet bij de kinderboeken! Wanneer houdt dit denigrerende gedoe nou eens op? Als volwassene die regelmatig met jongeren werkt verbaast het me altijd hoezeer de meeste volwassenen lijken te vergeten hoe het is om jong te zijn. En jongeren willen ook gewoon serieus genomen worden. Nou ga ik je vertellen dat als boeken over personen in hun levensfase, met problemen waar zij ook tegenaan lopen, afgeschilderd worden als kinderboeken, ze zich absoluut niet serieus genomen voelen. Ik zal nog een aantal voorbeelden noemen over hoe achteloos er om wordt gegaan met young adult. Bij bol.com bijvoorbeeld moet je eerst op de categorie kinderboeken klikken voordat je voor young adult kunt kiezen. Op Marktplaats gaan de boeken onder het kopje ‘Kind en jeugd’ niet eens verder dan de categorie ‘13 jaar en ouder’. Alsof er geen wereld bestaat tussen die van een dertienjarige en het universum van een chicklit. De bieb lijkt al helemaal niet te weten wat ze aan moeten en schaart boeken als ‘Een weeffout in onze sterren’ maar gewoon onder zowel de jeugdboeken als de boeken voor volwassenen. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het euvel met de prijs voor Beste Boek voor Jongeren, die ieder jaar opnieuw weer veel stof doet opwaaien. Word wakker, wereld. Young adult moet serieus genomen worden. Anders krijg je al die jongeren nooit aan het lezen. FEnna
0 Reacties
In iedere soort fictie is het belangrijk: worldbuilding. Al schrijf je een thriller die zich afspeelt in Antwerpen, worldbuilding blijft een belangrijk onderdeel van het uiteindelijke verhaal: het weergeven van de stad in woorden, het doen tot leven komen van deze plek op de pagina. Maar natuurlijk, worldbuilding is een groter onderdeel in fantasy, science fiction en alle daarvan afgeleide genres. Dit soort verhalen gaan immers vaak gepaard met het tot leven brengen van een niet-bestaande wereld die jij, als schrijver, helemaal van nul moet opbouwen. Voor sommigen is het maken van een nieuwe wereld een van hun talenten, maar voor anderen is het ook dat ene wat hen tegenhoudt om fantasy of scifi verhalen te schrijven. Dit artikel is voornamelijk voor deze laatste groep. Ik zal enkele punten geven om op te letten bij het schrijven van een fantasy of science fiction.
Livia‘First you have to learn the rules like a pro, then break them.’ Picasso zei dit ooit ergens. Je weet wel, die kerel die wereldberoemd geworden is door verf tegen een doek te kladden. Exact die kerel had het waarschijnlijk dan wel over verf en doek, maar eigenlijk geldt het voor pen en papier. Schrijvers, voor de duidelijkheid. Tekenen laat ik aan andere mensen over.
Maar op deze manier stel ik wel even dat schrijven regels heeft en dat is iets dat ik altijd fascinerend gevonden heb. Laten we dit stellen: schrijven is topsport (ik ben ervaringsdeskundige in beide, believe me). En net als bij topsport zijn er vaste stelregels die je kan gebruiken om beter te worden. Samen met talent en doorzettingsvermogen zijn de zogenaamde regels de belangrijkste pijlers om succesvol een boek te schrijven. Alhoewel ik er persoonlijk van overtuigd ben dat doorzettingsvermogen uiteindelijk het allerbelangrijkste is, moet er iets gezegd worden over de regels. Of ja, het schrijfadvies dat veel jonge schrijvers aan de meer doorwinterde vragen. Aka ik die op de boekenbeurs meermaals mijn stoute schoenen aantrok om die vraag te stellen. Aangezien Carry Slee er een boek over schreef (Durf te schrijven, recensie vind je hier), gok ik vrij accuraat dat ik niet de enige ben. Maar hoe pak je dat aan? Want je kan wel degelijk schrijfadvies vragen. Schrijven is een vak, een metier dat je jezelf eigen moet maken. Hiervoor kan je twee dingen doen: het internet afschuimen of dure masterclasses, workshops en schrijfopleidingen gaan volgen. De eerste is gratis, de tweede is dat absoluut niet. Wat niet wilt zeggen dat als je het goed aanpakt, ze allebei evenveel waard zullen zijn. Ter illustratie: ik had nooit enige vorm van begeleiding buiten een open geest en vrienden (kuch de rest van kladblog kuch) om mijn schrijven vorm te geven en ik ben iemand die ondertussen op meerdere podia staat, geselecteerd wordt voor schrijfresidenties en een boek gaat uitgeven. Ik ben dus absoluut de laatste om te zeggen dat schrijven geen regels heeft, want ik heb mijn eigen regels. En dat is het ding. Ik ga je in dit artikel geen schrijfadvies geven. Zo werkt het niet. Misschien is dat juist het mooiste aan dit vak, dat het voor iedereen anders is. Ik vermelde dat ik naar de boekenbeurs ging? Wel, daar kreeg ik vaker dan niet op die ene vraag, die bij ik bij iedereen hetzelfde stelde, andere antwoorden. Logisch denk je nu, iedereen is anders. Klopt, ware het niet dat er ook meermaals tegengestelde antwoorden bij zaten. De een hecht het hoogste belang aan tot in de puntjes voorbereiden wat hij gaat schrijven, de andere begint eraan en ziet wel waar hij belandt en nog iemand anders ziet de pluspunten in de mengvorm. Veel lezen, dat is misschien het enige antwoord dat ik vaker gehoord heb, maar ook niet te veel, want je mag niet kopiëren. Je ziet, alleen al op mijn bescheiden zoektocht vond ik verschillende versies van schrijfadvies, verschillende versies die tot een succesvol einde geleid hadden en als ik er echt veel achter had gezocht en perfect de regels had gevolgd, denk ik niet dat ik gestaan had waar ik nu ben. Want die regels zijn er, maar eerst moet je die voor jezelf opstellen, ze dan aanpassen tot ze jou staan en dan moet je ze uit het raam gooien en er gewoon voor gaan. Schrijfadvies is nodig, maar zo persoonlijk dat het beste wat je kan doen, is om al die adviezen te verzamelen, er een lijstje van aan te vinken en te kijken waar je iets mee kan. Je kan duizenden euro’s spenderen aan opleidingen en die zullen misschien wel helpen, maar dan opnieuw is het allerbelangrijkste dat je als schrijver moet doen kritisch zijn voor het advies dat ze je geven. Je moet de regels leren om ze dan te kunnen breken. Het is dat Picasso het zei, maar hij had gelijk. Achterflap Project Runway meets Mulan in this sweeping YA fantasy about a young girl who poses as a boy to compete for the role of imperial tailor and embarks on an impossible journey to sew three magic dresses, from the sun, the moon, and the stars. Maia Tamarin dreams of becoming the greatest tailor in the land, but as a girl, the best she can hope for is to marry well. When a royal messenger summons her ailing father, once a tailor of renown, to court, Maia poses as a boy and takes his place. She knows her life is forfeit if her secret is discovered, but she'll take that risk to achieve her dream and save her family from ruin. There's just one catch: Maia is one of twelve tailors vying for the job. Backstabbing and lies run rampant as the tailors compete in challenges to prove their artistry and skill. Maia's task is further complicated when she draws the attention of the court magician, Edan, whose piercing eyes seem to see straight through her disguise. And nothing could have prepared her for the final challenge: to sew three magic gowns for the emperor's reluctant bride-to-be, from the laughter of the sun, the tears of the moon, and the blood of stars. With this impossible task before her, she embarks on a journey to the far reaches of the kingdom, seeking the sun, the moon, and the stars, and finding more than she ever could have imagined. Cover & achterflap Over de cover kan ik kort zijn: die vind ik geweldig. Niet alleen heb ik een zwak voor ‘getekende’ covers, het geeft ook perfect weer wat je in het boek zal vinden. Een fantasy doordrenkt van de Chinese cultuur met een hoofdpersonage die een kleermaker is (maar wel een badass variant, blijkbaar). De achterflap intrigeerde me nog meer. Een mix van Project Runway en Mulan? Dat moet ik hebben! Inhoudelijke recensie Spin the Dawn vertelt het verhaal van Maia Tamarin, die ervan droomt om de beste kleermaker van het land te zijn. Dan komt er een een koninklijke boodschapper langs die haar vader oproept om samen met twaalf anderen voor de positie van ‘koninklijke kleermaker’ te strijden. Haar vader is er echter niet toe in staat, net zoals haar broer. Daarom neemt Maia, vermomd als haar broer, hun plek in. En diep vanbinnen ook om haar eigen droom na te jagen. Voordat ik aan Spin the Dawn begon wist ik al dat ik het een goed boek zou vinden. En die verwachting is ook uitgekomen. Maar wel met enkele kanttekeningen. Qua plot had ik verwacht dat het hele boek over het winnen van de felbegeerde plek als ‘koninklijke kleermaker’ zou gaan. Dit is echter niet het geval, ook al lijkt de flaptekst dit wel te impliceren. Na ongeveer 180 bladzijden verlaat Maia het paleis om een queste te vervullen. Omdat ik dit niet verwacht had, moest ik toegeven dat ik even teleurgesteld was en het boek aan de kant zette. Na een paar dagen pakte ik het weer op met een andere instelling en genoot ik er weer van. Het was dus wel even schakelen voor me. Ook speelt de romantische relatie een grote rol dan verwacht. Al vond ik het dit keer eens níét erg. De relatie tussen Maia en haar liefdesinteresse was super cute en leuk om te lezen. Het is - thank god - geen insta-love, maar komt langzaam op gang en ze plagen elkaar regelmatig (zo schattig, echt). Hun liefde paste ook heel goed in het verhaal, in tegenstelling tot sommige andere verhalen waar personage alleen maar smachtend naar elkaar kunnen kijken terwijl de wereld vergaat. Maia was een fijn hoofdpersonage. Ze gaf veel om haar familie, maar had ook persoonlijke dromen waarvoor ze wilde gaan. Ik vond het ook bewonderenswaardig hoe ze haar doelen en dromen weigerde op te geven. Een ander favoriet personage was Edan, de Lord Enchanter. Niet alleen als personage op zich, maar ook in zijn omgang met Maia. Hun ‘relatie’ ontwikkelde heel organisch en ik vond het leuk om te zien hoe ze elkaar plaagden. Een minpunt, op de verkeerde verwachtingen na, is dat Maia zich voordoet als een kreupel persoon. Ik heb al enig ander opgevangen op internet dat mensen met fysieke beperkingen dat absoluut niet kunnen waarderen, en hierin telt hun stem zwaarder dan dat van mij. Daarom trek ik ook een ster van mijn beoordeling af. Een ander minpunt zijn twee zinnen die homofobisch zijn. Zo wordt er in het boek gesteld door Maia dat ze verkleed als jongen nooit met haar liefdesinteresse kan samen zijn. Ook wordt er tegen haar liefdesinteresse opgemerkt dat er wel jongens naar zijn kamer gebracht kunnen worden, als hij daarin geïnteresseerd is, omdat hij interesse toonde in Maia verkleed als jongen. (Het stereotype van de homoseksuele man die een predator is, mag wel eens verdwijnen in deze wereld). Tot slot: die cliffhanger! Nu móét ik deel twee wel gaan lezen. Tot slot Spin the Dawn zit boordevol magie, wonderlijke plekken, vreemde wezens en fijne personages. Ik kan niet wachten om het volgende deel te lezen. Mijn enige minpunten waren dat de flaptekst enigszins misleidend is aangezien het boek niet enkel draait om de wedstrijd voor de plek van ‘koninklijke kleermaker’, het gegeven dat Maia zich voordoet als een kreupel persoon terwijl ze dat niet is en de homofobische zinnen. De laatste twee punten zorgen er elk voor dat er een ster van mijn beoordeling afgehaald wordt. Hierdoor komt Spin the Dawn uit op drie sterren. PhoenixDit artikel heb ik al zo’n honderd keer geprobeerd te schrijven. Het stond ook al zeker vijf keer ingepland en elke keer liet ik de deadline voorzichtig verstrijken en nam ik mezelf voor om het de volgende keer wel te schrijven Dit artikel is namelijk… lastig. Niet alleen weet ik zelf niet precies wat mijn mening is, maar elke keer als ik er een gesprek over start, eindigt dat of in discussies of in een ongemakkelijk gevoel. En op het einde van de rit weet ik niets meer. En dus is dit niet zozeer een opinie, maar eerder een vraag. Een vraag aan iedereen die dit leest om over dit punt na te denken, net zoals ik al weken doe—als het ondertussen niet al maanden zijn. Ik worstel namelijk met het gegeven dat iedere stem in een discussie even zwaar weegt. In het eerste opzicht wegen alle stemmen even zwaar. Geen mens is meer waard dan een ander. Iedereen staat vrij om zijn mening te verkondigen. Het is een recht dat zelfs in de Nederlandse wet is opgenomen en een argument dat redelijk vaak voorbij komt op het nieuws. Maar moeten we soms niet erkennen dat sommige mensen het beter weten? Stel, er zijn twee mensen die discussiëren over een gegeven. Dan reken je vanzelfsprekend hun beide standpunten even zwaar tegenover elkaar, maar… wat als één van ben een expert is in dat vakgebied? Wegen hun meningen dan nog even zwaar? Nemen we, wanneer het over ziektes gaat, de woorden van een arts niet zwaarder dan die van een boer? Dat heeft niets met de kwaliteiten van een boer te maken, maar een arts studeerde de onderwerpen die besproken worden. Het is aannemelijk dat hij/zij meer weet. Net zoals wanneer de discussie over landbouw ging, we sneller naar de boer zouden luisteren. Ikzelf persoonlijk dan. Ik zou soms zwaarder aan een stem tillen dan aan een andere. En ik heb geen idee of dat vreemd is. Ik denk het niet? Als ik moest kiezen tussen juridisch advies van een advocaat of iemand die totaal niet juridisch geschoold is, dan wist ik mijn keuze wel. Misschien geeft de ander ook het juiste advies, maar als ik moest kiezen… is dat een gok die ik wil maken? Maar goed, stel nu dat het onderwerp waarover gediscussieerd wordt nu niet iets is waar je je in kunt specialiseren. Niet iets dat je kunt studeren. Stel nu dat het onderwerp, een onderwerp als homofobie is en stel nu dat het gesprek gaat tussen iemand die hier mee te maken heeft gehad om zijn/haar geaardheid en iemand die dat niet heeft. En dan bedoel ik niet dat je zus/broer/tante er mee te maken heeft gehad, of je beste vriendin. Ik bedoel iemand die zelf direct haat heeft ontvangen door diens geaardheid en iemand die dat niet heeft. Iemand die in elkaar is geslagen omdat ze hand in hand liep met haar vriendin en iemand die daar met haar vriend nooit last van heeft. Stel dat zij in gesprek zijn over het geweld dat lesbische jongeren ervaren. Naar wie luister je? Aan wiens woorden hecht je meer waarde? Hecht je er evenveel waarde aan? En waarom? Waarom niet? En zou je antwoord veranderen als ik je vertel dat de ene persoon misschien homofobie heeft meegemaakt, maar dat de ander zich hier al jarenlang over inleest om zich er tegen in te zetten? Wegen ze dan even zwaar? Of nog steeds niet? Of deden ze dat hiervoor ook al? … ik denk het niet. Ik denk, dat ervaringen niet in kennis te vatten zijn. Ik denk dat gebeurtenissen waar je dagelijks mee zult moeten leven, zwaarder wegen dan de meningen van iemand bij wie dat niet het geval is. Als ik het met mensen over het homohuwelijk heb, is het voor hen een huwelijk, voor mij is het… mag ik met mijn partner trouwen? En ik vraag me gewoon af of dat vergelijkbaar is. Emotioneel gezien voelt het niet zo. Het voelt alsof er voor mij meer op het spel staat. Alsof ik, als ik verlies, een stukje van mijn toekomst kwijtraak. Ik weet dat dat misschien heftig klinkt, maar zo voelt het echt. We discussiëren over mijn leven en ik kan dat niet doen zonder het gevoel te hebben dat ik iets kwijt kan raken. Voor sommige mensen is het een discussie zoals de vraag of er ananas op hun pizza moet, maar ik denk niet dat ik sommige onderwerpen ooit zo zal kunnen zien. Begrijp me niet verkeerd, ik zeg niet dat mijn menig superieur is of dat ik altijd gelijk heb. Absoluut niet. Ik zeg alleen… soms zou ik willen dat mensen zeiden: “Goh, dit is jouw leven, ik weet ook niet hoe het is, laten we aannemen dat jij hier meer over weet.” Soms… soms wil ik gewoon niet over elk deel van mijn leven moeten discussiëren. Zo voelt het af en toe. Alsof al mijn ervaringen reden geven voor strijd en… ik ben moe. Voor sommige mensen is het een discussie waar ik mij uit terugtrek en hen niet alle informatie geef waar ze om vragen, maar ik moet sommige gesprekken elke dag voeren. En dat eet me op. En de reden waarom ik zo met dit onderwerp worstel is omdat ik zelf ook wel weet dat het oneerlijk voelt. Dat het soms voelt alsof je niets goed kunt zeggen. En je soms geen idee hebt waarom mensen zo heftig reageren. En dat het regelmatig lijkt alsof er geen enkel woord meer goed valt. Ik weet het. Ik voel het soms zelf ook. Ik ben blank. Ik ga nooit racisme ervaren zoals andere leden van Kladblog dat doen. Zoals ik het sommige Nederlandstalige auteurs heb zien ervaren. En hoeveel ik mezelf ook inlees, ik ga het nooit zo ervaren zoals zij dat doen. Ik ga er nooit zo over kunnen praten zoals zij dat doen. Er zit een limiet aan hoe nuttig ik me kan maken want ik wil niet over hun stemmen heen schreeuwen. Ik wil niet hun ervaringen wegwuiven door te denken dat ik het beter weet. En ik vind dat lastig. Soms. Om mijn mond te houden. Om andere mensen omhoog te trekken in plaats van mezelf op de voorgrond te zetten. Soms vind ik het lastig dat zelfs met mijn beste bedoelingen ik niet altijd de beste persoon ben om iets te doen. Om een discussie te voeren en te beseffen dat ik me neer moet leggen bij de ander juist ómdat ik weet dat zij ervaringen hebben die ik niet heb. En dat er niets is dat ik kan doen om wel het meeste te weten. Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik niet meer weet wat mijn punt was. Ik weet alleen dat ik bijzonder veel over dit onderwerp pieker en dus leg ik de vraag bij jullie neer, lekker makkelijk. Denken jullie dat elke stem altijd overal in elke discussie even zwaar tilt? En wanneer wel, niet? Waarom? Welke afwegingen maak je? SophieNew adult is een markt die in Nederland nog niet erg groot is. Er zijn maar weinig uitgeverijen die het aandurven om deze boeken uit te geven. Qua verdiensten snap ik dat wel. Het brood op de plank moet toch ergens vandaan komen. Maar waarom lezers er nog niet aan willen? Dat snap ik dus niet. Na de hele ‘Vijftig tinten’- gekte, zou je denken dat boeken waar een beetje seks in voorkomt als een malle over de toonbank gaan. Maar nee, kennelijk willen mensen keiharde SM zonder noemenswaardige verhaallijn voordat iets een bestseller wordt. Maar als je ook eens een boek wilt aanschaffen dat je wél in de trein kunt lezen is new adult misschien een betere optie. Personages in new adult-boeken zijn vaak net volwassen en krijgen te maken met problemen die bij het volwassen leven horen. Ze bouwen hun eigen leven op, dragen vaak een verhaal met zich mee en hebben soms seks. Ik zie geen enkele reden waarom de groep achttien- tot dertigjarigen van Nederland zich niet massaal op deze boeken zou storten. Of zijn het dan echt gewoon die kinderschoenen waar het genre nog uit moet groeien? Is het nog niet bekend genoeg? Maar hoe komt dat dan en hoe kunnen we daar iets aan veranderen als iedereen star blijft vasthouden aan het bekende? Ik kan iedereen die nog nooit een new adult-boek heeft gelezen aanraden om iets van Colleen Hoover te lezen, een bekende Amerikaanse schrijfster van wie de boeken ook in het Nederlands verschijnen. Misschien bekijk ik de wereld iets te veel door de ogen van een fan, maar wat mij betreft zouden de boekhandels vol met haar boeken mogen staan. Haar onverwachte plotwendingen maken mijn schrijvershart jaloers. Andere auteurs die de Engelstalige wereld al veroverd hebben, zijn Jennifer Armentrout, Rebecca Yarros en Sophie Jackson. Ook in Nederland proberen steeds meer new adult-auteurs aan de weg te timmeren. Zo geeft Zomer & Keuning de boeken van Lis Lucassen uit. Ook Dutch Venture Publishing heeft NA in hun fonds met onder andere Stefanie van Mol. En dan heb je nog de indie-auteurs, die hun boeken zelf hebben uitgegeven omdat de kansen bij een reguliere uitgever te klein zijn, zoals Liz Hartevelt en Mariëlle Brouwer. Wat ik met dit artikel hoop te bereiken is dat meer mensen eens een new adult-boek zullen oppakken. Misschien is het niks voor jou, misschien wel. Daar kun je pas over oordelen als je het gelezen hebt, toch? Samen kunnen we ervoor zorgen dat er meer NA wordt uitgegeven. Laat vooral in de reacties jouw favoriete boek achter. FennaAchterflap Cato Schmidt heeft alles: fijne ouders, bloedmooi zusje, leuk bijbaantje en vriendinnen uit het groepje populairste meisjes van de school. Maar Cato worstelt. Met zichzelf en haar pijnlijke verleden. En als haar perfecte leven barstjes begint te vertonen, keert Cato steeds meer in zichzelf. De enige bij wie ze terecht kan is Adrian, haar vriend die ze online heeft leren kennen en haar nooit zal laten vallen. Cover & achterflap De cover past perfect bij de inhoud van het boek. Het chique roze, de letters, de titel, de lint met de granaat: er is heel goed over nagedacht en geeft meteen de sfeer weer. Het is ook heel mooi afgewerkt allemaal, zowel de buitenkant als het binnenwerk. Op de afbeelding oogt de cover net iets minder aantrekkelijker dan in het echt, omdat de letters in het echt meer spiegelen dan goud zijn. Het is alleen wel jammer dat de letters vervagen. Er kunnen spoilers in deze recensie voorkomen TW: Suïcidaliteit, zelfmoord Inhoudelijke recensie Dit is hoe het ging vertelt het verhaal van Cato Schmidt. Door een gebeurtenis in het verleden start ze op een nieuwe middelbare school, waar ze met een frisse start kan beginnen. Op het eerste gezicht gaat het goed, maar langzaam maar zeker verandert de situatie en voelt het alsof het verleden weer heden aan het worden is voor Cato. Dit is hoe het ging is bij uitstek een psychologische thriller. Dit keer is het woordje ‘psychologisch’ eens niet een marketingstrategie om de thriller interessanter te doen klinken, maar echt van toepassing. Door het verhaal heen aanschouw je hoe Cato steeds meer mentaal aftakelt en zijn haar wanhoop en donkere gedachten haast tastbaar. De merkbare spanning door het verhaal heen hangt duidelijk samen met de gesteldheid van Cato. Voor mij was dat ontzettend knap gedaan. De schrijfstijl is geweldig, met name omdat het zo goed past bij de inhoud. In tegenstelling tot andere boeken waarbij de simpele schrijfstijl afdoet aan het verhaal, bouwt het hier juist de spanning op. Het voelt daardoor alsof het een artistieke keuze is geweest van de auteur om deze stijl te gebruiken en dat kan ik erg waarderen. Voor mijn gevoel pas het ook bij de manier van denken van het hoofdpersonage. Cato was een goed uitgediept personage met een duidelijke karakterontwikkeling in negatieve zin. Ze had een heldere, eigen stem die sterk doorschemerde in het verhaal. De bijpersonages waren een stuk minder uitgediept. Ergens wel logisch, want het verhaal wordt vanuit Cato verteld en Cato is door het verhaal met name bezig met haar eigen gevoelens. Wel had ik wat meer gewild van Ben. Soms vond ik zijn reacties een beetje vreemd. Het plot was strak uitgewerkt. Al vanaf het begin heb je het gevoel dat er iets akeligs staat te gebeuren en ergens halverwege werd het me duidelijk dat Cato zelfmoord zou plegen. De stukjes tussendoor die geschreven werd vanuit het perspectief van een ander waren ook een toffe toevoeging. Het spektakel op het einde had ik duidelijk níét verwacht en ik weet nog steeds niet goed wat ik daarvan moet vinden. Ik geef toe dat ik zat van ‘oh mijn God’, maar achteraf vond ik het ook weer overkomen als een trucje. Het wrijft toch een beetje in negatieve zin. Tot slot hadden trigger warnings niet misstaan voor een boek met een onderwerp als deze. Suïcidaliteit is een gevoelig onderwerp, waarvan bewezen is dat boeken, series en films daarover die geconsumeerd worden zorgen voor een stijging in het aantal zelfmoorden onder de bevolking. (Lees bijvoorbeeld HIER een onderzoek waaruit blijkt dat Thirteen Reasons Why (boek en serie) voor een stijging heeft gezorgd). Natuurlijk pleit ik hier niet voor een verbod op dit soort verhalen, want het onderwerp moet bespreekbaar blijven, enkel dat er trigger warnings vermeld worden zodat mensen erop voorbereid zijn. In dit geval kan ik die nergens vinden. Tot slot Dit is hoe het ging is een sterk debuut. Een boek dat perfect in het rijtje van ‘psychologische thrillers’ thuishoort - en dit keer écht, niet alleen als marketingterm. De schrijfstijl is simpel, maar dat maakt het verhaal in dit geval alleen maar krachtiger. Dit keer voelt het alsof de auteur bewúst voor een schrijfstijl als deze heeft gekozen, waardoor ik er alleen maar van onder de indruk kan zijn. Cato was een goed uitgediept hoofdpersonage en het plot zat strak in elkaar. Enige minpunten waren voor mij persoonlijk het einde en het gebrek aan trigger warnings. Van mij krijgt Dit is hoe het ging vier sterren. Phoenix‘Ik leef niet meer volgens een kalender, ik kijk niet meer naar data. Er is alleen toen en nu. Er is alleen wat we ooit waren, en wat we geworden zijn.’ De zeventienjarige Layla Amin en haar ouders worden ’s avonds overvallen door een militaire eenheid die hen meeneemt naar een interneringskamp voor Amerikaanse moslims. Met behulp van haar vriendje buiten het kamp, haar nieuwe vrienden in het kamp en een onverwachte bondgenoot vecht Layla voor haar vrijheid, en begint langzaam maar zeker een revolutie tegen de directeur van het kamp. Achterflap & Cover We zijn een fan van de tekening op de cover. Hij representeert heel sterk waar het boek over gaat én hij is mooi. Dat is niet simpel gedaan en toch is dat bij ingesloten enorm goed gelukt. Ook de achterflap geeft een goede representatie van waar het over gaat. inhoud Dit is een boek van hoop. Is het perfect? Nee. De schrijfstijl is af en toe te beschrijvend en er zit vrij weinig dialoog in. Toch slaagt Ahmed erin om je mee te nemen. Mobius in, alsof je een van de naamloze geïnterneerden bent, of het geheugen van de camera’s. Heel het verhaal door kan je zelf de lijnen met WOII trekken als ze zelf al niet getrokken worden. Misschien is het té - met momenten - dat klopt, maar eigenlijk moeten we allemaal toegeven dat het een boek is dat onder de noemer ‘nodig’ valt. Want wat dit boek heeft, is een stel zeer sterke personages die het verhaal dragen. De opzet is heel goed, het plot af en toe iets minder, maar die sterke personages hebben sterke schouders. Het zijn mensen die strijden en die niet opgeven, hoe slecht het er ook uitziet. Ze gaan door en daar kan je ze enkel maar voor respecteren, ook al weet jij net zo goed als het hoofdpersonage Layla dat ze letterlijk haar kop op een slachtbank legt en hoopt dat de guillotine niet dichtklapt. Het is een verhaal van moed en van hoop. Dat is wat hieruit gehaald moet worden. Soms dacht ik dat het te veel van hetzelfde was. De angst en dat steeds weer een net-niet climax gevoel. Dat is het enige nadeel van dit boek. En om eerlijk te zijn had ik het niet aangekund als het anders was geweest. Want ja, het zorgde er soms voor dat er een soort van déja vu gevoel kwam met momenten, maar constant voel je perfect wat het personage doormaakt. Of voor zover het mogelijk is om die veelheid aan emoties en gedachten te vatten, is dit een heel sterke benadering. Plato zei ooit dat woorden de ultieme waarheid altijd geweld aandoen en dat is een beetje het gevoel dat ik bij dit heb achteraf. Het is de waarheid, maar de woorden vatten het soms niet in zijn pure vorm. Het zou alleen te zonde zijn dat mensen het daarom zouden afbreken, want dan heb je geen oog voor de schoonheid die er overblijft. De diversiteit, de liefde, de passie, de hoop en de menselijkheid. Het gevaar van apathie. Dat zijn dingen die vaker in boeken moeten komen. En de eerste die zegt dat het niet actueel is, die weet niet wat er gaande is aan de grenzen van Amerika. Open twitter. Lees en je weet dat dit ergens realiteit is. Het hoeft alleen niet nog erger te worden. Het is niet perfect, maar het is nodig. Vier enorm verdiende sterren voor Ingesloten van Samira Ahme Gaos & SophieEen zin die wij regelmatig voorbij zien komen in recensies van Nederlandstalige auteurs - en met name Nederlandse auteurs - is dat hun schrijfstijl te ‘kinderlijk’ is tegenover hun internationale collega’s. De Vlamingen doen het in dat opzicht wel beter, maar ook zij zitten niet op dezelfde lijn als de internationale auteurs. Dit punt van kritiek wordt onder andere aangehaald als reden waarom er minder boeken van Nederlandstalige auteurs gelezen wordt. Het kinderlijk maken en versimpelen van de tekst zorgt ervoor dat het boek bewust aanvoelt voor een jonger publiek. Daarom is de stelling van deze maand ook: Nederlandstalige YA-auteurs passen hun schrijfstijl te veel aan voor jongeren.
LIVIA Ik ben 18, dus op het randje van de doelgroep voor YA, maar ik kan zeggen - bij Nederlandse auteurs ben ik inderdaad altijd nogal wat achterdochtig over de schrijfstijl. Juist omwille van dat hierboven: ‘kinderlijke’ schrijfstijl. Er zijn echter ook wel Nederlandstalige auteurs bij wie ik dat gevoel helemaal niet had, zoals Rima Orie. Spijtig genoeg zijn dit eerder uitzonderingen op de regel. Uit mijn ervaringen en naar mijn mening, kan ik enkel kort toevoegen: ja, ik vind dat een groot deel van de Nederlandstalige YA-auteurs hun schrijfstijl te veel aanpassen voor jongeren. SOPHIE Ik zit nog in het midden van de YA doelgroep en spreek bijna dagelijks met tieners die het genre net aan het ontdekken zijn, veertienjarigen of jonger. De laatste jaren ben ik meer origineel Nederlandstalig werk gaan lezen en het verschil met Internationale werken viel me steeds meer op. Het was niet de worldbuilding die mijn leeservaring minder maakte, maar elke keer weer de schrijfstijl. Stereotypen, gebrek aan diversiteit en dus ook dialogen die geschreven leken te zijn door volwassenen die nooit bij tieners in de buurt waren geweest. In het begin dacht ik dat het aan mij lag, maar na een aantal YA-boeken te hebben gelezen die niet zo ongelooflijk verbazingwekkend zijn geschreven weet ik dat dat het niet is. Alle tieners in mijn bieb die ‘de geur van groen’ van Pamela Sharon lazen bijvoorbeeld, lachten om het gebruik van sommige woorden. Echt ‘oude mensen praat’. Een aantal voelden zich niet eens serieus genomen en hebben het boek zelfs weggelegd. Het feit dat de doelgroep van je boek hem weggelegd heeft, zegt denk ik al wel genoeg. Mensen mogen misschien beweren dat Engelstalige boeken preuts zijn, ze zijn in ieder geval niet versimpeld geschreven. Tieners zijn een geheel eigen doelgroep, geen volwassen waar je makkelijker voor moet praten of kinderen waarvoor je iets moeilijkere woorden gebruikt. Soms voelt het gewoon alsof Nederlandstalige schrijvers zo bang zijn dat ze dingen te moeilijk schrijven dat ze hun doelgroep helemaal uit het oog verliezen. En ik weet dat het niet eens per se de schuld is van schrijvers want uitgeverijen hameren er ook op en het komt bij elke YA schrijfworkshop wel weer een keer aan bod, maar als je YA wil schrijven is dingen makkelijker maken echt niet de manier. They know. We know. FENNA Laat ik beginnen met zeggen dat ik heel weinig oorspronkelijk Nederlands werk in mijn kast heb staan. Misschien zegt dat al iets. En ja, ik vind Nederlandse YA over het algemeen wat kinderachtiger dan vertaalde boeken. Soms heb ik zelfs het idee dat de schrijvers eigenlijk nog niet ver genoeg ontwikkeld zijn om een goed verhaal neer te zetten. Ik vind veel personages (en dat geldt ook voor Nederlandse NA) erg oppervlakkig en hysterisch. En zoals mijn medebloggers al aangeven, is het taalgebruik vaak ook niet echt ingewikkeld. Misschien ben ik hier zelf ook schuldig aan omdat ik ook niet echt moeilijke taal gebruik in mijn eigen werk, maar ik heb wel echt een zwak voor mooie woorden. Bovendien denk ik dat het volwassener maken van de schrijfstijl helpt om ook een wat oudere doelgroep, zoals ikzelf, te blijven boeien. YA-lezers worden al op genoeg manieren betutteld, het is tijd dat hier een verandering in teweeggebracht. GAOS Of ik dit nu lang en uitgebreid, of heel erg kort neerschrijf, je kan het altijd samenvatten in één woord: absoluut. Ik vraag me soms af hoe mensen van 30 (of pakweg 40 en ouder) beter weten dan ik hoe ‘jongerentaal’ in elkaar steekt, terwijl ik er pas 20 ben, YA schrijf en toegeef dat het het niet mijn sterkste kant is terwijl het mijn bloedeigen leeftijdsgroep is. En voor mij geldt hetzelfde als voor Sophie: ik hoor mijn twee jongere zussen ook wel praten. De jongste is 15, verstaat vloeiend Engels en spreekt het heel erg mooi zonder enige moeite, zonder hulp van mijn ouders en geloof me dat die twee uur die wij op school krijgen daar echt niet toe bijdraagt. (dan had ze ook wel vloeiend Frans gesproken, not the case). Feit is wel, als jongeren zichzelf een andere taal kunnen aanleren door simpelweg te doen wat ze doen, waarom zouden we ze dan nog moeten betuttelen in onze eigen taal? En ja, het gebeurt. Zo ergerde ik me mateloos aan het taalgebruik van Chinouk Theysen, waar alles verklaard moest worden ondanks woordenlijsten op voorhand, alsof het echt zo ingewikkeld was en/of google niet bestaat voor als ze geïnteresseerd zouden zijn in wat het betekent. Eigenlijk is de enigste vereiste voor schrijfstijl van YA vlotheid. Hoe je dat brengt, maakt echt niet uit (die van mij ligt bijvoorbeeld zeer dicht bij spreektaal), maar dat wil dus ook zeggen dat je niet woorden die je zelf niet gebruikt plots erin moet gaan pleuren omdat dat meestal een geforceerd gevoel geeft. Daarbij is specifieke jongerentaal gebruiken tricky omdat je jongeren van de Vlaamse kust tot Antwerpen tot Amsterdam tot Groningen en het noorden van Nederland wil bereiken. Geloof me: die jongerentaal is niet hetzelfde. Met andere woorden: ik pleit echt om gewoon te schrijven met de woorden die je zelf veel gebruikt. Dat zorgt voor minder betutteling, meer evolutie en meer uitdaging en dat mag ook af en toe. Een vijftienjarige wil niet meer als een kind behandeld worden, laten we dat dan ook niet doen. |
CategorieënArchieven
Juli 2019
twitter
goodreads |